-9-
door de gemeenteraad uitsluitend overwegingen van ruimtelijke ordening een
rol kunnen spelen. Vrede en veiligheid spelen geen rol bij het bepalen van be
stemming over het gebruik van grond en gebouw. Op dat terrein is de gemeente
helemaal niet thuis. Het aannemen van de motie van de Partij van de Arbeid
wekt volgens ons de verwachting dat daarmee de veiligheid en dat geldt dus even
zeer voor het verhaal van O.N.S. dat daarmee de veiligheid van inwoners vergroot
kan worden. Het tegendeel is eerder waar. Men loopt er de regering mee voor de
voeten bij de pogingen om de bewapening terug te dringen. De heer Van Hoek die
heeft het al genoemd, de demissionaire minister van buitenlandse zaken, de heer
Van der Stoel die is al vanaf zijn eerste staatssecretariaat in 1965 bezig om
de kernbewapening terug te dringen en hij heeft in ieder geval in dat opzicht
onze steun nodig en hij moet in ieder geval ook weten wat wij ten aanzien van
dit punt denken. Ook moeten we er op wijzen dat de heer Van Mierlo als minister
van Defensie bij de onderhandelingen over de bewapening uiterst zorgvuldig
te werk gaat. Wat dat betreft denk ik dat de regering niet die kritiek verdient
en geen druk nodig heeft zoals die in de motie Hellevoetsluis die al meer aan de
orde geweest is, die is hier als ingekomen stuk op de agenda, of niet op de agenda,
maar die is eigenlijk niet in behandeling hier genomen. Nou al zou die behandeld
geweest zijn dan was er ongeveer hetzelfde resultaat uitgekomen in de discussie
denk ik als dat we nu hebben. Het aannemen van de motie van de Partij van de
Arbeid holt democratische besluitvorming in onze samenleving uit vinden wij.
De gemeente zal op geen enkele wijze zijn besluit om geen kernwapens toe te
staan op haar grondgebied waar kunnen maken. Daar heeft ze hoegenaamd geen bevoegd
heden toe. Het aannemen van de motie van de Partij van de Arbeid vormt dan ook
een misleiding van onze inwoners. Met de delen van de motie van de Partij van
de Arbeid waarin de bezorgdheid over de kernbewapening tot uiting komt kunnen wij akkoord
gaan. Wij willen echter niet meewerken aan het besluit zoals wel gebleken is
ook uit het verhaal wat wij in eerste termijn hebben afgestoken, waarbij dingen
beloofd worden die de gemeenteraad nooit waar zal kunnen maken. Wij vragen de
gemeenteraad onze motie, waarin onze bezorgdheid en die van onze inwoners over
de bewapening tot uiting wordt gebracht bij de regering en parlement eensgezind
te steunen.
De heer KOP JANSEN: Mijnheer de voorzitter, uit de woorden van de heer Wijnen
maak ik op dat hij de motie van O.N.S. niet juist acht. Voor mijn gevoel doet de
heer Wijnen hetzelfde als wij alleen in andere bewoordingen, zijn bezorgdheid
uiten. Wat wij dus hebben willen doen is dit. Wij hebben het initiatief van de
Partij van de Arbeid bijzonder gewaardeerd. Wij kunnen net als de heer Wijnen
niet meegaan met het besluit in die ene zin waarin wordt gezegd te allen tijde
het plaatsen van kernwapens tegen te gaan". De heer Wijnen zegt de gemeente heeft
geen enkele bevoegdheid dat te doen. Ik neem aan, zo denk ik erover, dat ieder
raadslid overal in Nederland wanneer dit ter sprake komt toch alle wettige
middelen zou gebruiken als je dat dus als zodanig naar voren brengt. Dan zegt
hij eigenlijk voor mij niet eens iets nieuws. Vandaar dat wij eigenlijk die motie
wilden aanvullen met het uiten van onze bezorgdheid en op de tweede plaats dat
wij dus toch, en dit misschien in tegenstelling tot wat de Partij van de Arbeid,
alhoewel die zelf zeggen we zijn het ermee eens dat wij toch de tweezijdige
ontmanteling de enige echte waarborg vinden voor leven, veiligheid en vrede.
Om dan op de Partij van de Arbeid in te gaan, die zeggen wij hebben bepaalde
grenzen waar we niet over willen. Ik zit op het ogenblik echt zo'n beetje te
denken welke grenzen dat zijn. Misschien is een schorsing toch wel zinvol om
erachter te komen.
De VOORZITTER: Als u hem vraagt, krijgt u hem. Althans van mij, maar dan is
het woord verder aan de raad natuurlijk. We kunnen het ook zo doen dat we handelen
deze ronde af dan heeft de Partij van de Arbeid nog de mogelijkheid als in
diener van het voorstel om ook in derde instantie het woord te nemen. Daarna
schorsen we en na de schorsing en de koffie nemen we het besluit.
De heer VAN HOEK: Ja, mijnheer de voorzitter, het is vanavond al meer gezegd
de gemeente heeft geen taak op het gebied van het buitenlands politiek terrein.
Dat ondersteun ik. Wel vind ik dat we de bezorgdheid bij de regering en de Tweede
Kamer moeten uiten omtrent deze aangelegenheid. Daarom ga ik akkoord met de motie