-16- volgen in aanzienlijk beperkte mate dan die 5 tot 8 ton daar gepast gebruik van maken. Nogmaals u zegt we moeten die inflatie bij proberen te houden, maar welk doel dient datDat dient het doel van de inflatie bijhouden. Zijn daar de burgers mee gebaat Naar mijn mening op geen enkele manier mijnheer de voor zitter. Mijnheer Wijnen heeft iets gezegd dat eventueel de kosten voor de sociale wetgeving hoger zouden uitvallen als in de bespreking in de commissie algemene en bestuurlijke zaken naar voren zou zijn gekomen. Mij is daar niets van bekend mijnheer de voorzitter. Bij die bespreking was ook de wethouder van sociale zeiken die op elk gewenst moment dat ter sprake geweest is daarover in formatie had kunnen verstrekken en heeft verstrekt en ik dacht dat daarin onze berekeningen zoals ze uiteindelijk naar voren zijn gekomen met alle facetten wat dat betreft rekening is gehouden. Dus dat argument dat snijdt niet op dit moment. Wij hebben daar uitgeput over gepraat en we zijn tot een bepaalde berekening, een bepaald bedrag gekomen wat tot de mogelijkheden zou behoren. Ja, mijnheer Wijnen die zegt, voor mij moet het toch een sluitpost blijven. Dat vindt hij principieel juist, maar hij kan op dit moment niet bepalen hoe groot die sluitpost zou moeten zijn. Ja, mijnheer de voorzitter, wij hebben hem met zijn allen berekend en voor mij ligt hij vast, ook al is die niet weer gegeven in het preadvies wat hier ligt. Ik denk dat ieder die aan de discussie heeft deelgenomen zich gewoon uit het hoofd het bedrag nog zal herinneren en dat hoeft dan voor mij niet nog eens een keer uitgebreid voorgerekend te worden. Wat dat betreft zijn we daar indringend mee bezig geweest en ik denk dat het bedrag gewoon overeind kan blijven. Mijnheer Van der Graaf die vraagt zich af waar zijn we mee bezig. Ja, mijnheer de voorzitter, we zijn bezig met het be palen van de lasten voor onze burgers voor het komend jaar. Ik vind dat een belangrijke zaak, een zeer belangrijke zaak zelfs. Zo belangrijk dat ik niet alleen maar voor de vorm er wil in volstaan om belastingen te verhogen. Het moet een doel dienen. Als dat doel niet duidelijk aanwezig is, met andere woorden als er geen beleid op dit moment naar voren wordt gebracht wat dat doel zou moeten dienen, wat een eventuele belastingverhoging zou rechtvaardigen, mijnheer de voorzitter, op dat moment zijn we bezig waar we naar mijn mening niet achter kunnen staan. Ik, zo begrijpt u mijnheer de voorzitter, ik kan het op geen enkele manier eens zijn met de voorgaande sprekers. Nogmaals, hun motieven zijn me niet voldoende duidelijk. Wat de komende jaren zullen geven, dat is voor ons allemaal een onzekere zaak, maar ik vind dat je met het verzwaren van de lasten voor de burgers tot op het laatste moment moet wachten mijnheer de voor zitter en ik wil niet datgene zeggen van nou dan zien we later weer wel. Nee, ik kom elke keer toch weer terug op dat aantal jaren dat we die grote bedragen hebben overgehouden. In Godsnaam wil men dat niet zien, gaat men daar aan voor bij, is het dan een rechtvaardige zaak dat we dan van dat bedrag ook een keertje wat teruggeven aan de burgers juist in tijden dat het gewenst is mijnheer de voorzitter. Ik ben tegen het voorstel. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, eerst heb ik het woord inflatie 6% genoemd. Dat is door de heer Wijnen in twijfel getrokken, want hij heeft verwezen naar een verhaal vanuit het gewest, dat daar de loonkosten maar met 2% zouden stijgen. Ik zou me toch liever willen houden aan de rijksbegroting waarvoor weliswaar de begroting niet op Prinsjesdag is ingediend, maar waar voor loonkostenstijging met 8is rekening gehouden zonder gewijzigde beleidsmaatregelen en waar in de macro-economische beschouwingen wel degelijk met een inflatie van 6wordt rekening gehouden. Met andere woorden die 6% inflatie daar blijven wij met onze tariefsverhoging aanzienlijk onder. Het is inderdaad zo dat wij de laatste jaren aanzienlijke posten hebben bijgeschreven op de saldi-reserve, maar ik vind als we 'dat weten dan moeten we ook noemen en dat heb ik nog niet gehoord, dat deze begroting alleen maar sluitend is omdat wij twee werken, die wij feitelijk in •82 moeten uitvoeren naar '83 schuiven en als wij technisch gezien in staat zijn om ze in '82 uit te voeren dat wij aanzienlijk meer interen op de reserves. Als ik daar dan bij noem dat in '83 en '8^ nog aanzienlijke,niet wenselijke,maar absoluut noodzakelijke investeringen gedaan moeten worden, dan zelfs al ver hogen we de belastingen nu met k%, dan voorspel ik dat zelfs met dit voort gezette beleid wij in de komende jaren een half miljoen of meer in zullen teren per jaar op onze reserves. Met andere woorden het gaat met de belastingverhoging gaat het de komende jaren hoe dan ook in dezelfde vaart als die reserves gegroeid

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 80