-21-
dat het vaststellen dat er stijgingen zijn ten opzichte van vorig jaar en
dat we vorig jaar het bedrag redelijk vonden, dat dat niet tot de conclusie
zal moeten kunnen leiden dat het dus nu verhoogd moet worden. De heer Wijnen
zegt Isaac da Costa zouden we erbij moeten betrekken, maar ik denk niet
dat dat helemaal reëel is. Wat we moeten doen is scholen die in normale om
standigheden verkeerden het bedrag ter beschikking stellen wat ze nodig
hebben. Als Isaac da Costa in normale omstandigheden verkeert dan moeten ze
het met dat bedrag kunnen doen en als ze niet in normale omstandigheden ver
keren moeten ze kunnen aantonen dat dat niet zo is. Dus ik denk dat je wat
dat betreft niet van gepresenteerde cijfers van één school die eruit springen
uit moet gaan om een bedrag vast te stellen. De opmerking van de heer Wijnen
met betrekking tot de onderhoudfondsen heb ik beantwoord. De vergelijking
onderwijs - sociaal-cultureel werk gaat niet op zegt mijnheer Wijnen omdat
we ten opzichte van die beiden totaal verschillende verantwoordelijkheden
hebben, lot op zekere hoogte is dat zeker waar. Ik denk dat ze allebei ten
opzichte van ons in ieder geval dezelfde verantwoordelijkheid hebben ten
opzichte van ons en dan denk ik of bedoel ik de gemeenschap. Dat is namelijk
met heel bewust te bezuinigen om met elkaar het voorzieningenniveau wat we
op allerlei terreinen hebben opgebouwd in de mate van het mogelijke en in
de mate van het haalbare in stand te laten.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, er is nogal wat losgemaakt in deze
discussie. Op de eerste plaats hetgeen waar u een aantal keren over gesproken
heeft en ook raadsleden over gesproken hebben: Bezuinigen. Bezuinigen moet,
behalve melk. Ik denk dat daar in ieder geval een groot misverstand zit als u
denkt dat de Partij van de Arbeid die kreet overneemt, tenzij we het er over
eens worden wat we ermee bedoelen en wat wij bedoelen met bezuinigen of
ombuigen, wat er een ander woord voor is dat is dat we op het totaal van de
gemeentelijke uitgaven terug zullen moeten. Dat wil niet zeggen dat je dat
moet doen zonder prioriteiten te stellen, zonder vast te stellen als raad
wat je als essentieel beschouwt, dat zal waarschijnlijk niet door de be
zuinigingen geraakt worden of nauwelijks geraakt worden en er zijn zaken
waar je als raad dan eerder van zult zeggen daar hechten we niet zo'n grote
waarde aan en dat krijgt een grotere dreun te incasseren. Ik denk dat dat
het juiste beleid is. Niet de botte bijl van over de hele linie eigenlijk
zullen we pas op de plaats moeten maken of wat dan ook. Dan krijgt ook het
woord ombuiging wat meer betekenis want dat betekent inderdaad dat je
buigt in plaats van dat je bezuinigt. De opmerking van de voorzitter over
de reserves bij de bijzondere scholen dat u daar eigenlijk niet zo'n grote
waarde aan wilt toekennen en ook niet aan de afwijking van de bedragen die
daarin gevonden wordt, die leiden bij hem ertoe om te zeggen als er reserves
zijn opgebouwd en zo'n school komt in bijzondere omstandigheden te verkeren
dan zullen die reserves gebruikt worden en dan zeg ik: Kon ik er voorlopig
maar vast in geloven, want ik ken niet eens die reserves. Ik ben overgeleverd
aan de vraag of de schoolbesturen dat dan zullen willen doen, maar dan zijn
we er niet helemaal mee, want we zitten straks toch met een leerlingenbedrag
wat voor al die scholen moet gelden en we zullen nooit een schoolbestuur
tegen kunnen houden van het verlangen dat voor een bepaalde school de bij
zondere omstandigheden weer worden in rekening gebracht net als dat roemruchte
artikel 101 ter. Ja, dan zeg ik ik wil best met u meegaan hoor, ik heb het
ook een paar jaar eerder al gezegd meen ik, waarom zouden ze reserves vormen,
die zo overdadig zijn dat ze daarmee een jaartje of toen vooruit zouden
kunnen als die school in bijzondere omstandigheden verkeert. Laten we de wet
gebruiken waar die voor bedoeld is. Scholen moeten niet verder kunnen in dit
opzicht wat reservevorming betreft als voorzien wat een groot onderhoud nodig
zal zijn en dat betekent weten dat je bijvoorbeeld eens in de 5 jaar dat ge
bouw in de verf zetdat betekent dat je 5 jaar moet sparen om het geld te
hebben om aan het eind van die 5 jaar te kunnen gaan schilderen. Dat is te
overzien, daar kunnen we mee werken, maar niet met de manier van reservevorming
zoals die nu plaatsvindt, want ik heb het overigens ook ergens gelezen, of het
nou een ambtelijk advies was of in een stuk van B. en W. daar wil ik even
vanaf wezen, maar ik heb het ook ergens gelezen die reserveringen dat zijn