-8-
eerste termijn.
De heer KOP JANSEN: Mijnheer de voorzitter, wij zijn dus bang dat de muziek
school inderdaad straks toch met een exploitatietekort kan zitten, maar ik ben het
met de heer Den Braber eens dat de toelichting van de wethouder ook mij heeft over
tuigd om niet met een anders-strekkend voorstel te komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
6.3. Voorstel tot:
a. afwijzing van het subsidieverzoek inzake het houden van een organisatie-onderzoek
en
b. wijziging van de subsidiering terzake van de formatieplaats kulturele minder-
heden van de Regionale Stichting "Rondom Mark en Weerijs"/43e wijziging ge-
meentebegrot ing 19Ü2~.
De heer VAN DER GRAAT: Voorzitter, met het eerste voorstel hebben wij geen moeite,
dat volgen wij. Met het tweede voorstel hebben wij iets meer moeite. Ook ik wil
even een beetje in het verleden terugduiken. Toen wij destijds voor de eerste maal
hiermee geconfronteerd werden toen heeft mijn fractie al direkt gewaarschuwd voor
het feit dat wanneer je op een dergelijke losse basis zoiets opstart dat je dan
niet moet verwachten - en met zulke halsstarrige meningen over als van andere
gemeenten - dat je dat in volgende jaren boven water tilt, dat je het dan plotseling
met elkaar eens zult kunnen worden. Nou dat komt dan ook zo langzamerhand uit.
Het blijkt gewoon dat wij destijds met open ogen in de val gelopen zijn. Ik denk
dat we nog in een tweede val gelopen zijn en die heb ik ook toen bij die eerste
maal dat dit ter bespreking kwam heb ik dat aangeroerd. Ik heb gezegd dat het
ministerie van C.R.M. decentraliseert activiteiten maar geen financiën. Ook dat
blijkt nu in feite. Het betekent dat een aangelegenheid die ook op dit moment nog
volstrekt en volledig rijksbeleid is, rijksbeleid behoort te zijn, het catego
riale beleid en dan ook een rijksfinanciering behoort te krijgen, dat wordt op het
bordje van gemeenten geschoven en C.R.M. is daar redelijk verheugd over natuurlijk.
Laat er nu op dit moment een beleidsnota van C.R.M. liggen waarin wordt uitgewerkt
hoe vanaf nu '82 tot 1986 alle eerstelijnstaken van alle regionale stichtingen
buitenlanders moeten worden overgedragen aan hetzij dezelfde organisaties, hetzij
aan gemeenten ter uitvoering van in wezen hetzelfde beleid met een ombuiging van
de 100# financiering-stroom. Jammer, want deze werken krijgen we daar in ieder geval
nooit meer onder. Daarvoor zijn we natuurlijk te laat, want die is al afgeschoven.
Ik denk toch dat we dan super-voorzichtig moeten worden met dit soort aangelegen
heden. Er is nog een andere regeling in de maak of ten dele is die al van toe
passing en dat is de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening en
als er gedecentraliseerd wordt betekent het dat eerlang deze aktiviteit onder
de rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening zal moeten gaan vallen.
Het zal onder gedecentraliseerd beleid is het nauwelijks denkbaar dat er dan
categoraal beleid zal worden gevoerd los zou staan van de rijksbijdrageregeling
maatschappelijke dienstverlening. Als ik nou kijk naar de wijze waarop deze
stichting in feite moeizaam moet werken omdat op elk moment dat er blijkt dat
er iets is waarvan de ene gemeente meer lijkt te profiteren dan de andere, dan
komt er van die regionalisering geen barst terecht. Ik denk daarom dat er in
het kader van die rijksbijdrageregeling maatschappelijke dienstverlening en de
elementen daarin dat we eens zouden moeten gaan nadenken of dat dat ook niet
betekent dat Oudenbosch best in staat zou zijn om zijn eigen boontjes weer te
doppen en ik denk aan een van de mogelijkheden die geboden wordt in die rijksbij
drageregeling en dat is het MAIC, het maatschappelijk advies- en informatie
bureau. Daar past namelijk een discipline van maatschappelijk werk van categorale
groepen bijzonder goed in. Er zijn ook andere dingen die daar in passen. Nou
dat alles is eigenlijk een pleidooi om te zeggen van nou in 's hemelsnaam stoppen,
want het enige wat we doen is ons steeds verder in de nesten werken, want je kunt
op een gegeven moment niet meer terug. Daar wou ik het even bij laten.