-37- de commissie algemene en bestuurlijke zaken om de verordening dus na te leven. De persoon van de heer Meijers daar laten zitten goed, het had gekund, maar ik heb niets tegen de heer Meijers. Toch wil ik nu kiezen voor de heer Van de Luytgaarden. Ook omdat ik vind dat de verschillende stromingen in deze commissie aanwezig moeten kunnen zijn en omdat hij werknemer is. Vandaar is de keuze uitgegaan naar de heer Van de Luytgaarden. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, de procedure die nu gevolgd is is dacht ik formeel juist. Ook in de commissie algemene en bestuurlijke zaken hebben we gezegd dat de organisaties in de gelegenheid moeten zijn om zover er een vacature ontstaat om daar kandidaten voor te dragen en zo dat niet zou lukken om kandidaten te vinden dat dan pas besloten zou kunnen worden om de verordening op dit punt aan te passen, maar gezien de drie kandidaten die voor gedragen zijn denk ik dat wij er van uit moeten gaan dat een van die drie de betreffende vakature van de heer Meijers gaat opvullen en ik zou er daarbij aan willen herinneren dat er personen gekozen moeten worden die een bijdrage leveren tot de werkzaamheden van het college van bijstand. Dat verwacht mag worden dat ze vanuit hun kennis van het werk zoals dat in een vroeger preadvies wel eens gestaan heeft en in de verordening dan is opgenomen van het werk en hun kennis vanuit het werk der stands- en vakorganisaties, het maatschappelijk werk en de zorg van de volksgezondheid of voor andere vormen van bevordering van het maatschappelijk welzijn. Nou, wij hebben onze gedachten daarover laten gaan en voor ons is in elk geval de heer Graste de kandidaat die aan deze voor waarden voldoet. Waarbij we er toch op zouden willen wijzen dat hij niet namens een organisatie daarin zitting heeft zoals hier wel eens een keer gesteld wordt maar dat de organisaties iemand voordragen en dat die keuze dan bepaald wordt. Ik denk dat het niet gekoppeld is aan een organisatie om daar belangenbehartiging in te hebben. De heer BROUWERS: Ja, voorzitter, ik zou niet weten waar ik op moet reageren, althans in deze zin we hebben het advies van de commissie algemene en bestuurlijke zaken opgevolgd om die verordening toe te passen en ik denk dat dat inderdaad een juiste zaak is. Natuurlijk over continuïteit gesproken daar zijn best goede argumenten voor aan te halen, maar ik denk dat je het toch ook niet naar de burgers toe kunt verkopen om de verordening op dat punt niet te volgen. De continuïteit wordt wel dus inderdaad niet gehandhaafd, maar dat geldt voor één lid. Handhaaf je de verordening dan ben je niet alleen formeel goed, maar ik neem aan dat een nieuwe kandidaat over de nodige kwaliteiten beschikkend toch vrij snel ingegroeid is en in dit soort situaties kun je te allen tijde met elke commissie komen te zitten want niet alleen door het vervangen van een raads lid, maar ook door het vertrekken van een raadslid kan dat gebeuren. Dat is ook de motivatie geweest om de verordening te handhaven. Tenslotte heb ik wel even behoefte om het duidelijk te stellen. Mijnheer Wijnen die heeft dat al gedaan, maar het is nadrukkelijk een paar keer gezegd. Het gaat niet om kandidaten namens, maar ook de heer Meijers heeft er niet ingezeten namens het N.K.V. In de verordening was voorzien dat kandidaten gehoord een aantal verenigingen, organisaties, standsorganisaties, vakorganisaties vermeld zouden worden als zijnde de kandidaten voor dit soort commissies. Mijnheer Van der Graaf wil ik wel toe voegen, hij weet dat overigens dat de wijze zoals nu in de verordening voorzien is inderdaad niet de gelukkigste is, maar dit geldt voor alle gemeentelijke commissies behalve de welzijnscommissie, omdat we daarvoor de eerste keer met een open sollicitatie-procedure hebben gewerkt. U weet ook uit de voorbereiding in de commissie van bijstand dat voor een volgende raadsperiode de commissie op een andere wijze benoemd gaat worden. De VOORZITTER: Ik denk eigenlijk dat de raad nauwelijks behoefte heeft aan een tweede instantie. Toch wel De heer VAN DER GRAAE: Ja, voorzitter, er worden toch wel zulke aardige dingen gezegd dat ik toch niet kan nalaten om even te reageren. Op wethouder Brouwers maar een ding. Alles wat u zegt over die verordening en het feit dat hij niet zo gelukkig is dat ben ik met u eens. Er is een punt daar gaat u niet op in en dat is de eindverantwoordelijkheid ligt bij de raad, want de raad gaat benoemen en omdat die eindverantwoordelijkheid daar ligt neem ik het u toch ook kwalijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 137