-17-
neem niet aan dat dat ooit het geval zal zijn. Nou juist om die reden
begrijp ik niet dat er plotseling een wijziging, althans in de voorbereiding
van de ambtelijke stukken heeft plaatsgevonden, een koerswijziging die
gemaakt heeft dat er gewoon vanuit gegaan is van doet u maar, draagt u de
rechten op dat straks maar over aan de gemeente en wij lichten dat ding en
draaien voor de kosten op, althans zo het ik begrepen dat, het is hopelijk
ook uit het preadvies af te leiden dat het verloop geweest is. In het een zit
dus de verhaalsmogelijkheid in en in het andere geval zit er geen enkele
verhaalsmogelijkheid in, dus de keuze die nu gemaakt is, ja, voor ik er een
oordeel over geef wil ik wel graag weten hoe dat nu moet worden opgevat.
De heer DU PONT: Ja, u hebt gezien dat wij eerst zijn begonnen, u heeft het
al gezegd, met de aanschrijving van betrokkene. Toen bleek op een gegeven
moment dat het niet haalbaar was dat hij zelf voor het bergen van die boot
zou zorgen. Toen zijn er dus onderhandelingen gevoerd en toen is men gekomen
tot die bewuste verklaring met de gedachte en die gedachte die leefde toen ook
nog bij de technische mensen die daarover adviseerden,dat het mogelijk zou
zijn dat wij zonder dat wij zelf betrokken zouden worden bij het lichten van
die boot, iemand zouden kunnen vinden die bereid was die boot te lichten
tegen de opbrengst van die boot. Vandaar dat wij die verklaring aan hem ge
vraagd hebben om daarmee verder te kunnen onderhandelen met de mensen die die
boot zouden lichten. Nou, in het verdere verloop bleek duidelijk dat die op
lossing niet voorhanden was, dat er niemand bereid was om die boot voor de
restwaarde te lichten zodat de gemeente dus zonder kosten, dat wij dus
verder met de zaak niet meer gemoeid zouden zijn en verder ook geen kosten
zouden hebben. Dat bleek dus niet het geval en toen is er in de verdere gang
hebben wij dus in de voorbereiding zijn we dus gaan zoeken naar mensen die
die boot dus wilde bergen. We hebben daar offertes voor gevraagd en ja,
omdat wij toch van mening waren dat we die boot daar niet in de haven konden
blijven laten liggen hebben we gemeend die zaak te bespreken in de commissie
openbare werken om te vragen hoe men daar van mening was, of men vond dat
er voor deze oplossing gekozen moest worden. Nou toen we daarover een positief
advies van de commissie gekregen hebben toen hebben we dus gezegd van dan doen
we aan de raad het voorstel om daar een krediet voor uit te trekken en de
boot te lichten.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, naar mijn mening gooit de wethouder
nu toch een heleboel dingen door elkaar en is er ook voor die tijd al het
een en ander door elkaar gegooid, want het ontgaat mij ten ene male wat de
commissie openbare werken te maken heeft en zou moeten hebben met het lichten
van een woonark. Dat lijkt mij nou echt een heel andere zaak dan de normale
werksoort van de commissie, maar los daarvan, de wethouder die zegt wij hebben
eerst die verklaring gevraagd, waarin dan toch in ieder geval de eigendom van
die woonark om niet werd overgedragen aan de gemeente.
De VOORZITTER: Neen, aan degene die hem zou bergen.
Dat was de gemeente heel nadrukkelijk niet.
De heer VAN DER GRAAF: Nou dan komen we er misschien inderdaad zo uit, dat ik
het ook zou begrijpen. Wat dus nu gaat gebeuren dat is dus dat de woonark
gelicht wordt en dat de kosten daarvan toch verhaald kunnen worden en dan op
grond van die aanschrijving.
De VOORZITTER: We. "hebben met opzet nooit die eigendom willen hebben.
De heer DU PONT: Dat staat ook niet in die verklaring. Dat was alleen maar
om een mogelijkheid te hebben dat wij konden bemiddelen in de berging.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
13. Nota inzake gewestelijke taak op het terrein van het regionaal sociaal-
economische beleid.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, ik heb ontdekt dat het college van
oordeel is dat de gewestraad geen taak heeft op dit terrein, want daar komt
eigenlijk het hele voorstel wel op neer. Ik bedoel zo mag je het wel kort
samenvatten. Wordt het niet eens tijd om te evalueren of de gewestraad
überhaupt nog een taak heeft en in ieder geval of de taken die er zijn of