-29- het belang van degene die nu de eigendom verworven heeft. Wij kopen voor dezelfde prijs als hij betaalde en hij wil de gewassen houden en die laten staan en dan moet hij ze eraf kunnen halen op het moment dat hij daar de mogelijkheid toe wil krijgen. Vandaar dat hij het om niet in gebruik wil houden. Bij het krijgen van die gewassen hadden we als gemeente geen belang, mag je eigenlijk zeggen, want we hebben vanuit een eerdere pachtvrijmaking en een aankoop al voldoende gewassen overgehouden om die in de eigen plannen verder te verwerken. Zouden wij er nog een boomkwekerij bijkrijgen dan denk ik dat we met die gewassen eigenlijk in de concurrentiesfeer terecht zouden komen want dan zouden we ze ergens anders kwijt moeten raken. Vandaar dat wij meenden dat bij de lage prijs waarvoor we konden kopen dat een hele redelijke voor waarde was. Waarom niet de gebruikelijke grondverwervers, die doen het toch al jaren Nou ik denk dat daar nou net de pijn zat. We hebben in de afgelopen paar jaar vastgesteld hoe we met onze taxateurs in deze zijn gevaren. Die hadden oordelen over waarden die er in een en dat heet dan toch een goede weergave van de echte situatie, die een oordeel hadden over waarden die er nou gewoon niet meer uitkomen. Er blijken totale andere waarden te gelden voor boomkwekerijgrond met opstand dan waar wij in het' verleden tegenaan zijn gelopen. Daarbij hebben de gebruikelijke grondverwervers, want je zou ook andere dan die taxateurs van weleer kunnen aanmerken als zodanig, het nadeel dat omdat ze het al jaren doen ook als zodanig kenbaar zijn en dan zou daar mee bij die openbare verkoop onmiddellijk duidelijk zijn geworden dat de ge meente degene was die geïnteresseerd was in de grond en ik denk dat voor de vaststelling van de juiste waarde van die gronden en daar hebben we als ge meente toch best wel veel belang bij omdat onze gemeente voor een groot deel omgeven wordt door boomkwekerijgrond, het goed was dat het nou weer een keer niet kenbaar was dat de gemeente belanghebbende was, waardoor men niet bleef opbieden tot een niet reële waarde. Ik denk dat nou de markt heeft vastgesteld wat wel de reële waarde was. Ik denk dat we wat dat betreft bereikt hebben wat we ermee beoogden. De heer WIJNEN: Ik vind het toch wel ver gaan om het betreffende perceel om niet in gebruik te geven bij de verkoper terwijl hij niet dat bedrijf uit oefent en wel om de volgende reden. Ik weet niet hoe het verder gaat met het bestemmingsplan, de uitwerking van het bestemmingsplan Albano, maar dat kan vermoedelijk toch nog enige jaren duren en als wij dan de beschikking inter preteren als zijnde te gaan gebruiken voor de woningbouw dan vind ik dat onjuist gebruiken van een dergelijk perceel. Ik ben dan ook niet als dat niet aan een termijn gebonden is dus in die zin van dat wij zeggen vein dan moet het dan en dan afgelopen zijn en dan kunnen wij als gemeente zelf deze grond in gebruik gaan geven als we dat willen. Dat lijkt me ook een veel reëlere werkwijze, want daar is best wel behoefte aan en dan lijkt het mij voor de hand liggend dat daar niet iemand mee iets gaat doen wat eigenlijk niet in de lijn ligt van zijn bedrijfsuitoefening. Ik maak dus bezwaar tegen het opgenomene onder artikel 12. De VOORZITTER: Ja, het is zo dat als je tot een overeenkomst komt dan moet je het met zijn tweeën eens worden. Er was aan de zijde van de verkoper het idee dat hij ook nog wel voor andere kosten in aanmerking kwam, maar daar hadden we vanaf het begin niet over gesproken. Vandaar dat die uit het eerste concept koopovereenkomst zijn geschrapt. We hadden duidelijke afspraken gemaakt. Die kwamen er op neer dat de opstand bij de betrokkene bleef. Hij zal zijn tijd nodig hebben om die opstand kwijt te raken. Hij heeft naar mij is gebleken volstrekt niet de intentie om dat echt te gaan exploiteren. U weet dat wij op zijn vroegst in '86 of '87 die grond nodig hebben en heeft daarmee tot '86 of '87 de tijd om het leeg te maken. Als wij het vrij zouden maken op een eerder tijdstip dan is maar de vraag wanneer zou je dat dan moeten doen, want je moet hem toch in redelijkheid de kans geven om het kwijt te raken en we zouden het daarna weer uit gaan geven dan moeten we wel daar zoveel zekerheden on zerzijds aan verbinden dat we daar niet opnieuw worden geconfronteerd met een uit de pacht-neming waar we nog wat herinneringen aan bewaren uit het verleden. Dat betekent dat je er toch maar beperkte mogelijkheden tot in gebruikgeving mee hebt, dus ik weet niet of we daar én vanwege de tijd omdat het maar om een

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 188