-6- waarbij hetzelfde bedrag van ^.800,aan de orde komt maar waarbij hij zegt er wordt een besparing gerealiseerd, hetzij het hele natte programma, hetzij besparingen doordat alleen het natte programma doorgaat in de rest vaji de aanpak. De heer VAN HOOF: Die 3*500,mijnheer de voorzitter De VOORZITTER: Wacht even, dat vullen we niet in, want met 3*500,hebben we een ander voorstel. Dat is namelijk het voorstel om 3*000,te overschrij den. Dus if.800,waarop geld terugkomt. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Mol, Rennings, Kop Jansen, Van Hoek, De Haas, Kok, Van Eijkeren, Van der Graaf, Den Braber, Van Elzakker en Brouwers. Tegen genoemd voorstel stemmen de" leden: Kniep-KÖhnkeVan Hoof en Wijnen. Het voorstel is derhalve met 3 stemmen tegen en 12 stemmen voor aangenomen. De heer RENNINGS: Punt 17, mijnheer de voorzitter, het schrijven van de stichting buitenlanders West-Brabant. Wij gaan voor zover het er ligt akkoord met uw voorstel om het voor kennisgeving aan te nemen met vermelding dat het college van burgemeester en wethouders verder werkt in de zin van de door de raad uitgesproken prioriteiten. Xk denk dat het goed is om daaraan vast te houden, maar ik zou daar toch iets aan toe willen voegen, want het is natuur lijk wel zo dat wij voor '81 heeft C.R.M. een budget, een begrotingspost voor het subsidiëren van het ontmoetingscentrum al de situatie van de bij de in het geding zijnde lokaties houdt in dat het wellicht zo zou zijn dat we niet in '81 met de bouw kunnen beginnen. Om nou al het mogelijke te doen dat wanneer het jaar verstreken is en we hebben nog geen aanvraag voor subsidie kunnen in dienen dat dan toch ook de volgende jaren middelen beschikbaar blijven, zou ik voor willen stellen dat deze raad dan tevens aanneemt het voorstel om al het mogelijke te doen om dan toch bij C.R.M. gedaan te krijgen en dat zonodig een delegatie van het college naar Den Haag trekt om dat zeker te stellen. Mij zijn situaties bekend dat dat andere colleges, collega's van u, gelukt is. De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, ook uiteraard over dit punt. Ik zou dan eerst iets terug willen gaan in de geschiedenis, maar wel een zeer recente geschiedenis. Maandagavond vergadering van de commissie welzijn culturele minderheden en bij uitstek geschikt en daarvoor in het leven geroepen forum om een uitspraak te doen over de problematiek die gerezen is. Niettemin stond dit punt niet op de agenda en daarnaast is ook na vragenstelling is het niet gelukt in die commissie om dingen boven water te krijgen die overigens na wat luttele onderzoekingen wel boven water kwamen. Met andere woorden het moet niet zo moeilijk geweest zijn om de commissie in elk geval wat te voeden, ook al was het op dat moment erg laat, te voeden met zodanige informatie dat daar uit een advies had kunnen voortvloeien. Nou weet ik dat er een poging in het werk gesteld wordt om die commissie om zeep te helpen. Het is de beste manier om dat te bereiken natuurlijk. Je laat gewoon die commissie niets doen. Je vraagt geen adviezen en dan lopen de mensen waarschijnlijk vanzelf wel weg. Ik heb al van die geluiden gehoord, van wat doen we hier eigenlijk nog. We kunnen net zo goed opzoeven, maar dat dus terzijde. Nou kun je je afvragen, dat is dus ook in die commissie met name door wethouder Brouwers is dat gesteld, of heeft hij zich dat afgevraagd: Moet dat in die commissie, want er is over gesproken in de commissie algemene en bestuurlijke zaken Dan wil ik mijn repliek daarop wel herhalen: De commissie algemene en bestuurlijke zaken sprak zich daar uit over planologische zaken. Er zitten een hele reeks welzijnsas pecten aan vast en met name daarvoor is die commissie welzijn culturele minder heden in het leven geroepen. Mijn oordeel dus: Dit voorstel of deze materie had niet eenmaal maar wel een aantal malen in zijn voortgang of gebrek aan voortgang in die commissie moeten komen. Nu zegt mijnheer Rennings in het kader van de door de raad uitgesproken prioriteiten. Ik zou wel eens willen weten wanneer de raad die prioriteiten heeft uitgesproken. Het staat overigens dat is al meer gezegd, de raad heeft geen prioriteiten uitgesproken. De gang van zaken is als volgt geweest: In de commissie welzijn culturele minderheden en later in de commissie algemene en bestuurlijke zaken is met name door mij de suggestie geopperd om te bezien of de lokatie in de Brouwerijstraat niet een betere was en haalbaar in verband met de totstandbrenging van dit centrum.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 6