-20-
zullen komen in de toename van bijvoorbeeld de energiekosten om die op te
kunnen vangen. De heer Rennings die komt met een voorstel van bijstelling
van een paar gulden. Wij hebben om te accentueren dat het gaat om een
mentaliteitsverandering niet gepoogd om zo marginaal te werken. Ook niet
overwogen om zo marginaal te werken. We hebben gezegd je moet ofwel dat
bedrag van 2,5% nemen ofwel zeggen van we zijn aan het moment gekomen dat
we er niet meer onderuit komen en we zullen met elkaar nu de onderneming
aan moeten gaan. De suggestie van de heer Rennings om in de toekomst ook
van het katholiek onderwijs balansen te vragen die wil ik graag overnemen. Ik
weet niet precies of ze verplicht zijn om die te geven. Het lijkt me eigen
lijk heel redelijk. Je zou ze moeten kunnen opbouwen, zelf, uit de ver
slagen die je wel mag vragen. Ik neem aan dat het gezien de goede relatie
die er met de schoolbesturen is dat het geen enkel probleem zal zijn en dat
we die ook wel zullen krijgen. Met betrekking tot het voorstel wat ik met
betrekking tot de overgang van de antwoorden van de vragen van de heer
Van der Graaf en de heer Rennings, het voorstel van de heer Van der Graaf
dat ik even liet liggen, wij kunnen op dit moment niet anders dan een bedrag
vaststellen. Daar voorwaarden aan verbinden is op dit moment niet mogelijk.
We kunnen hooguit de gedachte volgen van de heer Van Hoof en zeggen we
stellen het bedrag nu vast en we gaan kijken of we er in de toekomst nog wat
aan doen. Overigens geloof ik toch dat niet waar het gaat om die begrotingen
maar waar het gaat om die jaarrekeningen dat we het ook niet zo moeten voor
stellen dat we nu geen inzicht hebben in de kosten. We hebben heel duidelijk
gepoogd over die jaren waarover wij beschikken om de kosten voorstelbaar
aan u te presenteren in dat geschreven stuk. Dat ze in een wat sjabloonvorm
aan ons zijn toegestuurd dat laat zich denk ik makkelijk raden door het feit
dat ze binnen één administratieve organisatie verzorgd worden. Ik denk dat
als je van het protestants-christelijk onderwijs van een aantal scholen bij
datzelfde Rotterdamse schoolbestuur, administratiekantoor ondergebracht ver
gelijkbare stukken krijgt dat je dan hetzelfde gevoelen krijgt, maar een
analyse van de cijfers van de bijzondere scholen duidt erop dat het om totaal
verschillende scholen, en u hebt zelf mijnheer Van der Graaf aangegeven dat
er daarbij een aantal heel opvallende verschillen zitten. Het groot onder
houd, ja, dat is zeker als je het overzicht ziet van de kosten zoals ze hier
ter inzage hebben gelegen iets waarbij je je vragen kunt stellen, maar in de
motivering van het bedrag per leerling wordt nergens door de schoolbesturen
aangehaald dat ze er niet aan toekomen en er is geen enkele school die op
grond van de bedragen in de afgelopen jaren geconcludeerd heeft dus verkeren
wij in bijzondere omstandigheden, want we kunnen er nog maar zo weinig aan
toevoegen. Ik denk dat wij op dit moment er vanuit moeten kunnen gaan dat
de reserves die er zijn ten behoeve van het groot onderhoud dat die gewoon
op peil zijn en dat betekent dat als er straks een terugloop in leerlingen
komt dat dan vanuit die reserves en de verplichtingen die er ten opzichte van
de gebouwen bestaan voldaan zal kunnen worden en zal worden. Mevrouw Kniep
is het met het voorstel eens. Haar suggestie om, of nee haar conclusie dat
die 2,5% nu eigenlijk al 7)5% zijn die heb ik eigenlijk niet helemaal begrepen
tenzij ze bedoelt te zeggen dat van geldontwaarding compenseren eigenlijk
helemaal geen sprake is naar de gemeente toe. De suggestie van de heer Van
Hoof om nu een bedrag van ^53)vast te stellen en dan in de bezuinigings
commissie de zaak nog eens te bezien is in theorie natuurlijk wel waar en
mogelijk, maar ik denk dat die verwachtingen wekt en de vraag is of dat ver
standig is, maar dat is een bestuurlijke vraag die de raad vanavond moet be
antwoorden. De heer Wijnen heeft in zijn reactie een aantal keren het ambte
lijk advies aangehaald. Daar is op zich helemaal geen bezwaar tegen. Ik vind
dat het wel heel duidelijk als een ambtelijk advies gezien moet blijven. Wij
hebben met elkaar, de raad en het college, de afspraak gemaakt dat we willen
ombuigen en de gedachte van ombuigen hebben wij gemeend te moeten vertalen in
het voorstel, wat::aan u is voorgelegd. Daarom is denk ik ook een vergelijking
met het bedrag van vorig jaar niet redelijk, want vorig jaar verkeerden we in
een totaal andere financiële situatie dan dit jaar en vorig jaar beschikten we
zeker niet over de negatieve perspectieven waar we nu voor staan. Ik denk dus