-18- heffing. Daar komt een flink bedrag uit en daar gaat een flink bedrag naartoe, maar wat we aan het woningbedrijf, aan het grondbedrijf en aan de saldireserve onttrekken, onttrekken moeten ter dekking van de begroting '82, dat bedraagt 335.OOO,en dat is toch ook niet niks. Ja, de heer Van Hoof die zegt, de laatste jaren zijn die reserves gegroeid. Die zijn gegroeid met de rekeningen die we in de laatste jaren hebben vastgesteld. Dat gaat over jaren die al weer aanzienlijk verder achter ons liggen, want we hebben met elkaar op grond van die grote cijfers met name dat bedrag van 8 ton heeft ons allemaal toen erg gestoord. We hebben de laatste jaren heel duidelijk ernaar gestreefd om de begroting heel kritisch bij te stellen en op die manier te proberen om dat soort overschotten in de toekomst te voorkomen. Nou ik denk en ik geloof dat we dat vertrouwen toch met zijn allen hebben dat én door het regelmatig bijstellen In door het veel scherper begroten we gerechtvaardigd de hoop mogen hebben dat de groei van die reserves in die mate in ieder geval achterwege is en ook niet in belangrijke mate aanwezig zal zijn. Dus als we al op peil blijven is het veel met de onttrekkingen die we daaraan doen zijn we in feite toch bezig aan een stukje uitputten van ons eigen vermogen. Met betrekking tot die opmerking over dèv sociale wetgeving. Ten opzichte van de besproken situatie in de commissie algemene en bestuurlijke zaken is hier niet een ander beeld meegenomen. Het is hier nog steeds hetzelfde beeld. De heer Wijnen lichtte al toe, dat kan van week tot week veranderen, nou dat zullen we dan in de loop van het jaar wel merken. Ik bedoel dat kan hier nog geen overweging zijn, maar het mag misschien wel tot voorzichtigheid manen. Met betrekking tot de opmerking van de heer Rennings, ja, ik heb daar eigenlijk al op gereageerd. Alleen heb ik daarbij de macro- economische beschouwingen uit de Tweede Kamer niet gebruikt, maar onze eigen financiële situatie. Ik denk dat we er inderdaad niet onderuit komen om het zo te doen. De heer Wijnen heeft nog toegelicht waarom hij het een goede zaak zou vinden als de overwegingen die in de commissie algemene en bestuurlijke zaken voor het advies van die k% gespeeld hebben als die worden meegenomen in het preadvies. Ik wil zijn overweging daarvoor best wel meenemen en in B. en W. bespreekbaar maken of we een volgende keer er toch niet verstandig aan doen om dat ter wille van de leesbaarheid en de begrijpelijkheid mee te nemen. Mag ik vaststellen dat u zich, onder aantekening dat mevrouw Kniep en de heer Van Hoof tegen zijn, kunt verenigen met het voorstel Zij staan er wel op beiden om aantekening te krijgen van het feit dat ze tegen zijn Akkoord Dank u wel. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen onder aantekening dat de leden Kniep-Köhnke en Van Hoof tegen dit voorstel zijn. 11. Voorstel tot het verlenen van optie terzake van de aankoop van gronden. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, het voorstel zoals dat hier nu ligt, dat is een gevolg op een nu bijna 20 jaar durende relatie met dit bedrijf. Een deel van het gebeuren is in de stukken die ter inzage lagen opgenomen. Het stuk voor 75 ontbreekt, maar ook toen was er al even wisselvalligheid als dat er nou op dit moment is. Ja, eerst was er de gedachte van Hunter Douglas komt op de Bosschendijk, daarna bij de Mark. Eerst op grote schaal, daarna op een minder grote schaal. Nou dat preadvies wat we dan hier krijgen, daaruit blijkt dat er weinig aan essentiële gegevens beschikbaar is voor het verhaal. Je moet dus naar de achterliggende zaken gaan kijken en als er nou al iets concreets in staat, dan is het nog fout ook. Dat er aan de Havendijk ook nog een stuk land lag, ik dacht dat het de Oudlandsedijk moest zijn, maar goed. De VOORZITTER: IJ hebt gezien dat het hier in het stuk wel gewijzigd is hè De heer WIJNEN: Ja, maar ik had het over het preadvies. Over het verwerven van terreinen, daarover lijkt me ook al een hele lange tijd van overleg te zijn gevoerd. In 1975 over aankoop daar, drie jaar lang geen reactie. Dan lijkt de verkoop door te gaan en vervolgens komt er weer een optie als mogelijkheid aan de orde en uit de stukken kan ik nou weer niet opmaken in hoeverre Hunter Douglas met de voorgestelde bepalingen akkoord gaat. Hoe zeker is het nou dat het bedrijf de bepalingen zoals die opgenomen zijn in de koopovereenkomst gaat accepteren Er staat bijvoorbeeld een bepaling in de koopovereenkomst over een rentebetaling vanaf 1980 en er staat in de optie-overeenkomst dat minimaal die voorwaarden zullen gelden. Dat vind ik dan wel opvallend. Een andere vraag van

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 82