-38-
dat u dan niet antwoordt op de vraag waarom er geen informatie wordt verstrekt,
want wij kunnen nu die verantwoordelijkheid niet waarmaken dan tenzij we zelf op
onderzoek uitgaan en dat heb ik al gezegd dat vind ik op zich een hele slechte
zaak. Zo hoort het niet en zo hoort het niet te werken. Aardig is om op te
merken ik neem tenminste aan dat de heer Wijnen spreekt namens, hoeveel waren
het er ook weer 7 hè de werknemersclub, nee, sorry Samenwerkingsverband,
er zitten er maar een paar in van de werknemerspartij. Dus die gaan ook die
kant heen kennelijk, die hebben ook niet zoveel behoefte om, ja, hoe moet ik het
zeggen hun moederborst nog even vast te houden, die zijn ze kwijtgeraakt. Nee,
dat moet iemand worden die niet uit de werknemerssfeer komt en de opmerkingen die
gemaakt zijn over het feit dat die verordening zo nodig gehandhaafd moet worden
die zal ik dankbaar meenemen in geval het komt tot een beroepszaak inzake het
afwijken van de verordening bij de vaststelling van de raadsvergoedingen, want
dat hadden we dan toch iets eerder moeten bedenken dat die verordening dat je
die als raad in takt moet houden en dat het ook een vrij slecht gezicht is in de
richting van de buitenwereld. Oh, weet,mijnheer Brouwers kijkt zo vreemd, die
weet niet meer dat de verordening die wij hier zelf gemaakt hebben dat die niet
gevolgd is toen we in 1981 vaststelden om de vergoeding vast te houden op 1980
en dat was strijdig met die verordening.
De heer BROUWERS: Het enige antwoord aan mijnheer Van der Graaf is de termijn
waarop. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom dat dan die informatie over de
personen wat anders is als dat u gewenst zou hebben. Maar die termijn waarop
en die ons ter beschikking stond is toch ook wel een stukje beïnvloed door de
heer Van der Graaf zelf door zijn vorige voorstel, want dat was er aanleiding toe
dat we eerst de commissie algemene en bestuurlijke zaken zouden gaan horen. In
het andere geval hadden we meteen de procedure kunnen gaan starten.
De VOORZITTER: Mag ik aannemen dat de heren Van der Graaf en Mol nogmaals bereid
zijn om als commissie van stemopnemers op te treden. Ik nodig u uit om te stemmen
over de voorziening in de vacature in het college voor de verlening van bijstand.
De stemming heeft tot resultaat:
de heer Van de Luytgaarden: 9 stemmen
de heer Graste: 5 stemmen.
Benoemd is derhalve de heer Van de Luytgaarden.
17- Rondvraag.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, mijnheer de voorzitter, bij mij is verscheidene malen
de vraag gekomen of het ook mogelijk zou zijn dat Engeland ingestraald kan worden
op de centrale antenne
De heer DU PONT: Nou ik durf daar zo geen antwoord op te geven. Misschien dat de
heer Van der Graaf, die meer van techniek zal weten dan ik, het weet. Ik denk
dat het niet gemakkelijk zal zijn.
De heer VAN DER GRAAF: Ik denk dat het uitgesloten is. Rotterdam heeft op het
ogenblik een vrij aardig beeld, maar Rotterdam ligt zeer beduidend dichterbij
dan Oudenbosch en de antenne staat op het Dijkzicht-ziekenhuis. Dat is tweemaal
zo hoog onderhand dan onze mast. Dus ik vrees dat het niet mogelijk is, maar er
zal binnen afzienbare tijd, over 2 a 3 jaar toch waarschijnlijk een koppelnet komen
en dan is de mogelijkheid niet uitgesloten dat Engeland op het koppelnet gezet
zal worden.
18. Sluiting.
De VOORZITTER sluit de vergadering met gebed.
Vastgesteld ter openbare vergadering v*n /mQ')
de secretaris