-16-
aan. Ik denk dat zowel Jeugdwerk Jagers en Scouting inderdaad gedaan hebben zoals
de heer Van Hoek al memoreerde met de dreiging van anders lopen we de kans dat we
de volledige glasschade van 958,65 zelf moeten betalen. Kijk en met zo'n
dreigement achter de deur ja, ben je bereid, maar ik zou het gewoon willen be
zien in het licht van het gevoerde beleid van de afgelopen jaren. De lasten
verzwaring van de huurverhoging die komt voor Scouting tweemaal zo zwaar aan als
voor de Jagers en ik vind dat voor een vereniging die inderdaad centjes moet
hebben van contributies van jongeren, dan vind ik het toch wel een bedroevende
zaak. Ik ben er toch principieel voor om niet over te gaan dan die 50% ten laste
te brengen van de huurders.
De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter, erg kort,reagerend op wat de heer
Wijnen en de heer Van Hoof in tweede instantie gezegd hebben. Ik vind dat wij
het probleem van die kinderen dat ze geen geld hebben, dat we dat moeten bezien
bij de subsidiëring van het welzijnswerk en niet bij het vaststellen van de ta
rieven voor de akkommodaties. Ik denk dat we die zaken uit elkaar moeten houden
en dat we gewoon terugkijken of het kan dat het in het najaar in eerste instantie inde
raad komt en volgend jaar en de jaren daarop kunnen we dat iedere keer herzien.
Dan kunnen we als die akkommodatie nog te hoog is dan kunnen we daar met de
subsidiëring rekening mee houden.
De VOORZITTER: Wil de heer Wijnen ook nog een keer
De heer WIJNEN: Ja, ik wil nog wel reageren. Ik heb nog eens even gekeken mijn
heer de voorzitter, wat nou eigenlijk de honken waard zijn volgens de kapitaal-
dienst. Nou er staan ^8.000,als rentedragend en dan ga je daar 5«000,
aanlappen en dan verhoog je de huur met een aanmerkelijk bedrag. Ik vind dat
toch buiten proporties zo'n huurverhoging. Hoewel het best mogelijk zal zijn dat het
binnen afzienbare tijd aan de orde komt, ik zou er toch op willen blijven hameren
dat dit soort elementen dat hoort gewoon aan het gebouw en in hoeverre we de
Jagers dus op een andere manier tegemoetkomen, nou goed, dat gaan we dan straks
bekijken.
De heer RENNINGS: Voorzitter, ik zie dat materieel gezien het niet veel meer
uitmaakt. Het gaat om veel minder voor zover ik kan uitrekenen dan ^5,Ik
vind dat we dan zo dicht bij elkaar zijn en dan met name gelet op het feit dat
we dan aansluiting zoeken bij de subsidieverordening, dat betekent dat ik met
het voorstel van de heer Den Braber, wat het college overgenomen heeft, mee ga.
Ik wil toch nog eens benadrukken dat we ook bij andere verenigingen en sport
verenigingen als we daar extra voorzieningen hebben aangebracht dat we daar
meer of dat we daar in ieder geval huurverhoging in rekening gebracht hebben.
De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, ik geloof dat de jeugdverenigingen niet aan
sprakelijk gesteld moeten worden. Ik geloof dat het voorstel van de heer Wijnen
in stemming gebracht moet worden.
De VOORZITTER: Ja, de heer Van Hoof die wil die vergelijking met de sportvere
nigingen niet zien. Ik denk dat de heer Rennings wat dat betreft eigenlijk een
aardig antwoord gaf. Ik denk dat als er bij sportverenigingen dit soort zaken
aan de orde komt dat we ons dan op dezelfde manier zouden opstellen. Tot nog
toe hebben we daar van voorzieningen die zijn aangebracht steeds gezegd nee, dat
zijn duidelijk rendabele voorzieningen, daar overwegen wij niet van om een voor
stel te maken om een investeringssubsidie daarop te krijgen. We hebben dat alleen
bij S.O.J.O. gedaan. Hier gaat het dus om een min of meer onrendabele voorziening
dus dan kun je de aansluiting inderdaad vinden en daarmee voorkom je inderdaad
dat je precedenten schept. Ja, de opmerking van de heer Den Braber die heb ik
in eerste instantie ook al gemaakt, geen relatie leggen met welzijnswerk op dit
moment, dat komt in een latere instantie aan de orde. Ja, de heer Wijnen blijft
bij het feit dat hij de huurverhoging buiten proporties vindt. Ik wil hem toch
wijzen op het feit dat in het overleg er ook van de zijde van beide verenigingen
er aanbiedingen uit zijn gekomen, natuurlijk ook wel enigszins onder druk,
dat wil ik niet ontkennen, maar onder druk van de situatie, maar dat er aanbie
dingen uit zijn gekomen die men kennelijk heeft durven doen binnen een verant
woord beleid van de vereniging, want ik neem aan dat ze daar toch van overtuigd
zijn dat ze dat nog kunnen. Ja, en de heer Van Hoek heb ik in eerste instantie
geantwoord. De heer Van Hoek wilde graag het voorstel van de heer Wijnen in stem-