-18-
tegenstelling tot die andere gemeenten en tot wat de heer Van Hoof zei, draait
het inderdaad voor een zeer belangrijk gedeelte om het principe. Ik denk dat op
het moment dat je akkoord gaat met zoiets dat we op alle mogelijke momenten
geconfronteerd kunnen worden met hé luister eens in jullie gemeente is het
probleem zo zwaar en in die gemeente is het zoveel lichter, laten we ook daar
voor maar een verdeelsleutel verzinnen. Ik vind dat een heilloze weg. Ik vind
dat we dat niet moeten doen en tenslotte op wat de heer Van Hoof zei althans
mij dacht te citeren dat ik gezegd heb van ik zie er het nut niet van in. Dat
heb ik natuurlijk niet gezegd. Ik heb alleen gezegd we moeten ons er wel voor
waken om het te overtrekken, het effect daarvan, maar ik hoop daarbij heel
stellig dat het effect heel groot zal zijn. Als ik er het nut niet van in zou
zien, dan zou er gezegd worden van wij gaan niet mee, we doen het niet.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, de argumenten om toch ja te zeggen zijn vooral
gelegen dat als wij nu ja zeggen dan is het nog maar de vraag of als het overleg
start of de betrokkene al is aangenomen en dan zitten die gemeenten in het overleg
met dat stichtingsbestuur voor de zaak dat deze raad en die van Etten hebben
gezegd van we doen het voor '81, we hebben die stap gezet maar we zeggen jullie
van nu af aan dan wij in '82 een verdeelsleutel hebben die aansluit bij het
principe dat je doet algemeen maatschappelijk werk waaronder de begeleiding van
buitenlanders of je doet het niet en je maakt geen onderscheid naar activiteiten
en dan krijg je de situatie dat de mede-verantwoordelijken,want ze zijn ook
participant in die stichting dan veel meer voor de keuze komen te staan van
als wij nu nee zeggen dan betekent het dat we die hele activiteit de nek om
draaien en ik denk dat dat een veel zwaarder mes op de keel is dan nu al zeggen,
want je confronteert ze dan niet met het feit dat wij ja gezegd hebben en dat
als het ware al voor een belangrijk deel groen licht gegeven is om die activi
teit te starten en alleen van hun weigerachtige houding zal het dan afhankelijk
zijn of die activiteit daadwerkelijk wordt voortgezet.
De heer WIJNEN: Ja, ik ben er ook nog voor, ondanks alle bedenkingen die de
heer Van der Graaf heeft, om toch te proberen via overleg met deze gemeenten en
eventueel gemeenteraden rechtstreeks te benaderen om toch ze zover te krijgen
dat ze onze opvattingen in dat opzicht ook willen delen. Ik denk dat het ook
eens een keer langs de andere weg geprobeerd moet worden als het dan niet langs
de offici'êle kanalen zou kunnen gaan, dat dan een rechtstreeks beroep gedaan
wordt door de betreffende gemeenteraadsleden op andere gemeenteraden, op mensen
die ze daar kennen om daar wat werk van te maken, want anders dan als we dat nou
kappen, nou dan kunnen we natuurlijk met elkaar zitten vechten van welles, nietes
en dan kpmt het er niet, dat is gewoon een feit.
De VOORZITTER: Ja, maar de duidelijkheid is er wel mee gediend om te zeggen dat
het college van B. en W. in eerste instantie die afspraken heeft gemaakt en dat
de raden die niet bekrachtigd hebben hoor. Dat was de situatie.
De heer WIJNEN: Ja, maar als het volgend jaar niet zijn voortgang zou vinden in
de zin zoals het eerder hier aan de orde is gekomen, vorig najaar, in eerste
instantie geloof ik ook voorgesteld op basis van inwoners dat dat meer een prin
cipetoezegging was we gaan alvast maar beginnen en dan zien we wel, want er
wanen ook nog bedenkingen rond december. Ik denk dat we gewoon moeten zeggen
van we gaan ermee door, we beginnen en dan zien we wel in hoeverre we dus op andere
wijze druk kunnen uitoefenen.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik ben het helemaal eens met wat de
heer Van der Graaf in tweede instantie gezegd heeft. Ik dacht dat dat gewoon
redelijk aansloot bij wat ik in eerste instantie daarover gezegd heb. Ik ben
het helemaal met hem eens dat wanneer na een aantal keren overleg gemeenten dui
delijk gezegd hebben van nee, wij doen op die basis niet mee en een gemeente
heeft zelfs gezegd van we doen helemaal niet mee, andere hebben dat gedaan na
uitvoerige discussies in hun gemeenteraden, ja, mijnheer de voorzitter, dan denk
ik dat het een hele moeilijke zaak zou worden, zeker wanneer wij als een van de
grote gemeenten en Etten-Leur zeggen van nou wij pakken het dan wel voor onze re
kening dan zie ik niet zitten dat dat voor het komende jaar wel zou lukken en
inderdaad ook om teleurstellingen te voorkomen bij degene die op basis van het
voorstel wat er nu ligt aangesteld zal worden en mogelijk geconfronteerd wordt
met de mogelijkheid dat het afgelopen is. Mijnheer de voorzitter, ook al staan