-10-
de buitenlandse maatschappelijk werkster komen, maar dat zij meer een functie ver
vult om aanvullend te ondersteunen daar waar de Nederlandse maatschappelijk
werkster er niet aan uit komt en dat was toen naar mijn mening ook een argument
om er in mee te gaan. De ontwikkelingen overigens van de laatste maanden, die
doen u overigens wel het gelijk aan uw kant geven, want in feite is het zo
dat wij nu voor de kosten zelf blijven zitten. Overigens heeft daar die stichting
aandacht aan besteed, want die hebben erop aangedrongen dat men er op uit was
om alle gemeenten op één lijn te krijgen, net als dat men dus voor alle andere
functies van dat algemeen maatschappelijk werk binnen de regionale stichting
stelde. Uw suggestie met betrekking tot nou, populair vertaald, kan Oudenbosch
zelf zijn boontjes niet doppen. Ik zeg daarom nu niet nee. Ik vind dat wat voor
barig. Ik denk dat je dan zaken goed moet onderzoeken. Ik denk dat je dan de
consequenties goed op een rij moet zetten en ik denk dat je dat zeker niet moet
doen los van de anderen, waarmee je dus een tiental jaren geleden een verbinte
nis bent aangegaan. Ik stel daarbij dus dat uw suggesties indeze, ze komen niet
alleen niet vreemd over, maar ik denk dat we best eens in die richting mogelijk
wat onderzoek zouden moeten doen, maar dan denk ik dat die voorwaarden die ik er
aan verbonden heb dat die dus toch wel van belang zijn. Ja, dat betekent in feite
ook dat ik in mijn antwoord toch aan u zeg dat ik voor ben, of dat wij er voor
zijn om voor het komend jaar toch in deze zin het op te lossen, ondanks alle
argumenten die er tegen zijn en ondanks alle troubles die er zijn gerezen tussen
de verschillende gemeenten, want er was steeds onduidelijkheid welke gemeente
in welke mate nou wilde meedoen. Wij hebben gekozen voor een hele principiële
keuze-stelling, namelijk wanneer anderen de verantwoordelijkheid niet nemen,
willen wij ze toch niet ontlopen en temeer niet omdat voor Oudenbosch toch geldt
dat we met een groter aantal gezinnen zitten dan andere gemeenten die dus nou
in dezelfde zin niet mee willen doen. Vandaar dat ik er, hangende de ontwikkelingen
toch voor 1982 voor pleit om het zo te blijven doen en daarmee dan uw overweging
meenemend in het college of dat we daar niet nader studie van zullen maken.
Mijnheer Rennings die heeft eigenlijk in dezelfde zin zijn bezorgdheid geuit,
alleen met betrekking tot, oh nee, hij is akkoord gegaan met het voorstel onder
a, maar dezelfde overweging als de heer Van der Graaf, wat anders gemotiveerd,
maar met betrekking tot die formatieplaats dat dat eigenlijk nog een zaak was
van C.R.M. We hebben toen besloten en ik zie ook nu nog duidelijke argumenten om
het te blijven doen, omdat ik denk dat er anders toch een gat gaat vallen in de
service-verlening naar buitenlandse gezinnen. U stelt met betrekking tot de
keuze en dan zegt u dat u er voor bent om in ieder geval niet de andere gemeenten
uit te sluiten. Dus ze zeggen nou wanneer u zegt de tweede keuze: Ofwel het projekt
wordt voortgezet door alle gemeenten, waarbij Etten-Leur en Oudenbosch het
tekort van circa 10.000,— op jaarbasis voor de jaren enz. voor hun rekening
nemen. Ik weet niet precies wat uw moeite ermee was, want wij stellen juist voor
om geen gemeente uit te sluiten, maar wel het tekort voor onze rekening te nemen.
Ik denk dat je dat ook moet doen, want als je andere gemeenten gaat buitensluiten
dan zal dat zeker consequenties hebben voor de toekomst en ik denk dat dan het
gesprek met andere gemeenten helemaal de mist in gaat. Mijnheer Wijnen die zit
met dezelfde situatie als mijnheer Van der Graaf, probeer die formatieplaats
zelf in te vullen. Nou mijn antwoord aan de heer Van der Graaf is hetzelfde
aan de heer Wijnen en mevrouw Kniep heeft ons voorstel voor de rest overgenomen.
De VOORZITTER: Wethouder kijk eens heel even in het preadvies.
De heer BROUWERS: Oké dan is de interpretatie, dan heb ik het verkeerd verstaan.
Dan zegt mijnheer Rennings, wanneer u kiest om voorstel 1, dan betekent het
met uitsluiting van het gebruik door de overige gemeenten, maar u stelt dan
voor aan de raad om dat niet te doen en daar ben ik eigenlijk wel toe genegen
om dat in die zin over te nemen.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, er hoeft niet zo gek veel meer over gezegd
te worden, want wat wethouder Brouwers zegt is natuurlijk op zichzelf allemaal
te verwachten. Ook wij willen natuurlijk onze verantwoordelijkheid niet ontlopen.
Ook wij vinden dat er geen gaten moeten ontstaan. Dat houdt dus in dat door dit
af te wijzen we niet zeggen er moet nu niets gebeuren. Ik heb dat niet nader in
gevuld, maar ik denk dat je of eigenlijk wel min of meer, want ik heb gezegd