-32- een verwachting. Het kan best zijn dat hij ook nog langer dan 3 jaar mee gaat. Ik denk dat je daar op dit moment gewoon niks over kunt zeggen. We zullen alleen toe moeten werken naar de volgende aanpak als we met deze office-computer niet meer uit de problemen komen en dat is wat we dus op korte termijn aan de orde krijgen en hier terug zullen brengen. De heer WIJNEN: Ik bedoel dus de afschrijvingstermijn wordt voor het nieuwe apparaat ook op 5 jaar gesteld en dan zouden we dus als die ene over drie jaar uitvalt dan zitten we dus voor de keuze om weer een andere te hebben en weer een andere programmateur en andere poespas er om heen en misschien is dan juist het moment wel daar om het hele spul te vervangen. Ik vraag me af of die afschrijvingstermijn voor een soortgelijk geval niet parallel zou moeten lopen. Dat was mijn vraag. De VOORZITTER: Nou die afschrijvingstermijn zou je parallel kunnen laten lopen. Daar is op zich geen bezwaar tegen. Het gaat niet om een groot bedrag, want deze is aanzienlijk goedkoper dan de eerste geweest is. Er is misschien wel wat voor te zeggen om inderdaad het voorstel van de heer Wijnen te volgen en die afschrijvingstermijn op drie jaar te stellen al is dat natuurlijk speculatief want dan is de apparatuur die we nu hebben is al afgeschreven en we zeggen nu hij zal nog wel drie jaar meegaan en daar baseren we dan de afschrijving op, maar gezien het bedrag kan dat wel. Dus afschrijvingstermijn van drie jaar in verband met de technische bruikbaarheid van de huidige apparatuur. Akkoord Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 23. Voorstel tot instemming met het ontwerp-basisplan openluchtrekreatie en de ontwerp-deelplannen rekreatieve fietspaden en hengelsport. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik vind het eigenlijk maar magertjes, onze reactie. Magertjes in de zin omdat slechts een tijdelijke vaststelling is van datgene wat er staat klopt met plannen die hier in huis zijn, terwijl gevraagd werd om een oordeel en als ik mij niet vergis - en ik vergis mij nu niet - zijn de gemeenten in het verleden uitgenodigd om hun visie te geven op het punt van de openluchtrekreatie. Ik denk dat het streekgewest het recht heeft om te beoordelen of in de destijds geuite visie dit plan past. Ik kan me voorstellen dat wij een oordeel-geven met betrekking tot het beleid van de fietspaden in ons gebied. Dat wij een oordeel geven over de visplaatsen die in de haven zijn voorzien, ook al liggen ze dan op het grondgebied van Oud en Nieuw Gastel. Dat wij beoordelen die liglijn die voorzien is ergens tussen Oudenbosch en Standdaarbuiten. Wat we nu doen is alleen maar vaststellen dat wat er staat of dat past of dat feitelijk overeenstemt met de situering overeenkomstig het bestemmingsplan. Dat brengt me dan tot nog een vraag. Toen het rapport werd aangeboden toen heb ik gevraagd gelet op de ervaringen in de gewestraad waarin we vanuit deze gemeente herhaaldelijk hebben aange drongen en hebben moeten constateren dat de plannen wel eens afweken van de ruilverkavelingsplannen om ook ambtelijk te laten vaststellen in dit huis datgene wat hier nu voorgesteld wordt past dat, komt dat overeen met het plan van de ruilverkaveling Oudenbosch-Oud Gastel Ik vraag dit omdat wat er in het pre advies staat mij de veronderstelling geeft dat alleen maar naar bestemmingsplan nen gekeken is. Tenslotte een aanvulling. Wij hebben bij de laatste opening van een expositie geleerd hoe een kritikus van weleer kan omgevormd worden tot een fervente supporter van onze exposities, wellicht leidt dat ertoe om onze expositieruimte als bezienswaardigheid aan te geven, maar dat was slechts een opmerking aan het slot van de vergadering. De VOORZITTER: Ja, ik denk dat uit het voorstel zoals het er ligt misschien niet duidelijk genoeg naar voren komt wat wij met betrekking tot het oordeel van de raad voorstelden, maar we hebben in het verleden met name over de problematiek van de fietspaden met elkaar gesproken. We hebben het fietsen als zodanig diverse malen als onderwerp van gesprek gehad hier en in dit kader en in het kader van wegenaanleg en in het kader van de ruilverkaveling en wat dat betreft hebben we geconstateerd dat de doorsnijding met allerlei fietsroutes van allerlei soort, bromfietsers, kortsluitroutes en wat dies meer zij, wij in ieder geval een behoorlijke voorziening kregen in het licht van de wensen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 191