-5-
juist interpreteert.. Het was toen eigenlijk een handreiking van deze raad aan
Daphnia als niet Oudenbossche vereniging om toch door onze gemeente voor een
bepaald exploitatietekort gesubsidieerd te worden. We vonden het toen een ver
nuftig idee. Alles verandert, dus misschien is het nu helemaal niet zo vernuftig
meer. Ik kan overigens niet helemaal meer overzien wat de consequenties zijn.
Dat is voor mij nog een ander argument, dus ik ga niet al te diep in op de
argumenten van de heer Rennings, want ik heb op dit moment onvoldoende informatie
en inzicht om die op diezelfde zwaarte te gaan zitten ontcijferen. Ik kom direct
wel met een ander voorstel dein. Stel voor dat Daphnia nou correct zijn administra
tie afgewerkt had, dan had ze die subsidie over die afgelopen jaren al lang binnen-
gehad. Dan hadden we nu ook niet over de situatie '79 gepraat. Ik vind dat een
klein beetje hinken op twee gedachten. Enerzijds niet aan de voorwaarden voldoen,
achteraf komen met een subsidie-aanvrage, dat leidt dan tot een herziening op
langere termijn terug. Kunnen we niet veel wijzer het volgende doen dat we dit
voorstel zoals het er nu ligt voor de jaren 1979, 1980 en 1981 gewoon te hono
reren en de gedachte van de heer Rennings mee te nemen naar het college ter
verdere overweging. Dat we die zaak wat dat betreft op zijn merites kunnen
bekijken. Dat is mijn concreet voorstel.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de heer Den Braber zegt en de wethouder her
haalt dat, dat destijds die zaak in de subsidiecommissie is behandeld. Dat daar
de suggestie is gedaan om de term exploitatietekort in te voeren. Dat is juist.
Haar dat is nog maar een stukje van het verhaal, want vervolgens is die zaak bij
ik neem aan de subsidie-aanvraag voor 1978 opnieuw aan de orde geweest en toen
is met name door onze fractie op hetzelfde feit gewezen en daar heeft de sub
sidiecommissie zich opnieuw over bezonnen en daar heeft de subsidiecommissie
geen mogelijkheden gezien om daaraan tegemoet te komen en ja, ik ben het best met
alle sprekers eens dat het nu '82 is en dat we praten over iets van '79 maar ik
denk dat ik ook heb laten zien wat voor een situatie er financieel gezien bij
Daphnia aan de hand is en als u dan zegt van ja dan moet men maar beter naar zijn
eigen organisatie kijken. Ik wil er toch op wijzen dat er in 1980 een aanzien
lijke contributie-verhoging is toegepast en dat zal er ongetwijfeld hebben toe
bijgedragen dat de financiële positie in *80 en 8l zonder die, althans zonder
de zekerheid over de subsidie van Oudenbosch toch nog in redelijke banen is geleid.
De wethouder zegt ik kan de consequenties niet overzien. Ik moet er toch op
wijzen dat mijn voorstel in dit huis ambtelijk is nagerekend, maar als hij zegt
ik wil toch nog overleg met het college, dan wil ik die suggestie graag aannemen
als hij dan de toezegging er tevens aan doet dat hij dan in ieder geval voor '79
nog met een nieuw voorstel komt. Dat we de overwegingen van het college als een
besluit alsnog in '79 geen voorstel te doen, dat we die overwegingen dan kennen.
De heer BROUWERS: Ik weet eigenlijk het resultaat van ons voorstel dan. Ik zou
het in ieder geval niet doen, want we doen dat met andere organisaties ook niet.
Ik denk dat je daarenboven rekening moet houden, want u haalt die vermogenspositie
wel aan, maar hoe ziet die er bij andere verenigingen uit die alleen door
Oudenbosch gesubsidieerd worden en welke invloed is er doordat die vereniging
toevallig door twee verschillende gemeenten met ieder hun eigen verordening en
waarschijnlijk met een eigen normering verschillen. Welke invloed heeft dat op het
geheel. Nou dat zijn dingen die ik nu niet kan inzien. Vandaar dat ik mij toch
bij mijn voorstel wil houden en dat is namelijk nu dit voorstel volgen en de over
weging van u verder mee te nemen en te bekijken wat we daar in de toekomst mee
doen.
De VOORZITTER: Is dat voor de heer Rennings een goed aanbod of zegt hij ik wil
toch mijn voorstel in stemming gebracht zien
De heer RENNINGS: Nou het is duidelijk dat dat alleen maar tot verlenging van de
vergadering leidt. Als de wethouder toezegt dat ik dan niet of dat hij dan niet
over een jaar met de reactie van het college komt, maar dat op vrij korte termijn
die overweging bekend is.
De heer BROUWERS: Nou van dit college krijgt u misschien de reactie van het college
niet meer, maar dat is ook nog maar een kort leven beschoren.
De heer VAN DER GRAAF: Een voorstel wat hier ligt en verworpen wordt dat moet
je niet als er geen nieuwe elementen zijn in een nieuwe raad brengen. Dat is
een hele slechte zaak.