-20- 3.2. Voorstel tot definitieve vaststelling van de subsidie 1980 ten behoeve van de wijkvereniging Velletri. De heer EENNINGS: Voorzitter, dit voorstel en het volgende, daar hebben we twee jaar geleden al een keer over gesproken en dat houdt verband met het feit dat de een heeft een hoge contributie en betaalt uit die contributie alles en die heeft geen andere baten, als ik dat zo maar eens noem. Baten van mensen die geen lid zijn en baten van versnaperingen die verkocht worden enz. en de andere heeft een lage contributie en heeft meer baten. Dat leidt tot zo'n vreemde subsidie-toewijzing. De een, als je daar de incidentele opbrengsten uithaalt, komt op een subsidie van 17$ van de totale kosten op de totale omzet en de ander komt op bijna 40$ subsidie en dan zeg ik van mensen, dan zijn die regels toch niet goed. Twee jaar geleden heb ik gepleit om toch eens te kijken want het kan toch nooit de bedoeling zijn dat door boekhoudkundige truks, ver geef me het woord, dat er dan een verschil in subsidie uitkomt. Echt hoor, ik vind het niet goed dat op deze manier verordeningen kunnen worden uitgelegd of toegepast, want dat lijkt op willekeur. De heer DEN BEABEE: Ja, mijnheer de voorzitter, ik denk dat de raad zich dat had moeten bedenken bij het opstellen van die regels. Wij hebben trouwens een her kansing tegoed, want de subsidiezaken die staan op de rol, althans komen binnen kort op de rol. We hebben daar in de ad hoe commissie voor het subsidiebeleid ook eens een middag over zitten bomen, maar we zijn er ook niet uitgekomen. We hebben de voorzitter toen op pad gestuurd in de wetenschap dat de wijkvereni- gingen dan wel klagen over het verschil, maar tevens in de wetenschap dat zij allebei jaarlijks op hun eigen exploitatie geld overhouden. Dus de dringende noodzaak om het nu op korte termijn te regelen hadden wij toen in die commissie of dat zagen wij toen niet zitten. De V00EZITTEE: Ja, een stuk van mijn antwoord aan de heer Eennings heeft de heer Den Braber gegeven. We hebben het twee jaar geleden verwezen naar die subsidiecommissie. Daar is er over gesproken. We hebben ons gerealiseerd dat je het niet precies zo kunt vergelijken, want als je projecten hebt met eigen baten betekent dat dat de vereniging daar niet als totaliteit aan wil werken en niet van ieder een bijdrage daar aan wil spenderen. Dus daar zit toch eigen lijk ook wel een principiële keuze achter. In de commissie is toen gezegd: Over leggen met de wijkvereniging en in het overleg met het bestuur van de wijk- vereniging is afgesproken dat we niet zouden streven naar een aanpassing van de verordening, want dat zou leiden tot een uitnodiging tot scherpslijperij die tot de volgende onrechtvaardigheid zou voeren, maar dat de wijkverenigingen met elkaar daarover van gedachten zouden wisselen en afstemmingen op elkaar zouden realiseren. Ik heb daar nooit iets meer van gehoord, dus ik neem aan dat het zo ook gelopen is. De heer EENNINGS: Nou, voorzitter, dit antwoord bevredigt mij in genen dele. Ook het argument van de wijkverenigingen houden toch geld over. Want je zou rian op zijn minst de vraag eens kunnen stellen van als die regel dan zodanig uitgelegd kan worden, dat de een drie keer zoveel subsidie krijgt als de ander, ik noem maar een dwarsstraat, en dat argument van we laten dat maar, want ze houden toch geld over. Voorzitter, dat gaat zo in tegen De heer Den Braber zegt in de commissie is toen mede als argument gebruikt van nou, ze klagen dan welis waar over de subsidie, maar ze houden geld over. Nou degene die klaagt en geld overhoudt, maar degene die niet klaagt en geld overhoudt?Je hoeft toch als raad niet te maximaliseren. Je kunt je dan toch afvragen van hé, zijn we nu wel op de goede weg. Dat wij toch die kant ook eens moeten bezien en als het nou in deze twee exploitatierekeningen zo schrijnend naar voren komt dat er een ver houding is van de een 17$ en de ander bijna k0%, ik zeg geen oordeel het welke goed is en als je het met 17$ kan doen, wellicht is die bijna ^0$ dan wel fout. De heer DEN BEABEE: Ja, voorzitter, ik vind het principiële wat de heer Eennings aan de orde stelt van als er een overschotten heeft, dat probleem denk ik dat wij in die, bij het opstellen van die nieuwe subsidieregels zeker onder ogen moeten zien en zeker goed moeten regelen, maar ik vind het onjuist waar het gaat om subsidie over '80, respectievelijk 179 en '80 om dan in '81 achteraf omdat de uitkomst een beetje ongelukkig is, of goed ongelukkig is, dat wil ik best

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 20