-16- de rest moet het maatschappelijk centrum maar proberen via de politieke partijen aan het restant te komen. De heer EENNINGS: Ja, voorzitter, geen herhaling wat in eerste termijn gezegd is, maar de wethouder heeft in zijn antwoord aan mij toch iets heel belangrijks gezegd. Hij heeft gezegd, ja, die grote organisaties die zijn gestabiliseerd op het uit gavenpatroon van 1981 en vervolgens hebben die de opdracht gekregen nog 1% extra in te leveren. De grootte te bepalen dat betekende voor het Maatschappelijk Centrum 3-000,Hij heeft eraan toegevoegd dat het stabiliseren en dat ombuigen is gevonden door begrotingsposten lager te stellen. Eigenlijk zegt hij er is nog geen keuze gemaakt. Wat gebeurt er nu als je het beleid van het college volgt ten aanzien van de verkiezingskrant, omdat die verkiezingskrant eens in de vier jaar gehouden moet worden, aan de ene kant en de begroting is gebaseerd op het uitgavenpatroon 1981, waar dan nog 1afgaat, dat je in feite voor de keuze komt te staan als je wel een verkiezingskrant hebt dat het dan een andere aktiviteit die in '81, '80 en in '79 gehouden is, dat je die dan voor een jaar moet laten vervallen en dat is natuurlijk ook heel wat. Kijk die grote organisaties hebben een heleboel vaste kosten en ik loop niet weg voor die bezuinigingsoperatie, ik vind dat die er nog steeds moet komen, dat die gehandhaafd moet blijven, maar je moet natuurlijk wel realistisch zijn als je dan weet dat op een dergelijke manier die begrotingen zijn ingeleverd en samengesteld, dat je dan in feite als je dan toch die verkiezingskrant wenst en ik heb in eerste instantie al gezegd dat ik het uitermate zou betreuren als die krant er niet zou komen, dat je dan in feite zegt binnen die bijvoorbeeld het kindervakantiewerk, dat doen we dan dit jaar niet, want zo nodig moet er een verkiezingskrant komen. Nou dat moet natuurlijk niet en ik zou dan toch wederom bij het college willen wijzen op de post onvoorzien bij het sociaal-cultureel werk die er voor is gemaakt om nieuwe aktiviteiten tot ontwikkeling te brengen, waarbij ik nogmaals vind dat in het kader van de algemene gedragslijn in het sociaal-cultureel werk, dat de politieke partijen als gebruiker van die verkiezingskrant een eigen bijdrage leveren. Mijn voorstel is nog steeds om het pondspondsgewijs te verdelen en het maatschappelijk centrum een extra budget van 1'.~500,van gemeentewege uit de post onvoorzien sociaal-cultureel werk ter beschikking te stellen. De heer BROUWERS: Ja, voorzitter, ik kan beginnen met dezelfde woorden als de heer Den Braber, in die zin dat ik dat allemaal nog eens opnieuw opsom. Ik denk dat het inderdaad, ik zou toch nog eens keer willen benadrukken dat we hier nou voor een concrete aanvraag zitten van een activiteit. Ik ben nog steeds de mening toegedaan dat het geen onvoorziene aktiviteit is en geen nieuwe aktiviteit. Ik wil me verplaatsen en ik hoopte dat u dat ook wilde doen in de schoenen van elke andere organisatie, want die komt in feite voor dezelfde keuze te zitten. Wanneer ze niet meer heeft dan het bevroren bedrag van 8*1dan hebben al die organisaties een keuze moeten doen en dan zitten daar zeker ook bij de andere organisaties keuzen bij die de bestuurders best pijn aan het hart bezorgen,dat neem ik zonder enige twijfel aan en ik heb dat per soonlijk ervaren want tenslotte heeft u mij de opdracht gegeven, de minst ver- kiezelijke opdracht om met die organisaties te gaan zitten overleggen en hun te berichten dat ze maar even 1% moesten inleveren. Voorzitter, nogmaals ik heb geen, ik voel er weinig voor om de aktiviteit op zich te bekritiseren, want daar gaat het Relemaal niet om. Het gaat er om duidelijk, of dat er van dat of dat er nu argumenten zijn om van dat gekozen principe af te wijken en ik vind dat daar onvoldoende argumenten voor zijn. Nogmaals over de voorstellen die ge daan zijn, ik verkies er ook eerlijk gezegd geen van over te nemen, ik vind dat daarin de raad het laatste woord moet hebben. De VOORZITTER: Ik stel vast dat er drie van het voorstel van B. en W. afwijkende voorstellen zijn. Het voorstel van de heer Den Braber luidde om het totale bedrag van 4.550,te betalen uit de post onvoorzien van de algemene dienst. Wilt u dat in stemming zien De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, mag ik nog even Ik wil even verduidelijking geven. Ik denk dat het heel verstandig is om dat uit de algemene dienst er af te laten, omdat die keuze niet expliciet gemaakt is. Heel nadrukkelijk het voor stel om het bedrag te voteren en een tweede keuze is of het dan uit de algemene dienst komt of uit die 1% die van het sociaal-cultureel werk. Een goed voorstel

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1982 | | pagina 116