-32- doen dat we drie niveaus bij elkaar nemen en dan overleggen. Dat betekent concreet B. en W. met de secretaris en de chefs van de secretarie. B. en W. met de directeur gemeentewerken en de chefs van gemeentewerken. Zo willen we de prioriteit bepalen. Als ik nu zeg in maart of in april dan loop ik eigenlijk vooruit op het overleg wat daar dan geopend moet worden, maar als ik april zeg dan Nou, mag het april zijn Dan nemen we het over. De heer VAN DER GRAAF: Ja, ik zal het maar doen. Het is tenminste wat. De VOORZITTER: Dan zorgen wij dat we in april met die evaluatie in algemene en bestuurlijke zaken komen. Wie nog met een voorstel. De heer DEN BRABER: Even zoeken hoor. Oh ja, die subsidiëring van die alfa betisering. Ik denk dat het beeld dat de wethouder geschetst heeft met Breda als subsidiënt voor die culturele minderheden dat dat overeenstemt met de alfabetisering aan Nederlanders, want het instituut dat dat verricht krijgt zelf ook rechtstreeks subsidie. Het gaat mij gewoon om het principe dat Nederlanders en buitenlanders die deelnemen aan alfabetiseringscursussen op exploitatiebasis subsidie ontvangen van de gemeente. De VOORZITTER: Heeft er iemand een verstrekkender voorstel met betrekking tot hetzelfde onderwerp als de heer Den Braber, want die heeft dan het recht om dat eerst te doen. Zo niet, dan stel ik voor dat we stemmen over het voorstel van de heer Den Braber. De loting wijst aan dat de heer Kop Jansen (nr. 11 van de presentielijst) als eerste stemt. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Kop Jansen, Van Hoek, Kniep-Kohnke De Haas, Van Eijkeren, Van der Graaf, Den Braber, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen, Mol en Rennings. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Brouwers en Du Pont. Het voorstel is derhalve met 2 stemmen tegen en 12 stemmen voor aangenomen. De heer DEN BRABER: Ik wil twee voorstellen intrekken, voorzitter, dat is die autokostenvergoeding. Die proef wil ik met het college afwachten. Alhoewel ik geschrokken ben van het aantal personen dat op die basis een uitkering ont vangt. 9 mensen, er wordt wat afgereden in de gemeente en ik vind dat die evaluatie met name naar dat aantal gekeken moet worden ook naar vaste bedragen. Het zou enkel op declaratiebasis moeten gebeuren. Verder ben ik blij met de tegemoetkoming dat er een bestuurlijke commissie bezuinigingen komt, naast een ambtelijke commissie. We wachten met spanning voorstellen af die hopelijk spoedig in de raad zullen komen. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van het gedane voor stel om de verordening regelende tegemoetkoming raadsleden te wijzigen hebt u de toezegging gedaan om dat in de januari-vergadering van algemene en bestuur lijke zaken te brengen. Zoals u begrepen zult hebben zou mijn voorstel alleen maar de wijziging van een cijfer inhouden in de verordening. Het is als zodanig niet erg moeilijk, maar ik wil graag de discussie daaromtrent in algemene en bestuurlijke zaken afwachten, om daar mee te bereiken dat een zo groot moge lijke meerderheid van deze raad zich achter een eventuele wijziging schaart. De heer WIJNEN: Ja, voorzitter, wij zijn blij met de toezegging van de wet houder met betrekking tot de haven, alleen onze gedachten gingen nog wel wat verder. Ik zou eigenlijk een totaalplan voor de haven willen hebben, gezien, de financiële situatie waarin we zijn komen te verkeren en waarschijnlijk nog wel geruime tijd zullen verkeren. In dat plan zouden diverse alternatieven kunnen worden opgenomen. Repareren, onderdeelsgewijs, zou bekeken moeten worden; vernieuwen, repareren en/of combinaties van werkzaamheden. Alsmede moeten daarbij bekeken worden de financiële aspecten, de financieringsmogelijkheden. Een dergelijk plan kan natuurlijk niet in januari al gereed zijn. Ik denk dat ik over drie maanden een dergelijk plan tegemoet kan zien. De VOORZITTER: Heeft wethouder Du Pont behoefte aan een korte reactie De heer DU PONT: Ja, ik kan instemmen met de gedachten die de heer Wijnen daarover heeft, maar of de termijn van drie maanden haalbaar is dat kan ik op dit moment niet zeggen, want er zijn voorstellen die zijn nogal verstrekkend. Er zijn al wel een aantal gegevens over bekend, maar als hij dat nou niet precies vastlegd op drie maanden en er wat ruimte is om met de directeur gemeentewerken daar overleg over te plegen dan zal ik mijn uiterste best doen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 217