-13- uitbetaling daarvan mogelijk te maken, die voorziening heb ik in de ter inzage liggende stukken niet terug kunnen vinden tot het bedrag van 8k.kk0, Kunt u mij zeggen het bedrag wat in de kosten is opgenomen en anderzijds dat er een voorziening is getroffen om de uitgaven nog te doen. De VOORZITTER: Ja. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 7. Voorstel tot 18e wijziging van het Algemeen Ambtenarenreglement. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 8. Voorstel tot verdaging van de beslissing op verzoek om voorziening tegen weigering van een bouwvergunning. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, eens met. het voorstel, maar om de besluitvorming als het inhoudelijk aan de orde komt toch ook in wat breder perspectief te bezien. Er staan op verschillende plaatsen in Oudenbosch masten, vrijstaand, die aanzienlijk hoger zijn dan de voorgestelde mast en ik zou daar dan toch ook in willen betrekken een beleid om die masten te laten wegnemen. We hebben bij de c.a.i.-procedure daarvoor voorstellen gedaan. Daar is toen destijds de kanttekening al bij gemaakt of zulks wel zou kunnen in het kader van het verdrag van Rome. Ik denk dat we dit soort zaken toch mede in beschouwing moeten nemen. Niet nu, maar bij de voorbereiding van de zaak als hij dan aan de orde komt dat we dan niet met die vragen moeten blijven zitten. De heer VAN DER GRAAE: Voorzitter, het is mij enigszins ontgaan waarom er brieven zijn geschreven in dit kader aan P.T.T. en de een of andere vereniging om inlichtingen te krijgen over wat er nou precies met die antenne moest gebeuren. De brief van de klager zelf is volstrekt duidelijk. Daarin wordt weergegeven wat hij daarmee wil doen en eerlijk gezegd zijn er mensen die dat ook kunnen begrijpen. Die antenne-mast kun je overal radio-signalen mee ontvangen ofwel uitzenden en hij heeft geschreven dat hij beide wil en het is mij dus ontgaan waarom deze vertraging er eigenlijk in moet zitten, los van het feit dat dit toch een kwestie is van bouwverordening en bestemmingsplan en niet van de vraag of dat hij op 27 MC of een paar MC meer of minder wenst te ontvangen of uit te zenden. Daar zit ik een beetje mee. Ik begrijp niet waarom die weg gekozen is. De heer DU PONT: Ik denk dat ik het beste het woord kan geven aan de voorzitter van de commissie want op die zijn initiatief zijn die nadere vragen gesteld. De VOORZITTER: Nee, maar ik denk dat het meest duidelijke antwoord op de heer Van der Graaf is: Het gaat om de welstandstoetsing alleen. De heer VAN DER GRAAE: Het gaat uitsluitend om bouwverordening en bestemmingsplan en daar in verbonden natuurlijk de welstandstoetsing. Niet de vraag of dat die mijnheer signalen wil afgeven of niet en of dat hij signalen wil opvangen radio grafisch en op welke frequenties, dat gaat ons toch niet aan. Nou duidelijk de brieven die uitgegaan zijn naar P.T.T. en die vereniging dat die wel beogen om daar inlichtingen over te krijgen. Ik vraag me af wat dat bij het verlenen van een bouwvergunning voor zinnigs teweeg kan brengen. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter wij plegen in het algemeen dit soort zaken gescheiden te houden. Dat is merkbaar nu. Het is zo als het zo simpel lag als de heer Van der Graaf voorstelt, dan had het houden van hoorzittingen zoals ge bruikelijk is betrekkelijk weinig zin, want dan kun je inderdaad volstrekt de zaak schriftelijk afhandelen.Op grond van alles wat daarin naar voren gebracht wordt kun je dan tot conclusies komen, die kun je toetsen aan bestemmingsbe palingen die ook voor iedereen duidelijk omschreven zijn. Het gaat er juist om om mensen in de gelegenheid te stellen naar aanleiding van een bezwaarschrift tot een toelichting te komen naar de raad. Nou in die toelichting, dat is geschied, zijn zaken aan de orde gekomen die voor de leden van die commissie moeilijk op hun juistheid waren te beoordelen op dat moment en dat was voor de commissie aanleiding om te stellen van voordat wij tot een afgerond oordeel kunnen komen is het nodig om de instanties die ook tijdens die hoorzitting genoemd werden als zijnde instanties die hier alles mee te maken hebben en terzake kundig zijn, die een oordeel kunnen uitspreken over argumenten die door de betreffende heer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 155