-2k-
wou mijn definitief oordeel opschorten tot het antwoord van de wethouder. Ik
wilde ook een andere opmerking maken en dat is dat ik in de andere vereisten,
namelijk dat het verslag in overleg met de buitenlanders wordt samengesteld,
dat ik in het verslag heb moeten lezen dat het college overweegt de commissie
culturele minderheden op te heffen en ja, als raad zeg ik dan moeten we dat
uit een dergelijk stuk lezen Was het dan niet mogelijk dat op een andere
manier te doen Zijn de commissieleden daarvan op de hoogte Is deze zaak
in de commissie culturele minderheden behandeld De conclusie die in het
verhaal getrokken wordt van dat de aanwezige leden instemmen met de gedachte
dat tot structureel overleg wordt verheven het overleg van de vertegenwoordigers
van de buitenlanders met het college, daar was het enige Nederlands sprekende
en naar ik aanneem ook de enige Nederlands verstaande buitenlander maakte
een voorbehoud. Ja, dan moet ik toch vooralsnog concluderen dat de vergadering
het daar vooralsnog niet mee eens was en daar in ieder geval nog wenste in
latere instantie op te reageren.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik had ook nog wel een paar vraagjes.
In hoeverre dat die tijdsverantwoording dat heeft de heer Van der Graaf ook
al aangeroerd, dat die eigenlijk consequent is bijgehouden, want we zien dat
de aanvraag in mei moest zijn ingediend en met terugwerkende kracht tot 1
januari '81 zou kunnen worden gehonoreerd, dat je dan misschien al een hele
boel werk in die voorafgaande periode gedaan hebt en dat je dan weer moet gaan
terugputten van wat is er allemaal gebeurd en hoe is dat gegaan wat betreft
de uren-verantwoording. Ik vraag me dus af is het reëel te maken wat daar
is opgevoerd in deze zaken, want anders dan denk ik dat het probleem meer is
van wij hebben geen gespecialiseerde ambtenaar daarvoor danwel dat er daar
ben ik toch wel van overtuigd dat het begeleiden van het werk ten behoeve van
de buitenlanders de nodige aandacht vraagt op de gemeentesecretarie.
De heer BROUWERS: Ja, mijnheer de voorzitter, ik kan daar eigenlijk net zo
veel argumenten tegenover zetten. Op de allereerste plaats wil ik dit zeggen.
Ik vind het verslag niet gek. Het is een weergave van de realiteit, van de
aktiviteiten die zijn ondernomen. Ze zijn met name genoemd, ik denk dat die
ook controleerbaar zijn in alle mogelijk andere verslagleggingen. De activi
teiten kunnen deze raad toch nauwelijks vreemd overkomen. Die zijn meerdere
keren ter sprake geweest. Daarover is toch eigenlijk, althans het verwondert
mij dat het bij een aantal raadsleden niet bekend is dat we met de aktiviteiten
bezig waren die in het verslag genoemd zijn en als je daar tegen af gaat zetten
de uren die daaraan besteed zijn. Een simpel voorbeeldje, met betrekking tot
bijvoorbeeld het bi-cultureel onderwijs is het dan niet onvoorstelbaar de hoe
veelheid tijd die er in zit voor dat alles onderzocht is, voordat alle forma
liteiten naar het ministerie eerst eens geïnformeerd zijn, onderzocht zijn,
dan verwerkt enz. enz. We hebben op deze wijze getracht om toch aan het beleid
voor culturele minderheden onze bijdrage te doen. U weet dat dat ook gere
sulteerd heeft in het feit dat we zeggen van nou op deze wijze moet je het,
het is in ieder geval zo gek tot stand gekomen dat je nu daarvoor een aparte
coördinator aantrekt. Ik denk dat dat inderdaad ook broodnodig is. Dus dat is
een stukje evolutie van hetgeen je begonnen bent. Of dat het allemaal waar is
wat de heer Van der Graaf zegt dat zo deze gelden niet bedoeld zijn. Nou ik
denk dat dat dan toch in strijd is met de andere gegevens uit de circulaires
die we daarover van het ministerie hebben. Vandaar dat ik zeg nou het is een
reële weergave. Als u mij vraagt of dat bijvoorbeeld mijn aandeel daarin
tot op 0,50 nauwkeurig berekend is, dat doe ik dus niet, maar er gaat zeker
ambtelijk en met name de ambtenaar die het hier betreft, enorm weel tijd in
zitten. Ik heb al aangegeven hoe dat we de ambtelijke begeleiding verder ge
stalte willen geven door een aparte coördinator daarvoor aan te trekken en dan
zitten we dus wat dat betreft helemaal binnen de lijn die nodig is om inderdaad tot
verdere begeleiding te kunnen komen, want een belangrijk aandeel van deze man
zal toch zijn beleidsadviserend functioneren. Mijnheer Rennings heeft de kwestie
genoemd ja, moest dit nou ook niet öeigenlijk via de commissie culturele min
derheden. Het gaat hier om een verslag van de werkzaamheden die dus hier
ambtelijk en bestuurlijk zijn verricht. Hij zegt van ja, ik heb daar ook een