-8-
"Komplan" (hoek Lollestraat-Ste. Eernaertsstraat)
De heer EENNINGS: Ik wou er een aanvulling op geven. Ik heb bij het nog eens
kritisch naar het besluit kijken gemerkt dat als we het bestemmingsplan wij
zigen zoals in het preadvies aangegeven, dat betekent dat er 12 woningen mogen
komen op dat perceel, in die strook, dat er dan geen wijzigingen meer mogelijk
zijn. Als dan op het stuk grond wat er nog ligt, er ligt een stukje grond tussen,
een open stuk tussen twee panden, als dan in een van de komende perioden iemand
de behoefte heeft om dat vol te bouwen moet je weer
De VOOKZITTER: Welk stuk bedoelt u Daar bij Van der Bom
De heer RENNINGS: Nee, ik bedoel in dat straatje, de Lollestraat, daar is
tussen het derde en het vierde pand nog een strook. Wij hebben door nu precies
het bestemmingsplan weer vast te stellen op het aantal woningen wat er zit, kom
je voor de situatie dat er vandaag of morgen bij een transactie iemand be
hoefte heeft om dat gat vol te bouwen, want dat past daar in die gevelstrook
veel beter dan dat je dat ene stukje open zou laten en dan moet je het bestem
mingsplan weer veranderen.
De VOORZITTER: Luister. Wij spreken vandaag alleen uit dat wij het voornemen
hebben om het bestemmingsplan te wijzigen. We stellen niet een wijziging vast,
want daarvoor gaat de procedure anders. Met dat voorbereidingsbesluit kunnen
we'dit plan in ieder geval helpen. Bij het wijzigen van het bestemmingsplan
Komplan houden we uw opmerking in de gaten om te kijken of we daar niet moge
lijkheden die dan overigens nu ook niet benut kunnen worden, laten liggen die
misschien ook meegenomen moeten kunnen worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
10. Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Hypotheekfonds
Noordbrabantse Gemeenten.
11. Voorstel tot wijziging van de bouwverordening en de "Bouwverordening lo
giesgebouwen".
Zonder hoofdelijke stemming worden deze voorstellen aangenomen.
12. Beslissing on verzoek om voorziening tegen besluit van burgemeester en wet
houders tot het weigeren van een bouwergunning.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, akkoord met het voorstel en het volgen
van het advies van de commissie, maar dit geval geeft voor mij toch weer aan
leiding om te vragen hoe het nou staat met de zogenaamde anticipatienota die
we al eerder hebben toegezegd gekregen want
De VOORZITTER: Zijn we nou niet erg vroeg aan de rondvraag bezig mijnheer
Wijnen
De heer WIJNEN: Nee, nee, dat is geen rondvraag-punt, het is duidelijk een toe
lichting op de situatie zoals die zich hier toegedragen heeft vind ik dat je
hier terecht het voorstel toepast, maar toch wel in overweging moet nemen dat
de mensen die daar ter plekke woonachtig zijn soortgelijke behoeften hebben
als mensen die op een andere plaats wonen en dat je daar moet gaan kijken wat
zijn nou eigenlijk knelpunten die zich daar bij deze bewoners voordoen. Ze
blijken zelfs 8.000,voor zo'n muur over te hebben en keurig door hun
laten tekenen, dan vind ik dat je toch moet gaan zien in welke mate dat derge
lijke zaken in het kader van de overgangsbepalingen een interpretatie die is
toegezegd, dat we daar nou ook een keertje nadrukkelijk op terugkomen en ik
zou eigenlijk spoed willen vragen voor dit soort dingen.
De VOORZITTER: Nou wat dat betreft, ik weet niet of er dezer dagen contact met
u is opgenomen. We hebben naar aanleiding van de vraag een stuk in het college
gehad. Daarvan zeiden wij van neen, dat is toch eigenlijk niet de vraag die van
de heer Wijnen afgekomen is. Met een samenspraak die we er daarna over gehad
hebben met degenen die aan dat stuk gewerkt hadden hebben we toen gezegd zeker
heidshalve nemen we nog eens contact met de heer Wijnen op. Dus dezer dagen