-9-
be wijziging van de Uitkeringsverordening
3e wijziging van de Uitkeringsverordening vrijwillig vervroegd uittreden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
8. Voorstel tot goedkeuring van de exploitatierekening 1-980 van de Stichting
Openbare Leeszaal en Bibliotheek Oudenbosch.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de complimenten voor de verslaglegging en
voor het inzicht in de financiële zin. Daarbij moet je toch constateren dat het
probleem van de huisvesting nog steeds niet is opgelost en dan gaat het niet
over een wat grotere huisvesting, maar een aantal dingen die op zichzelf
genomen wel geregeld hadden moeten kunnen worden. Ik vraag toch uw aandacht
voor, we hebben vorig jaar, ik wil daar niet uitputtend weer op ingaan, we
hebben vorig jaar toch een inventarisatie gedaan op wensen bij huurders. Dat
wij de kwestie van de huisvesting hebben meegenomen. Ik zou toch bij de be
trokken stichting nog eens een keer aandacht vragen voor deze zaak. Dan de
fotocopieen, in het structureel overleg is daar ook over gesproken. Eigenlijk
kun je er niet uit afleiden of uit de exploitatierekening of die baten nu
nee, laat ik het anders zeggen of die kosten van die fotocopieen 5*800,
uitsluitend betrekking hebben op die zaken waar ook baten tegenover staan. Ik
neem aan dat men in de bibliotheek ook voor hun eigen organisatie fotocopieen
moet maken. De suggestie of de beschrijving waarin het gaat om activiteiten
die je moet doen voor reserveringen in het licht van de suggesties tot bezuini
gingen die in het gestructureerd overleg aan de orde zijn geweest, daar zou ik
in mee willen geven of het niet in de rede ligt om voor reserveringen een geringe
vergoeding te vragen. Verder heb ik in het verslag van de activiteiten eigenlijk
gemist de dependance of het uitbrengen van boeken in de Zellebergen en toen
nog in het ziekenhuis en dat is dan ook een activiteit die vanuit de bibliotheek
wordt gedaan. Ik zeg dit omdat nogal nadrukkelijk gezégd wordt er is slechts
één vestiging. Verder heb ik er behoefte aan de suggesties die in het gestruc
tureerd overleg gedaan zijn met betrekking tot de kostendoorrekening van audio
visuele middelen en het verlagen van het aantal abonnementen dat wil ik graag
ondersteunen. Ik ben wat huiverig met betrekking tot de suggestie de leden van
buiten Oudenbosch niet meer in de personeelsbegroting toe te laten. Ik denk
dat we erg op moeten passen. We hebben een onderwijsfunctie of we hebben hem niet.
Daar zullen we de lusten en lasten van dragen. Ik ben er nog niet uit, maar ik
denk dat we daar zeker op terug zullen komen bij de algemene beschouwingen. Ik
vraag daar toch uw bijzondere aandacht voor of het wel aanvaardbaar is om dit
in deze vorm rigoureus door te voeren.
De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter,bij de complimenten van de heer
Rennings voor de verslaglegging wil ik mij graag aansluiten deze keer. Het is
een stuk gerichter dan wij tot nu toe gewend waren. Een paar opmerkingen. We
constateren eerst dat in het boekjaar de norm van de collectie-omvang inmiddels
bereikt is. Ruim 36OO boeken zijn afgeschreven. Men heeft mij in een eerder
contact wel eens verteld dat die twee keer per jaar verkocht worden. Ik heb dat
aan de batenkant niet kunnen reconstrueren. Over de cijfers zelf verder, nou
die zien er allemaal goed uit. Een ding steekt mij wel een beetje, 27.000,
is het eindresultaat minder dan men oorspronkelijk geraamd had en nou is dat
natuurlijk een meevaller, maar het is zonde van de centen dat die al die tijd
genoteerd waren bij ons in de begroting en ik zou er toch wel op aan willen dringen
dat scherp te calculeren. Het is al een reeks van jaren zo dat zij de boek
prijs veel te hoog inschatten bij het opstellen van de begroting. Die blijkt
iedere keer mee te vallen. De laatste vraag voor het totaal-beeld lijkt het
mij gewenst dat ook de salariskosten die voor rekening van C.R.M. komen aan
ons worden meegedeeld, dan kunnen we in totaal zien wat deze voorziening de ge
meenschap kost. Dan de opmerkingen over dat gestructureerd overleg en zo die
wil ik graag bewaren tot dat wij een herziene begroting voor hebben liggen.
De VOORZITTER: Met betrekking tot de vraag over de huisvesting van de heer
Rennings denk ik dat ik mag verwijzen naar de vaststelling dat het bestuur daar
zelf mee bezig is. Ik geloof niet dat we daar tussen elkaar door moeten gaan
lopen. Dat is ze best toevertrouwd denk ik om daar zelf voor te zorgen. Met