-28- Kan de secretaris mij zo helpen De secretaris die zegt het is wel betaald. Dat is natuurlijk in de sfeer van uw renteberekening wel een zorg minder, maar er ligt inderdaad een verplichting om te bouwen. Anders zouden we het terug kunnen kopen. Dat is misschien een aantrekkelijke gedachte. Ik weet het niet, maar ik kan u die informatie geven. Dan duurt het alleen wat langer, maar als u hem vraagt dezer dagen aan de secretaris, dan heeft u hem zo te horen. Met betrek king tot die kavel aan de voorzijde, daar zijn we inderdaad bijna rond geweest, maar als dan uitgerekend de heer Van Eijkeren zegt op een kleinigheid na of op een kleinigheid is het afgeketst. Het was op het behoud van bomen en u was tot een van de pleitbezorgers om die bomen te handhaven. De heer VAN EIJKEREN: Ja, ik doelde op een klein bijgebouwtje wat De VOORZITTER: Ja, ja, maar op een heel essentiële voorwaarde hè, dat zijn we toch met elkaar eens, want dat tuinhuis zou namelijk hebben gestaan onder de kroon van een van de bomen die persé gehandhaafd zouden moeten worden en we hebben met elkaar afgesproken dat dat voor ons een dwingende voorwaarde zou zijn. Met betrekking tot de suggestie of die kavel niet te vervangen is, of dat plan voor die ene niet te vervangen is door twee keer twee-onder-een-kap. Dat is misschien nog niet zo gek om dat te bestuderen. Ik neem aan dat als u die vraag stelt dat u dan toch niet wilt pleiten voor het prijsgeven van de uitgangspunten die we eerder aan de orde hebben gehad, dus dat wel die bomen gehandhaafd blijven. Met betrekking tot de opmerkingen over Albanö, u zegt die streefdata zijn vol strekte slagen in de lucht. Die opmerking laat ik voor uw rekening. Het is wel zo dat die streefdata een benadering onzerzijds zijn en daarbij zal een kleine rekensom duidelijk maken dat wij vooral naar de 160 woningen per jaar hebben toegerekend, dat is namelijk het kwantum wat we mochten realiseren. Inmiddels weten we overigens dat Euro toch geïnteresseerd is. Die zijn plotseling toch op komen dagen alleen dat heeft nog niet tot iets concreets geleid. Het contact dateert geloof ik van afgelopen donderdag of vrijdag. Met u zijn wij van mening dat de mensen die nu in lob A wonen toch wel duidelijk de inconveniënten hebben van het niet afgebouwd zijn van de wijk. Ja, ik denk dat ze daar best begrip voor zullen hebben al is daarmee de zaak niet verlicht hoor, dat wil ik on middellijk toegeven. Te hopen is dat de interesse van Euro er toe leidt dat daar op korte termijn wat aan gedaan wordt, want het grootste gedeelte zijn woningen van Euro en daarbij het zijn de woningen die in feite de aankleding van de wijk verzorgden, want we kozen voor vrijliggende woningen binnen in de wijk om op die manier stukken aankleding van de wijk te krijgen ook. De bere kening uwerzijds van het renteverlies, daarvan hebt u zelf al gezegd of ge suggereerd laat die maar voor mijn rekening, nou dat doe ik graag. Ik wil u overigens best toezeggen dat wij een berekening zullen verzorgen van het rente verlies wat daarop wordt geleden, waarbij ik overigens wel de kanttekening wil maken dat bouwen in 1983 niet betekent dat de kavels pas eind '83 worden ver kocht dus dat je dan daar rente over het hele jaar zou moeten rekenen en ik wil er ook de aantekening bij maken dat tegenover dat renteverlies wellicht ook wel een stuk rentewinst staat, maar dat ligt aan de wijze waarop rente is toegerekend. Het raadsel dat een aannemer een in plaats van drie woningen kan kopen zal u bij de toezending van de notulen van de vorige raadsvergadering duidelijk worden. Daar heeft de raad toen toe besloten. Als straks een en ander zou moeten gaan leiden tot heroverwegen van de opzet van lob A en eventueel lob B dan krijgen we dat vanzelf aan de orde. Met betrekking tot B, de Stichting Woningbouw St. Bernardus was betrokken in een planontwikkeling waarbij Habo de bouwer was en de projectontwikkelaar een onderneming uit Eindhoven in de sfeer van de in stitutionele beleggers. Die onderneming wilde voor zichzelf behouden als be legging de zakelijke panden en wilde de woningen in de woningwetsfeer realiseren en had daarvoor contacten met de woningstichting. Doordat de bouwer wegvalt en met die hadden we in eerste instantie .contact, is in feite dat contact even gestopt. Inmiddels is een van de geïnteresseerden om die relatie over te nemen die maatschappij die de woningstichting daarbij betrokken heeft. Dus we zijn niet verder dan ten tijde van het faillissement maar ik denk dat de draad on middellijk is op te pakken en men was bij de woningstichting enthousiast om juist daar deze woningen te realiseren. Met betrekking tot de vraag van de heer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 28