-22- het licht van de afspraak die we toen gemaakt hebben, nadere informatie die erop neer moet komen dat we inzicht krijgen in het waarom van die bestuurskosten en de opbouw,. Dan kunnen we als we weten hoe het is opgebouwd daar de suggestie van de heer Den Braber nog eens tegenaan houden met betrekking tot die gemeente lijke condities. Ik denk dat als je niet weet hoe het gedaan is dat het ook moeilijk is om daar op dit moment al zo concreet mee te gaan werken. Ik zal wethouder Brouwers vragen om direct als ik klaar ben nog even te vertellen hoe het met dat democratiseringsbesluit staat of daar al vorderingen mee gemaakt zijn. Met betrekking tot die afbouw van die formatie. Ja, ik heb niet de moeite die de heren Van Hoof en Wijnen hebben met uw opstelling. Ik kan me dat best voorstellen. Functioneren binnen een fractie brengt consequenties met zich mee en ik heb er geen enkel probleem mee. Ik wil ze graag accepteren. De kant tekening die overigens de heer Den Braber erbij maakt is naar mijn idee denk ik heel erg terecht. De vraag is alleen: Moet je daarom nu op dit moment die af spraak uit dat gestructureerd overleg laten lopen, want als je het hier doet moet je het ook heel consequent op allerlei andere terreinen gaan doen en ik denk dat als het op te vatten is als een uitnodiging aan B. en Ws om wat dat betreft die zaak bespreekbaar te maken ik me daar graag in het college sterk voor zal willen maken. Ik roep in herinnering, dat kan ik bij de heer Den Braber doen, het feit dat de vraag tot afbouw van die uren boven die door C.R.M. goed gekeurde formatie door dat bestuur en met name door de man die er van de zijde van de Provinciale Bibliotheek Centrale bij aanwezig was, helemaal niet als ver rassend overkwam, want ze waren tegen die vraag kennelijk in allerlei gemeenten aangelopen, dus we nemen wat dat betreft een verre van bijzondere rol op ons. Met betrekking tot de vraag van mevrouw Kniep over lezers en gebruikers. Ik neem aan dat dat precies hetzelfde is mevrouw. Wat betreft de verhoging, door een vergelijking van die beide begrotingen blijkt en u kunt ook hier weer zien uit de post die hier direct op volgt overige baten, dat die niet altijd zo structureel hoeven te zijn dat ze op hetzelfde niveau moeten zitten, maar in de overige baten zitten in de ene keer fotocopieerkosten en die zitten de andere keer in de inkomsten van gebruikers. Daardoor waarschijnlijk ook dat ze de naam lezers hebben laten vervallen, want dat was dan weer niet helemaal van toepassing. Het grootste gedeelte van de kosten zit daar dan in. De heer Rennings merkt terecht op dat dat gestructureerd overleg erg laat, veel te laat heeft plaatsgevonden. Dat heeft vooral aan mij gelegen. Het blijkt ook als je het niet onmiddellijk oppakt nadat ertoe besloten is dat je dat alsmaar blijft wegschuiven want werk is er voldoende tot we op een goed moment gezegd hebben van nou maken we een afspraak dan ben ik in ieder geval gebonden om te zorgen dat ze daar aan gaan werken. Ik denk dat we eruit moeten leren dat je dit soort zaken onmiddellijk moet afwerken. Ook in het belang van de effecten die je ermee kunt bereiken. De opmerking over die stijging van die kosten, ik denk dat het goed is om het bestuur van de bibliotheek erop te attenderen. Ik zou op dit moment eigenlijk met betrekking tot die uitsplitsing nog niet te veel con clusies willen trekken. En wel omdat het bestuur van de bibliotheek, aankijkend tegen een situatie voor het jaar 1982 vanuit de opvattingen waardoor ze zich hadden laten leiden bij de opstelling van die begroting, zich sterk heeft gemaakt om de richtlijnen die we in de commissie algemene en bestuurlijke zaken hadden afgesproken om die inderdaad ook in de praktijk te verwoorden en ik denk dat daarom de uitsplitsing naar de diverse posten niet helemaal normatief is voor de opstelling die ze in de loop van het jaar zullen kiezen. Ik denk dat het goed is om de lijn, de gedachte die er achter zat, dat we die ter kennis brengen van het bestuur van de bibliotheek. Met betrekking tot de personeelsformatie. U hebt in het beleidsplan '81-'85 kunnen zien hoe het bestuur van de bibliotheek dat inschat. 1^71 uur bedraagt geloof ik zo uit het hoofd gezegd de formatie die C.R.M. in 1980 had goedgekeurd en het bestuur van de bibliotheek verwacht dat dit in 1985 nog precies hetzelfde aantal is. Dus dat C.R.M. wat dat betreft niet verhoogt-. Als het bestuur van de bibliotheek ja, u hebt gezien wat voor een sjabloon het is wat je uiteindelijk als gemeenteraad krijgt gepresenteerd. Dus ik denk dat je bijna wel kunt zeggen wat de Provinciale Bibliotheek Centrale voor een goed deel verwacht. Dan is dat een bezetting die zij baseren op wense lijkheden die er binnen de Provinciale Bibliotheek Centrale leven met betrekking

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 207