-5- van het K.N.O.V. roept bij ons vragen op. Bij wie moet de aanvraag tot het plaatsen van kramen worden ingediend Ons inziens bij uw college, in het geval de aanvraag bij de organisatoren van de braderie moet worden ingediend kan onmogelijk worden voorkomen dat aldaar een voorselectie wordt toegepast. Uw college kan vervolgens de ontvangen aanvragen voorleggen sii aan het K.N.O.V., welke organisatie u terzake adviseert. Uw begrip voor het streven dat uitsluitend deelnemers die passen in de aard van de aktiviteiten worden toegestaan kunnen wij delen mits dit naar categorieën van deelnemers wordt geïnterpreteerd. Welke verhouding bijvoorbeeld tussen commerciële en niet-commerciële deelnemers gewenst is. Het mag naar onze mening nooit ertoe leiden dat bijvoorbeeld de ene humanitaire organisatie wel (Zonnebloem) en de andere (bijvoorbeeld de Wereldwinkel) niet wordt toegelaten. Kunt u ons het voorgenomen beleid nader verduidelijken Wij blijven met u van mening verschillen over de noodzaak tot het plaatsen van een tweetal verkeerslichtinstallaties op de Markt. Maximaal één installatie mag naar onze mening voor plaatsing in aanmerking komen. Omdat het hier investeringen be treft voor na 1982 en de verkeerscommissie zich thans met de advisering omtrent de uitwerking van het verkeerscirculatieplan bezig houdt willen wij niet vasthouden aan het voorstel één installatie van het investeringsprogramma af te voeren. Dit neemt niet weg dat in onze visie het plaatsen van meerdere verkeerslichtinstalla ties niet past. Uw antwoord met betrekking tot het aantal parkeerplaatsen dat op grond, welke thans reeds in eigendom van de gemeente is kan worden gerealiseerd geeft ons aanleiding voor te stellen reeds in 1982, gelijktijdig met de inrichting van het centrumerf, parkeervoorzieningen te realiseren op het terrein van het Oost Vaardeke en aan het Marktstraatje. Overheveling van 80.000,uit het desbetref fende investeringsprogramma van 1983 naar 1982 en de daarmee samenhangende hogere lasten in 1982 op de gewone dienst tot een bedrag van 10.640,achten wij aanvaardbaar. Daarbij nemen wij in overweging, dat gelet op het tijdstip dat het krediet moet worden gevoteerd dit zal leiden tot een verhoging van de post eenmalige middelen, waardoor de onttrekking uit het fiscaal egalisatiefonds aanzienlijk lager zal uitkomen dan de eerder genoemde uitgaaf van 10.640, Mogelijk nog een ander argument, voorzitter en dat ligt besloten in het feit dat wij hebben vernomen bij geruchten dat het ministerie van economische zaken een dezer dagen een subsidie van 460.000,heeft toegezegd voor de inrichting van het centrumerf, hetgeen aanzienlijk meer is dan waar oorspronkelijk op werd ge rekend. Indien dit juist is zou dat een argument temeer zijn om dan de parkeer problemen voor een deel gelijktijdig met het centrumerf aan te pakken. Met belangstelling zien wij tegemoet de behandeling in de commissie openbare werken en ruimtelijke ordening van de plannen tot het verbeteren van de beschoeiing aan het Turfhoofd alsmede de reconstructie van de zwaaikom. Voor een goede beoordeling achten wij het gewenst dat als alternatief voor het plan van vernieuwing van de beschoeiing aan het Turfhoofd wordt nagegaan tegen welke kosten de bestaande be schoeiing kan worden hersteld en welke levensduur van het dan bereikte resultaat mag worden verwacht. Voorzitter, op onze vraag op welke termijn de wethouder de beleidsnota voor het jeugd- en jongerenbeleid denkt uit te brengen antwoordt uw college dat zulks na afloop van het project zal geschieden. In het antwoord is tevens vervlochten de opmerking dat "de verdere ontwikkeling van het jeugd- en jongerenbeleid in gang gezet wordt middels het beleidsplan sociaal-cultureel werk". Kan het college aan geven wat met deze laatste passage wordt bedoeld De beleidsvoornemens voor de planperiode zijn algemeen gesteld en hebben betrekking op de overlegstructuur, planning, financiering, democratisering en prioriteitenkeuze. Een specifiek beleid voor jeugd en jongeren zoals reeds enige jaren geleden door de raad gevraagd,kunnen wij in de eerder genoemde beleidsnota niet vinden. Met betrekking tot de evaluatie van het jeugd- en jongerenproject en de daarmee verband houdende nota dringen wij aan op behandeling in de raadsvergadering uiterlijk in die van juli 1982, om een en ander nog in deze raadsperiode af te ronden. Kunt u ons deze toezegging doen Met voldoening nemen wij kennis van de aankondiging van uw college van een onder zoek naar de kosten van sportakkommodaties en de gemeentelijke bijdrage daaraan. Wij hebben begrip voor het feit dat niet alles tegelijk kan worden aangepakt. Het ontgaat ons echter waarom het onderhavige onderzoek pas dan kan worden aan gepakt nadat fase 7 van het sociaal-cultureel plan is afgerond. Het onderzoek waar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 190