-29- afvalwater van Bosschenhoofd wat zij daar in ontvangst namen op een bepaald verzamelpunt toe te voeren naar wat wij eerst zouden bouwen. Nou op grond daarvan is er toen een berekening gekomen welke bijdrage dat er van het Hoog heemraadschap moest komen, want die zijn verantwoordelijk voor dat wij lozen vanaf het punt Bosschenhoofd naar het punt waarop het op de persleiding kan komen. Dat is toen vastgesteld op 60-^0. Die kCP/> heeft dus het Hoogheemraadschap bijgedragen en die dragen ook A-O-êO bij in de exploitatie.Dan zijn opmerking over de parkeervoorzieningen heb ik begrepen dat hij het standpunt van de heer Eennings overnam. Over de autovergoeding is nog een vraag gesteld door de heer Ben Braber. Het is zo dat in overleg met het georganiseerd overleg is afge sproken dat een proef van een jaar gedaan zal worden met het nieuwe systeem. Die proef die loopt een half jaar. Na dat jaar zal G.O. die zaak evalueren. Dat zal dus half '82 zijn. Dan beschikken we over alle gegevens die we nodig hebben. Ik kan nu nog niet zeggen om hoeveel kilometer het gaat. Het loopt nog geen jaar. Het gaat om 9 mensen van gemeentewerken. De heer BROUWERS: Ook beginnende met de heer Van Hoek. Mijnheer Van Hoek die handhaaft zijn voorstel over die 50.000,ten behoeve van de uitbreiding sportakkommodaties. We vinden dat strijdig met eerdere uitspraken door deze raad gedaan met betrekking tot de prioriteiten die we toe moeten kennen aan de sportakkommodaties. Dat zou een verloren toestand zijn. Vandaar dat we consequent zijn en dat dus nu ook niet opvoeren. Met betrekking tot zijn voor stel 9.300,voor de sportweek en dan komt hij terug op een toezegging van mij dat de sportweek uitgebreid zou worden met een officiële opening, maar dat hoeft natuurlijk niet persé duurder te zijn. Wij vinden dat als iedereen inlevert en het sociaal-cultureel werk moet al T/> inleveren, dan vinden we dat ook hier sprake mag zijn van bezuiniging en wij hopen waar het een sportweek betreft dan op sportief begrip daarvoor ook bij de organisatoren daarvan. Met betrekking tot het voorstel voor het zwembad, ik kom daar bij de heer Wijnen nog wel even op terug. Door mij eerder aangevoerde argumenten in het eerste antwoord is het in ieder geval zeker dat we in januari het voorstel rond hebben. Dus de uiterlijke termijn in de raad is februari. Zijn voorstel over het lidmaatschap van het Landelijk Contact handhaaft hij. De vraag is waar liggen de grenzen waar noodzaak wenselijkheid wordt. Wij hebben in ieder geval onderkend dat het hier slechts wenselijk is om daar lid van te zijn. Vandaar dat we de lijn van de commissie algemene en bestuurlijke zaken terzake de bezuinigingen daarin willen doortrekken, dus niet overnemen. De heer Rennings vraagt verder nog naar de beleidsnota jeugd- en jongerenwerk. Die toezegging uiter lijk juli, wij hadden daar in dezelfde lijn onze plannen reeds op gebaseerd. Ambtelijk heb ik daarover komende dinsdag het overleg, Waar ik zeg dat in het sociaal-cultureel werk, in het beleidsplan reeds een en ander op gang is gebracht bedoel ik niet meer dan dat daar in de wens om een beroepskracht in dienst van S.O.J.O. of ten behoeve van het jeugd- en jongerenwerk. Meer heb ik daar ook niet mee bedoeld. Het onderzoek naar de sportakkommodaties daarvan zegt hij van dat is zuiver van financieel-technische aard, maar dat is niet helemaal waar, of helemaal niet waar eigenlijk. In de sportraad, een suggestie gedaan door de heer Den Braber, dat was een verderstrekkend onderzoek en wij nemen in ieder geval uw suggestie in dat onderzoek mee en of dat dat een verderstrekkend onderzoek was hebben wij dat eerlijkheidshalve ingeschat dat wanneer eerst het welzijnsplan klaar was na fase 7 we die zaak konden gaan aanpakken. Met betrekking tot de subsidieverordening, uiteraard ons voornemen was ook op het programma *83 op basis van de aktiviteiten te subsidiëren. Zijn wens die hij daarbij toevoegt, die nemen wij over. Daarbij voegen wij toe die alternatieve wijze van subsidiëren op basis van aktiviteiten naast die van de huidige wijze. Dus dat is op zich geen probleem dat zullen we trachten in te vullen. Dan komt hij aan zijn opmerking over de commissie culturele minderheden. In mijn eerste antwoord heb ik bedoeld dat enkele subsidie-aanvragen bij de raad zijn gepresenteerd, niet via die commissie, maar omdat ze pasten binnen het door u uitgestippelde beleid, de raad, alleen daarom hebben we enkel een aantal van die adviezen en zo zult u zich nog wel herinneren vorig jaar december het alfabetiseringsproject. Nu is in ieder geval een dualiteit in de adviseringen door twee commissies met daarnaast twee ambtenaren, de welzijnsambtenaar en een

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 214