-3-
daar ter plekke ook diensten beschikbaar wil stellen van gemeentewege. Dus
in hoeverre dat nou in die begroting mee gaat spelen dat, of kostendwingend
gaat werken dat kan ik zo niet overzien, maar ik zou er niet onmiddellijk
voor zijn om te zeggen nou elke begroting die ons op dat gebied bereikt en
waar dus nog geprobeerd moet worden om af te tasten wat er precies aan acti
viteiten gaat plaatsvinden om te zeggen van nou daar gaan we onmiddellijk in
mee, dat vind ik toch te ver gaan. Kijk als er te zijner tijd blijkt dat
door omstandigheden men in moeilijkheden gekomen is dan kunnen we altijd
nog zien hoever we daar een mouw aan passen, maar het feit om nu al te
zeggen van nou dien maar begrotingen in het komt wel voor elkaar dat vind
ik toch wel ver gaan.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Mijnheer de voorzitter, ook ik sta natuurlijk achter
dit initiatief maar ik vind ook dat we ons aan het maximum van 3.000,
moeten houden.
De heer BROUWERS: Ja, voorzitter, ik denk dat we op dit moment dezelfde
discussie hebben die we in het college hebben gehad. Er is indertijd een kre
diet gevoteerd of een krediet voorgesteld voor die 3.000,Dat was inder
daad natte-vinger-werk. Ik wil daar ook wel bij vastgesteld hebben dat het
toen ook in mijn verbeelding om andersoortig kindervakantiewerk ging. Het
was niet persé een bouwspeelplaats. Wanneer activiteiten als deze bouwspeel
plaats geplaatst worden dan kom je hier althans in een nog maagdelijk gebied.
Ik denk dat binnen de begroting zoals hij dus is ingediend beslist nog wel
een aantal zaken te wijzigen zouden zijn. Ik denk daarbij aan een post gereed
schappen, waarvan je vast moet stellen dat het niet persé in een jaar opge
soupeerd is. Daar kan men langer dat soort activiteiten mee doen. Hand- en
spandiensten zoals door mijnheer Wijnen daarnet aangevoerd, werken die lasten
verlichtend Nou dat is in dit geval dus niet. Natuurlijk wanneer deze hand
en spandiensten niet verricht werden dan zou dat een hoger bedrag veroorzaken.
Dus ik denk niet dat dat nou persé een argument kan zijn dat het kostenver-
lichtend werkt persé, dat geloof ik niet. Ja, dit is ook een kwestie van er
varingen opdoen, de begroting zoals ze dus is vastgesteld of opgesteld is
volgens mij evengoed natte vinger-werk als dat wij die 3.000,beschikbaar
hebben gesteld. Wat moet je er dan mee doen. Ik heb nog even naar de mening ge
neigd om een deel van deze activiteiten eigenlijk te moeten rangschikken onder
jeugd- en jongerenwerk omdat er ook een stukje leiderstraining of -vorming
of wat dan ook bij te pas komt, maar dan ga je toch argumenten naar mijn
mening erbij de haren bijhalen. Nou dat heeft ertoe geleid dat wij dus in
het college tenslotte zijn gekomen om toch maar die 3.000,aan te houden.
Nou doet mijnheer Rennings een concreet voorstel en die komt op ^.800,
maar ik heb niet precies begrepen hoe hij aan die ^.800,komt. Welk be
drag heeft u daar nou bijgeteld
De heer RENNINGS: Dat zijn twee bedragen bij elkaar. Dat is dat bedrag meen
ik van 3-300,van de buitenactiviteiten en 1.300,van binnenacti-
viteiten, van het alternatief programma. Je houdt dus altijd geld over: Of
in de vorm van liquide middelen of in de vorm van materialen die niet gebruikt
zijn en dat vind ik een belangrijke overweging om in het eerste jaar dan dit
standpunt te herzien, omdat je dan namelijk een reële mogelijkheid biedt om
die activiteit te starten.
De heer BROUWERS; Ja, ik kan wel een eind meegaan in de argumenten aangehaald.
Er zit een stuk onzekerheid in, ook voor degenen die organiseren. Ik persoon
lijk zou er minder problemen mee hebben als we dus een stuk reserve erbij zouden
kunnen inbouwen. Ik kan wat dat betreft de heer Rennings best volgen. Wanneer
dat dan inderdaad controleerbaar is via een separaat ingediende begroting of
rekening, waarbij dan op beoordeeld wordt in welke mate dat effect is ge
weest, specifiek op het hele werk toegerust, nou dan kun je daaruit wat argu
menten of in ieder geval wat lering trekken voor volgende jaren. Ja of dat het
dan persé tot ^.800,moet zijn Hij doet dat voorstel. Met die slagen om
de arm door hem daarbij gedaan heb ik niet zo gek veel problemen, maar ik denk
dat de raad tenslotte beslist wat ze doet.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik zou een suggestie in willen brengen.