-16-
11. Voorstel tot beschikbaarstelling van een aanvullend krediet voor het
onderhoud van de traktiemiddelen van het bedrijf gemeentewerken in 1961/
21e wijziging begroting 19&1 bedrijf gemeentewerken en 92e wijziging
van de gemeentebegroting 19&1.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, halverwege het preadvies daar staat
een zin die besloten wordt met de opmerking dat wellicht de consequenties
van het verlengen van de gebruiksduur op de onderhoudskosten zijn onderschat.
Dat leidde er toe dat bij ons de vraag opkwam of wellicht die opmerking
niet wat voorbarig is, omdat het ons erg moeilijk lijkt op dit moment, terwijl
we nog maar erg kort de effecten kunnen zien van die verlengde afschrijf-
termijnen. Het verschil in financiële consequentie tussen het verlengen van
de afschrijftermijnen in vergelijking tot het versneld doen van nieuwe aan
schaffingen bij kortere afschrijftermijnen dat die vergelijking nog nauwelijks
boven water kan komen. Ik heb het een beetje zo geïnterpreteerd, daarom
verrast de opmerking mij eigenlijk ook niet, dat je te maken hebt met denk ik
toch een stukje aanpassing wat gevraagd wordt van mensen die gewend zijn ge
weest daarbij uiteraard zoals wij allen geholpen door een ruimere hoeveelheid
beschikbare middelen om te werken met vrij korte afschrijftermijnen en zodra
de reparaties een iets grotere omvang krijgen, dan was de afschrijftermijn
om en kon er dus weer een fraai, nieuw apparaat worden aangeschaft. Ik denk
dat, ja teleurstelling is een wat groot woord, maar ik denk dat het besluit
wat destijds door de raad genomen is dat dat ook een zekere gewenning vraagt
in de dienst die op een andere manier gewend was te werken en in dat licht
heb ik die opmerking eigenlijk geplaatst. Ik ben eigenlijk benieuwd of ik
door het zo op te vatten in de ogen van het college ook enigszins juist die
zaak taxeer.
De heer DU PONT: Ja, het is op dit moment nog moeilijk te zeggen. Ik denk
dat de heer Van Eijkeren daar wel gelijk in heeft. Wij hopen binnen niet al
te lange tijd, het zal waarschijnlijk niet in de eerstvolgende commissiever
gadering zijn, van de commissie openbare werken, maar ik denk toch wel in
de vergadering van maart met een nieuw overzicht te komen over deze materie
en ik denk dat we dan met elkaar een beter inzicht krijgen en een wat ruimere
ervaring hoe tiet verloop nou is van het onderhoud en de lange afschrijvings
termijnen. Ik ben het met hem eens dat de periode op dit moment nog vrij
kort is, maar de gegevens worden op het ogenblik verzameld en ik denk dat
het in maart in de commissie kan komen, waaruit dus dan misschien duidelijker
blijkt hoe de kaarten precies liggen. Ik wil niet op voorhand zeggen dat u
ongelijk hebt. We moeten die cijfers nog eens goed naast elkaar leggen.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, het tweede gedeelte is misschien een psychologische
bespiegeling geweest over een door mij veronderstelde periode die gemeente
werken nog nodig heeft om tot een kleine attitude-wijziging te komen in deze,
maar ik ben toch wel benieuwd of u die bespiegeling deelt of niet.
De heer DU PONT: Dat zou best kunnen ja. Het is natuurlijk ook een heel andere
benadering. U hebt zelf de discussie in de commissie daarover meegemaakt en
ja, dat is niet zonder slag of stoot gegaan, dat hebt u ook gemerkt. De
meningen daarover waren verdeeld, maar ik denk dat we daar best met elkaar
uitkomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
12. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor het bergen van
een gezonken vaartuig/12e wijziging gemeentbegroting 19&2.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, in de ter inzage liggende stukken kunnen we een
wijziging vinden in de opvattingen. Er is gestart met de gedachte aan een
aanschrijving en via die aanschrijving merken we dus dat de eigenaar zelf
de betreffende ark niet zou lichten, te komen dus tot op kosten van de
woonark lichten. Ik neem aan, maar dat is natuurlijk iets wat in een openbare
vergadering wat moeilijker te bespreken is, dat de betreffende eigenaar
gewoon niet over voldoende fondsen beschikt om dat zelf te doen, maar ik