-9-
De VOORZITTER: De heer Rennings deed een voorstel wat ik misschien beter kan
beantwoorden nadat ik eerst op de woorden van de heer Van der Graaf ben inge
gaan. Mij verwondert toch dat de heer Van der Graaf zo hamert op het feit dat
hij niets weet. Het is zo dat we én in de commissie algemene en bestuurlijke
zaken én in de raad een aantal malen zonder dat het zo nadrukkelijk geagendeerd
was, maar dat het ter sprake kwam, over die zaak gesproken hebben. We hebben
daarbij en als ik zeg we dan bedoel ik mijnheer Van der Graaf, maar het werd
vanuit het college overgenomen en vanuit de raad niet tegengesproken. We hebben
het woord prioriteit daarbij gebruikt in de raadsvergadering van 21 mei. Als
ik mag citeren: "Maar is het duidelijk zo dat wanneer op enigerlei wijze zou
blijken dat in de Brouwerijstraat het niet mogelijk zou zijn, die eerste
prioriteit die we nu gesteld hebben...." Die woorden hebben wij overgenomen
bij de beantwoording van de brief zoals die hier lag. De vraag moet het nou wel
of niet in de commissie culturele minderheden, We hebben in het college van
B. en W. daarover gesproken, maar het probleem waar het om gaat is met name
een probleem van hoe situeer je het binnen de Oudenbossche gemeenschap en wij
zijn tot de conclusie gekomen dat dat een vraag is van planologische aard en
daarom een vraag thuishorend in een commissie algemene en bestuurlijke zaken.
Daar is het een aantal malen aan de orde geweest. Daar is het probleem van de
Strijmondlaan aan de orde geweest naar aanleiding van brieven. Daar is de
suggestie aan de orde gekomen van de Brouwerijstraat. Daar is het plan gegroeid
om daarover spoorslags overleg te plegen met de P.P.D. en de commissie stads
vernieuwing om te kijken of het ook daar goed zal vallen. Daar is het plan
van aanpak aan de orde gekomen voor het verwerven van de grond en ik geloof
dat dat ongeveer de laatste vergadering was. Sindsdien is er in ieder geval
een duidelijk contact tot stand gekomen tussen de eigenaar van de gebouwen en
de grond en degenen die namens ons optreedt. Ik denk dat ik dan eigenlijk niks
nieuws vertel op misschien het laatste na, maar dat mocht u verwachten in het
licht van de wijze waarop we er daar de laatste keer over gesproken hebben.
Als je nou Brouwerijstraat en Strijmondlaan tegenover elkaar stelt, ik doe dat
heel pragmatisch hoewel ik dat toch met forse tegenzin doe, dat wil ik er wel
bijzeggen. Ik kan de overwegingen die ten grondslag liggen aan de weerstand
die vanuit de Strijmondlaan komt volstrekt niet delen, dat wil ik' er wel na
drukkelijk bijzeggen, maar als je ze tegenover elkaar stelt dan denk ik dat je
moet constateren dat als het om snelheid gaat de Strijmondlaan wel eens via
gebruik of misbruik maken van procedures die in de Wet op de Ruimtelijke Orde
ning liggen veel langer zou kunnen duren dan de betere plaats waar we het met
elkaar over eens waren van de Brouwerijstraat. Dat is niet de overweging waarom
het college van B. en W. voor de Brouwerijstraat is, maar dat is als je ze naast
elkaar zet dacht ik een pragmatische benadering. Ik denk dat je die benadering
nodig hebt om de vraag te kunnen beantwoorden of je nou wel kunt kiezen. Ja, de
heer Van der Graaf spreekt nog over een bouwaanvraag. Ik geloof niet dat het
strikt genomen een bouwaanvraag was maar dat het een plan was dat in ieder
geval welstandshalve getoetst zou worden. Er waren een aantal gegevens, zoals
kadastrale gegevens niet ingevuld en dat was omdat de lokaties inmiddels vage
lijk was geworden. In de periode waarin het plan van C.R.M. van een uitgebreide
opzet teruggeschroefd werd naar een kleine opzet. Een brief aan de raad is er
hier vanmorgen binnengekomen dank zij de bemiddeling van het gemeentehuis van
Oosterhout. Hij was gericht aan de raad van Oosterhout en ja, brieven die op
de dag vein de raadsvergadering binnenkomen, ik denk dat die moeilijk bij u te
brengen zijn. U blijkt overigens de inhoud al ongeveer te kennen. Zo'n zelfde
brief kwam er gisterenmiddag binnen gericht aan het college van B. en W. De
conclusies dat uit die brief zal blijken dat er dus geen subsidie zou zijn voor
'82 daarvan vroeg ik me af of je die wel mocht trekken. Ik dacht dat er maar
een methode was om dat te verifiëren. Ik heb niet de stichting buitenlanders
gebeld, ik heb de heer Stovee van het departement van C.R.M. gebeld en die heeft
mij verzekerd dat als de aanvrager van de subsidie, te weten de stichting buiten
landers West-Brabant met hem contact opneemt het dan al helemaal niet zo zal
zijn dat de subsidie bij realisering in '82 verloren zal gaan. Dan zit ik
eigenlijk in de beantwoording van de vraag van de heer Rennings. In de eerste