nog iets gezegd over circulaires die verschenen zouden zijn die aanleiding zouden geven om te zeggen dat zijn visie op die besteding van die kosten juist zou zijn. Ik ben bijzonder benieuwd, welke circulaire en wat staat daar in Wellicht kunt u dat nu niet gelijk op tafel leggen, maar ik wil het toch graag eens een keer zien waaruit zou blijken dat wat in de bestuurskosten- regeling staat dat dat wordt ontkracht of wordt veranderd want dat zou me toch zeer verbazen, als die circulaires er zouden zijn. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik ben blij dat de heer Van der Graaf dé memorie van toelichting citeert, want ik ben op grond van dat voorlezen van mening dat dat bi-cultureel onderwijs en ontmoetingscentrum, de aktiviteiten die daarvoor gedaan zijn, wel degelijk vallen onder de extra bestuurskosten die daarin genoemd worden. De eerste term extra bestuurskosten, ik denk dat je er niet omheen kunt dat een gemeente die een grote mate van etnische min derheden heeft dat je daar aanvullende voorzieningen moet treffen. Waren die mensen, etnische minderheden, er niet, dan hoef je dergelijke voorzieningen niet te treffen. Het betreft een extra belasting van het ambtelijk apparaat om daarvoor te zorgen en ik denk dat wel degelijk uit die optièk de kosten die gemaakt zijn voor bi-cultureel onderwijs voor het ontmoetingscentrum etc. dat die daaronder vallen. Dat daarenboven die vergoeding is bestemd voor zaken zoals voorlichting en inspraak, daar ga ik volledig in mee, maar dat neemt niet weg dat je op grond van de memorie van toelichting de conclusie kunt trekken dat in het verslag opgenomen kosten zoals zojuist genoemd niet kunnen worden meegenomen. De heer VAN DER GRAAF: U zou het nog even moeten lezen want u trekt de ver keerde conclusie. De heer RENNINGS: Ik denk dat ik dan wat anders lees dan wat u voorleest. Met betrekking tot de kosten van de wethouder hebt u natuurlijk volledig gelijk en ik denk dat we het niet kunnen maken om die kosten daar nog langer in op te voeren. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het voorlezen van Van der Graaf en zoals bij de heer Rennings, maar ook het preadvies dat geeft aan dat een coördinerend ambtelijk functionaris of een coördinerend bureau genoemd kan zijn waarvan de kosten tot extra bestuurskosten gerekend kunnen worden en ik vraag me dan wel af waarom dat dat evenzeer niet kan bij een functionaris die hier op het gemeentesecretarie een deel van zijn dagtaak daaraan besteed of een weektaak. Of dat dat meerdere mensen zijn, want een bureau kan meerdere mensen omvatten en wat je dan precies onder een bureau verstaat, misschien staat dat ook in de memorie van toelichting, maar ik denk dat dat meer plaatse lijk geïnterpreteerd moet kunnen worden. Ik denk dat het belangrijk is dat wij vaststellen dat wat daar opgevoerd wordt voor of betreffende ambtelijke medewerkers dat dat inderdaad klopt. Als we er achter kunnen staan en we vinden dat dat inderdaad klopt dan moeten we dat invullen en dan horen we wel wat er uit komt. De heer BROUWERS: Ja, voorzitter, het is in feite een herhaling min of meer. Ik denk dat op de allereerste plaats ik in mijn eerste antwoord heb trachten aan te tonen dat de werkzaamheden in het verslag genoemd in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Dat ik daarbij ook gedoeld heb dat dat inderdaad extra kosten zijn en dan wil ik best nog inderdaad het eens zijn met dat stukje wat dan voor mij daar opgesomd wordt, waarvan je zegt ja maar, bestuur lijk gezien is dat dan toch eigenlijk niets extra's want er zit een wethouder en dat is die gemeenschap. Ik weet dat ik daar in ieder geval wel extra werk voor gedaan heb, althans in dezelfde zin zoals dat ook het ambtelijk extra gebeurd is. Het in de gemeente aanwezig zijn van een grote groep van mensen die tot die culturele minderheden behoren dat is gewoon een extra belasting en de werkzaamheden die daarvoor gedaan worden ambtelijk en bestuurlijk die zijn gewoon extra. Op grond daarvan, de heer Van der Graaf zegt nou kom dan met die circulaires, nou hij zal het heus wel weten, hebben wij vastgesteld dat we niet in strijd zijn met de voorwaarden die het ministerie stelt aan de besteding van deze aparte bijdrage in de bestuurskosten en ik denk dat het daarom gaat. Nou als we dan hier met elkaar op dit moment moeten gaan zitten uitfunderen wat nou wel en wat nou niet, nou als het gaat over mijn bestuur-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 186