-15-
6.8. Voorstel tot toekenning van subsidie aan de Stichting Open Jongerenwerk
Oudenbosch inzake aanstelling beroepskracht/52e wijziging gemeentebegroting"
1982.
De heer MEIJERS: Ja, voorzitter, in eerste instantie is het een goede zaak dacht
ik dat uiteindelijk hier een voorstel voor ons ligt om daar voor S.O.J.O. een
beroepskracht aan te stellen. Ik vind de argumentatie in het voorstel zeer duide
lijk. Voornamelijk de onzekerheid over de werkgelegenheidsverruimende maatregel
dacht ik dat het een goed voorstel was om zij het nog in tijdelijke dienst die
beroepskracht aan te stellen. Kennis genomen hebbende ook van het evaluatie
rapport jeugd- en jongerenobject en waar ook de maatregelen eigenlijk worden aan
gedragen om die beroepskracht in te schakelen. Onze fractie is toch wel bijzonder
blij met dit voorstel en wat in het preadvies ook staat, nadat dus bij de
behandeling van het jaarprogram 1983 de zaak opnieuw getoetst gaat worden of
er dan van een tijdelijke een verlengde aanstelling kan plaatsvinden. In
eerste instantie akkoord.
De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, lang gewacht, toch gekregen. Wij zijn erg
blij met dit voorstel ook. We hebben er naar onze mening veel te lang op moeten
wachten. Het is een beetje fout gelopen in deze tijd. Of het nou aan het college
ligt of aan het 6.A.B. of aan S.O.J.O., maar er zijn mensen te laks geweest.
Die kortsluiting tussen de initiatieven die is wat laat van de kant gekomen,
maar het ligt er nu toch. Ik ben het met de overwegingen genoemd in nummer 2
en nummer 3, om het een tijdelijk karakter te geven daar kunnen wij ons in vinden.
Dus de aanvraag is niet af en het is ook juist om te wachten op de eind-evaluatie
van het jeugd- en jongerenproject, maar met overweging nummer 1, daar heb ik
meer moeite mee. Het is een overweging die voor de totale sector geldt en ik
heb de indruk dat dit nou het expliciet noemen hiervan dat in november die
afweging weer moet plaatsvinden tussen alle aktiviteiten, dat expliciet noemen
bij dit prettige initiatief, dat dat wat dreigend overkomt. Ik zou de wethouder
willen verzoeken om die overweging 1 te schrappen. Het is een waarheid als een koe
maar hij dient ook verder nergens toe.
De heer RENNINGSt Ja, voorzitter, ook onze fractie vind dat S.O.J.O. beroepsmatige
ondersteuning moet krijgen. Alleen we hebben nu toch wat vraagtekens over de vorm,
want als je kijkt dat een permanente ondersteuning we willen geven en we kiezen
vooralsnog voor een tijdelijke oplossing. Er wordt een relatie gelegd naar de
totale situatie voor beroepskrachten in sociaal-cultureel werk. Het gegeven dat
S.O.J.O. zelf bezig is met het bestuur aan te vullen. Het feit dat deze jeugd-
en jongerenwerker een stuk op moet starten die moet in een nieuwe situatie komen.
We vragen ons af of de beroepskracht niet de. behoefte heeft aan een stuk klank
bord anders dan alleen het bestuur van S.O.J.O.. De gemeente draagt een grote
verantwoordelijkheid bij de introductie van deze beroepsmatige ondersteuning.
We hebben nu ervaring met een begeleidingscommissie van het jeugd- en jongeren
werk. Die heeft een stuk evaluatie gedaan. Die gedachte heb ik in overleg met
een vertegenwoordiger van het bestuur van S.O.J.O. wordt die zeker niet afgewezen
een begeleidingscommissie. Ik denk dat het dan uiteraard een andere samenstelling
moet zijn. Maar ik denk dat dan de wethouder dat het goed zou zijn dat de wethouder
dat in overleg met S.O.J.O. instelt. Misschien is het dan wel verstandig dat
dan de politiek wat meer afstand neemt dan de vorige begeleidingscommissie. Het
is dan ook uiteraard niet de bedoeling om dat permanent te laten zijn. Maar vooral
in die opstartfase die dan nog eens, mag ik dat zo noemen, gehandicapt wordt door
het feit dat we in december zullen moeten beslissen over de voortgang ervan. Ik
denk dat het dan uitermate nuttig is dat niet alleen het bestuur van S.O.J.O. een
klankbord is voor een beroepskracht, maar ook een begeleidingscommissie waarin
uiteraard S.O.J.O. ruim vertegenwoordigd moet zijn.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Mijnheer de voorzitter, in principe heb ik geen bezwaar
tegen dit voorstel. Ook niet tegen het tijdelijke karakter van de aanstelling
van de jongerenwerker. Alleen vind ik het noodzakelijk dat als het arbeidscontract
verlengd wordt dat S.O.J.O. met een goede begroting op tafel komt. Ongetwijfeld
hebben zij binnen hun organisatie vrijwilligers genoeg die deskundig genoeg zijn,
ik twijfel daar niet aan, dat wij dat ook goed kunnen bekijken en de accenten
van deze werker ook duidelijk naar voren komen.