-6- tuurlijk toch aardig kan zijn om erop te staan dat het er inderdaad in aangebracht wordt. De VOORZITTER: Mevrouw Kniep die komt aan de hand van haar citaat tot de con clusie van nou binnen de kortste keren moet het hele dak vernieuwd worden. Ik moet u zeggen dat als het om technische zaken gaat ik maar gauw mijn handen in de lucht steek, maar wij hebben over deze zaak zeer indringend in een aantal instanties in het college gesproken, niet alleen met de onderwijskundige mensen, maar met name ook met de technische mensen over de aanpak van een en ander, zeker toen deze ja, toch financieel gezien toch teleurstellende ont wikkeling zich voordeed. Wij hebben het vertrouwen in bouw- en woningtoezicht dat er geen uitgaven worden gedaan die niet alleszins rendabel zijn en ver antwoord zijn, dus ik moet u zeggen hoewel ik niet kan beoordelen of het zo is, ik heb het vertrouwen dat het hier gaat om een voorziening die zijn geld waard is naast het feit dat hij nodig is. Nou daaruit te concluderen zou zijn dat het dak niet op een afzienbare termijn vernieuwd, geheel vernieuwd zou hoeven te worden. U vraagt trouwens om een ander voorstel. Dat kan niet, want de termijn die speelt ons parten en wij moeten hier vandaag op besluiten omdat we anders van rechtswege een besluit krijgen op het krediet og op de aanvraag. Met betrekking tot de afschrijvingstermijn, 27 jaar is natuurlijk een rare termijn, die vindt natuurlijk wel ergens zijn oorsprong. Bij dit soort voor zieningen die duidelijk bij het onroerend goed behoren gaat de afdchrijvings- termijn gelijk lopen met het restant van de afschrijvingstermijn van het ge bouw. Ik neem aan dat dit ook hier het geval is. Vandaar dat het die 27 jaar wordt. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van Hoof, hij nam al ietsje van de stelling terug toen hij zei het is natuurlijk de keuze van het schoolbestuur. Aan de andere kant geloof ik dat we er met elkaar van overtuigd kunnen zijn dat als we een bezuinigingsvoorstel aan welk schoolbestuur dan ook doen dat dat zeker een willig oor krijgt, maar er staat en ik denk dat we hier nou eigenlijk goed kunnen zien dat dat toch niet zo theoretisch is, er staat een stuk aansprakelijkheid tegenover. We kunnen het weliswaar bij De Buke- hof niet meer realiseren, temeer niet omdat het daar om een Turn-Key-project ging, maar die architect heeft natuurlijk een aansprakelijkheid voor wat er nou op komt en daar is hij voor de periode die daar voor staat in ieder geval ook op aan te spreken en ik denk dat als wij van de scholen zouden vragen dat ze met de dienst gemeentewerken moeten gaan werken dat dan die schoolbe sturen zouden zeggen van maar denk er om dan straks geen praatjes als er iets fout gaat en ik weet niet of het juist is dat we die verantwoordelijkheid naar de gemeente toe trekken. De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, de resultaten betalen we toch. De VOORZITTER: Nee, hier niet hè, want hier is nou de aansprakelijkheid aan de zijde van de architect. De heer VAN DER GRAAF: Ja, en anders nemen wij de aansprakelijkheid en als het mis loopt betalen we. De VOORZITTER: Ja, dat klopt. Ja, de heer Rennings zegt ik vind die ventilatie nergens terug. Ik dank de heer Van der Graaf graag voor het antwoord dat hij al gaf. Het is hier een weinig gedetailleerde opgave van wat er gebeurt door de architectDus eigenlijk alleen een verzamelbrief voor de offertes die hij ontvangen heeft. Ik neem aan dat daar onze technici naar gekeken hebben omdat er nogal, wat overleg met bouw- en woningtoezicht is geweest. Voorwaarden aan het krediet verbinden is volgens mij niet mogelijk, maar ik moet dat zo maar uit het hoofd zeggen. Hoewel het lijkt me niet aan de orde vanwege het feit dat het materiaal hier bestendig is. Ik zal eens laten nagaan of wij überhaupt als raad gerechtigd zijn om een voorwaarde eraan te verbinden. Dat kan misschien toch in voorkomende gevallen wel eens belangrijk zijn om dat te weten. De heer RENNINGS: Zegt u daarmee toe dat in het formeel, inzake de onderwijs wet, kan dat die voorwaarde eraan verbonden wordt De VOORZITTER: Ja, dat is hier natuurlijk een inhoudsloze kreet, want dat materiaal is niet aan bederf onderhevig, dat glasal. De heer RENNINGS: Ik weet niet of dat alleen maar op het glasal van toepassing

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 46