-21- De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, eens met de eindconclusie. Alleen en dan wil ik toch even teruggrijpen op de discussie die we zoeven in deze raad ge voerd hebben, waarbij we gesproken hebben over solidariteit en aanverwanten. Tic denk dat we het niet kunnen maken om de argumenten onder a en c in stand te houden. Het argument dat het voor onze gemeente niet nodig is dat er een dorpenplan, niet een dorpsplan, maar een dorpenplan, wordt opgesteld. Dat is dus een afwijzing van de solidariteit met de gemeenten die samenwerken met elkaar. Ik denk dat dat argument er uit moet. Voor c geldt hetzelfde en overigens het argument onder b zit denk ik hecht genoeg in elkaar om dat te kunnen gebruiken zonder dat we nu plotseling op basis van ook wij wijzen de solidariteit af met de deelnemende gemeenten in het streekgewest om die te gebruiken. Ik wou dus het voorstel doen om de tekst zodanig te wijzigen dat die argumenten verdwijnen. De VOORZITTER: Mag ik even voor de duidelijkheid, voordat we elkaar misver staan, met betrekking tot a wordt een antwoord gegeven op de vraag: Is uw ge meente voornemens over te gaan tot het opstellen van dorpsplannen En die vraag daar wordt op geantwoord in verband met het feit dat onze gemeente in het streekplan West-Brabant is ingedeeld in groeiklasse k, is het niet nodig dat voor onze gemeente een dorpsplan wordt opgesteld. De heer VAN DER GRAAF: Dat is c, dat heb ik inderdaad verkeerd gelezen. De heer RENNINGSJ Voorzitter, met c, daar ben ik het volstrekt met de heer Van der Graaf eens. Ook wij kunnen ons niet verenigen met het argument c. Je kunt als gemeente die sinds jaar en dag pleit voor gemeenschappelijke verant woordelijkheid voor de vuilverwerking om maar eens een station te noemen, kun je het toch niet maken dat we nu zeggen van nou, het mag wel gebeuren, maar we betalen niet. Ik vind het argument onder b voldoende sterk. Als je nog een argument toe wilt voegen dat vind je een goede reeks argumenten in het portefeuillehouders-overleg waaruit je niet anders dan de conclusie kunt trekken van dat dit een stuk luxe is, dat een dorpenplan naar de mate waarin het gewenst wordt door de kernen het voor de provincie volstrekt onaanvaard baar is om het te maken. Dat vind ik een veel beter argument als je nog een tweede argument wilt toevoegen dan punt c, want ik denk dat dat niet past in de overtuiging die wij steeds uitdragen. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik ben het ook eens met het afwij zen van het plan om bij te dragen of mee te doen aan het dorpenplan en vooral om de reden die, door de heer Rennings is die ook al genoemd, er is naar voren gekomen dat er eigenlijk helemaal geen leefbaarheidsgedachte achter zit en dat het uitsluitend om een ruimtelijke invulling gaat en locaties van bouw plannen en dergelijke en juist het element leefbaarheid wil ik voor Oudenbosch ook niet weggooien, want u weet net zo goed als ik dat inwoners van onze gemeente tot de dorpskern van Bosschenhoofd behoren. Dat klinkt misschien wat vreemd, maar die wonen praktisch in de kern van Bosschenhoofd en die zijn daar op aan gewezen en ik denk dat het uit oogpunt van leefbaarheid en ook terwille van die mensen het van belang kan zijn dat er in hun nabijheid in het gebied waarin zij woonachtig zijn dat daar de leefbaarheid gehandhaafd kan worden en ook dat die zo goed mogelijk is. Ook al wonen ze dan in onze gemeente, die mensen die wonen heel nabij de kom vein een dergelijke kleinere pleats. Vandaar dat ik me er heel goed in kan vinden wat de heer Rennings en de heer Van der Graaf al gezegd hebben om solidariteit te overwegen en ook uit feitelijke overwegingen er mee akkoord te gaan om die zaken te beperken tot b in de argumentatie en die leefbaarheid als argument nog op te voeren. Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, voorzitter, ik kan kort zijn. Eens met a en b en eens met de vorige sprekers aangaande punt c. De VOORZITTER: Met betrekking tot hetgeen de heer Van der Graaf opmerkte geloof ik dat we met betrekking tot a inmiddels met elkaar duidelijkheid hebben gekregen en hij zegt de argumentatie onder b is sterk genoeg, laat die onder c weg. Daarin wordt hij door de hele raad gesteund dus dat is wat dat betreft duide lijk. We moeten overigens wel onder c antwoord geven op de vragen die sub c zijn gesteld, maar ik begrijp eigenlijk dat het voorstel van de heer Van der Graaf en de heer Rennings is, het antwoord daar dan maar om de onder b genoemde

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 180