lijk ook dan liggen alle kaarten op tafel en is er van een onderhandelingspo
sitie geen spreke meer. Ik wil dus best de suggestie van de heer Van der Graaf
in overweging geven of daar zitten toch ook wel nadelige kanten aan, maar het
zou te ver voeren om daar nu op in te gaan. Ik vind dat we die grond moeten kopen.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, mijnheer de voorzitter, ook ik vind dat we deze grond
moeten kopen. We hebben in besloten vergadering toen al min of meer de goed
keuring gegeven. Ook de heer Wijnen is daarmee akkoord gegaan. Ik vind het een
beetje vreemd dat de heer Wijnen nu ineens met allerlei vragen komt, maar goed
ik vind dat wij de grond moeten kopen.
De VOORZITTER: De opmerking van de heer Van der Graaf dat die verkoper al in
een bijna machtspositie verkeert, dat is natuurlijk voor een zeker deel waar.
De suggestie om dat te voorkomen, op zich zou je daarvoor algemene en bestuurlijke
zaken moeten kiezen. U weet hoe kort die termijnen zijn. Als zoiets wordt
aangekondigd dan komt de inzet, oh nee, dan krijg je de aankondiging, dan krijg
je de afweging van moeten we daar iets aan doen of niet, na die afweging hoe steken
we het zo in elkaar dat we met vrucht daar een gooi naar doen. Dat betekent
allereerst de gang naar het provinciehuis om te kijken of als je een weg uitzet
ook de provincie zich daarin kan vinden. Dan komt het moment van inzet en dan
ben je er al bijna aan toe. Wij hebben gezegd die mogelijkheid was er toen, we
leggen het voor aan de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening, maar
ik ben het er graag mee eens, op zich zou de commissie algemene en bestuurlijke
zaken veel geschikter zijn geweest voor zoiets. Met betrekking tot de vragen
van de heer Wijnen. Ja, de prijs kan inderdaad anderszins te hoog zijn. Als
het pakket van tegenprestaties, wat je erbij moet leveren, zodanig wordt dat
als je het erbij optelt je aan een aanzienlijk hoger bedrag komt. Het is wel zo
en laten we daar alstublieft geen meningsverschil over hebben, dat de prijs
zoals die er nu ligt, met de tegenprestatie die gevraagd is ten opzichte van de
exploitatie-opzet van het gehele bestemmingsplan Albano van de eerste tot de
laatste woning 550,per woningwetkavel verschilt. Dat is alleen het gevolg
van het prijsverschil wat we hier hebben gerealiseerd, inclusief de tegenpresta
tie. Ik vind en dan spreek ik namens het college, ik vind het niet erg fair
dat ons wordt tegengeworpen dat de gemeente onzorgvuldig is omgesprongen met
belangen. We hebben in de loop van een aantal jaren te goeder trouw grote be
dragen betaald op grond, denk ik, althans zo vul ik het in, van het feit dat
beëdigde taxateurs ons met hun handtekening eronder verzekerden dat dat de waarde
was en we hebben toch ons afvragend of dat nu eigenlijk wel reëel was, dat was
niet zomaar dat we ons dat afvroegen, maar een seintje in die richting maakte
ons dat duidelijk, gezegd dan moeten we toch eens een keer proberen om er tussen
te komen zonder dat men weet dat het om de gemeente gaat, zonder dat men weet
dat het om een uiterst solvabele schuldenaar gaat. Toen bekend werd dat de
stukken in openbare verkoop werden gebracht, toen hebben we in B. en W. opt
voorstel van de directeur gemeentewerken gezegd het verdient aanbeveling om te
proberen er tussen te komen. In het gesprek wat direct daarna in het kader
van andere zaken plaatsvond tussen de directeur en de heer Broos is daar de
suggestie op tafel gekomen en de heer Broos heeft gezegd ik wilde eigenlijk
best kopen. Sorry niet de heer Broos, de heer Wagemakers. Daarmee was op dat
moment overigens de kous af. Ik ben naar Den Bosch gegaan, heb vastgesteld of
gedeputeerde staten daarmee akkoord wensten te gaan. Toen wist ik overigens nog
niet dat de heer Wagemakers degene die bereid was om het te doen. Ik wist
überhaupt nog niet of we al iemand gevonden hadden. Bij de provincie zeiden ze
ja, simpelweg op uw bewering het is een koopje of het zou een koopje kunnen zijn,
want in het andere geval waren we niet in de markt, willen we niet meegaan er
moet wel een interne taxatie komen van eigen deskundigen van de waarde van het
stuk grond en die zult u dan wel mee moeten sturen want aan de hand daarvan zullen
wij toetsen. Wij hebben toen gedeputeerde staten bereid bleek om als het inder
daad aantrekkelijk was en in het belang van de volkshuisvesting in de gemeente
dat ze dan mee wensten te werken, toen zijn we verder gegaan. Toen hebben we aan
de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening gevraagd, toen wisten we
dus wel dat de heer Wagemakers daartoe bereid was, of de commissie zich erin kon
vinden dat we dat zouden proberen. Er is een prijsbenadering gekomen. De commissie