-7- De commissie algemene en bestuurlijke zaken vervolgens, daarin was wel op dat moment een zekere meerderheid te vinden die het een uitnemende suggestie vond, maar mijnheer de voorzitter, zo doen wij geen zaken. Wij doen zaken op grond van feiten op grond van informatie en op grond van materiaal. Dan weten we en dan kunnen we beoordelen of we goed zitten, maar niet op deze loze gronden. Wij weten op dit moment van geen kanten hoever het staat met de mogelijkheden in de Brouwerijstraat. Wij weten van geen kanten hoever het staat met de mogelijkheden die er nu op dit moment zijn aan de Strijmondlaan. Ook dus ten opzichte van het andere plan wat er ligt, die speelplaats, ook voor wat betreft het eventuele verzet van bewoners, waarbij ik moet zeggen dat ik daar niet al te zwaar aan til. Ik til er wel zwaar aan dat het klaarblijkelijk mogelijk is dat ondanks dat je hoort van het college,met name van de heer Brouwers, dat je hoort van het I.K.O.S. dat je hoort van de stichting buiten landers, van er is gesproken met de bewoners en het zit wel snor en dan krijg je vervolgens een brief en daar staat in dat ze pertinent tegen de plaatsing van een dergelijk gebouw zijn. Nou goed in die hele sfeer kan ik niet werken, kan ik geen besluiten nemen. Althans niet aan die besluitvorming deelnemen. Ik wil weten wat er aan de hand is. Ik wil exacte informatie hebben. Die ontbreekt op dit moment. Ik wil in ieder geval voorstellen dat de raad op dit moment zeker geen uitspraken doet. Niet kiest voor de Strijmondlaan, niet kiest voor de Brouwerijstraat, maar pas kiest op het moment dat er informatie voor ligt. Ik denk dat dat gewoon een hele duidelijke zaak is. Ik zal u nog een voorbeeldje noemen over die informatie. Er is in november of daaromtrent is er een bouw- aanvraag ingediend door de architekt die voor de stichting buitenlanders heeft gewerkt. Is er iemand hier in deze raad die dat weet Zeker uit for mele bron. Natuurlijk niet, dat zijn allemaal dingen die komen we niet te weten. Er wordt gewoon niet gesproken over dit soort dingen. Hoe moeten wij nou een besluit nemen Goed, mijn voorstel is dus om op dit moment hierover geen be slissingen te nemen op grond van onvoldoende informatie om het college van B. en W. voor te stellen mijn eigen gedachtengang is dan altijd op te dragen, maar laat ik nou niet vervelend doen tegenover de andere raadsleden, het college voor te stellen om die informatie in een pakket bijeen te brengen en op korte termijn en ik denk dan aan hoogstens veertien dagen, de commissie welzijn culturele minderheden daarover een advies uit te laten brengen en als het dan helemaal nodig is wanneer we toch tot de gedachte komen dat het risico's in zich herbergt, dat als we te lang wachten dat het helemaal niet voor elkaar komt, want het is natuurlijk niet zo simpel. Er ligt een brief van G.E.M. dat men toch al wat moeite heeft met over de grens van 1982 heen te stappen en in die brief Ja, mijnheer de voorzitter, die brief is aan de raad gestuurd, weliswaar hebben we hem nog niet, maar hij is aan de raad gestuurd, hij is hier in huis en we hebben hem alleen nog niet. We hebben hem nog niet gelezen, maar het staat er wel in, zij het dan iets genuanceerder dan laten we zeggen er komt niks van in. Wat er wel in staat is dat men niet bereid is om in 1982 het voorlopige centrum te blijven subsidiëren. Ik denk dat dat alleen al een heel zwaarwichtig argument is om te zeggen van laten we in hemelsnaam niet over die grens van 1982 heen schieten, want dan zitten we wel op datzelfde moment met een hiaat en ik wil deze raad nog wel eens een keer zien die dan zegt van oké dan betalen wij het wel, als daar een stukje hiaat tussen komt. Goed ik was nog steeds bezig mijn voorstel te formuleren, maar ik wijk wat uit. Ik val zo af en toe eens een keer op een zijspoor. Nu geen uitspraken, binnen veertien dagen in de commissie welzijn culturele minderheden en een advies uit laten brengen. Kunnen B. en W. zich daarin vinden, maar dan wel dus alle informatie dat dan ook uitvoeren op de kortst mogelijke termijn. Kunnen B. en W. zich daarin niet vinden dan stel ik voor dat ook de raad extra bijeen komt. Het is belangrijk genoeg. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik steun de gedachte van de heer Van der Graaf voor wat betreft het nu niet doen van uitspraken. Waarom dat het terug moet komen in de commissie culturele minderheden dat zie ik niet zitten. Ik denk toch dat het een zaak zal zijn van planologische aard;of Strijmondlaan of Brouwerijstraat. Dat dat ontmoetingscentrum er moet komen dat denk ik dat voor iedereen een duidelijke zaak is. Dus ik zie dat niet. Ik zou voor willen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 7