-k-
T
De VOORZITTER: Het woord is aan de heer Rennings. Mag ik hem vragen of hij zo
mogelijk zoals in eerste instantie de algemene beschouwingen en de financiële
beschouwingen uit elkaar kan houden
De heer RENNINGS: Nou ik heb het deze keer in één keer gedaan, omdat ik maar één
opmerking van financiële aard heb.
Mijnheer de voorzitter. Met opzet hebben wij in eerste termijn niet gesproken over
de gewijzigde behandeling van de begroting zoals die dit jaar is toegepast. Het
leek ons raadzaam eerst dan daarover een oordeel te geven nadat de raad een beeld
gekregen had van het effect van de beraadslagingen in de commissie algemene en
bestuurlijke zaken in augustus 1981, op de behandeling in twee termijnen van de
begroting. Naar het oordeel van onze fractie is de gang van zaken, zoals wij die
bij de behandeling dit jaar hebben toegepast, in het bijzonder geslaagd. De raad
is thans veel beter in staat beleidsbeslissingen af te wegen en te nemen, het
college van b. en w. kan op grond van de haar gegeven adviezen de begrotings
behandeling veel beter voorbereiden en onder meer de beleidsadviezen in financiële
consequenties vertalen. Onze conclusie een uitermate geslaagde verbetering van de
bestuurlijke besluitvorming, hetgeen in een periode waarin steeds kritiek wordt
geuit op de besluitvorming van bestuurders ook wel eens gezegd mag worden.
Alhoewel onze zorgen over de ontwikkeling van het bestemmingsplan Albano door uw
antwoord niet zijn weggenomen, hetgeen ook niet verwacht mocht worden, zijn wij
verheugd dat u ons verzoek honoreert om in januari 1982 de uitwerking van lob B
en de ontwikkeling van lob A in de commissie aan de orde te stellen. Gelet op de
complexiteit van deze zaak, alsmede de verstrekkende gevolgen voor onze gemeente,
is het noodzakelijk dat bij de ambtelijke voorbereiding van deze vergadering onder
meer op alle door ons in eerste termijn genoemde aspecten wordt ingegaan. Mag ik
aannemen dat ook deze toezegging in uw antwoord besloten ligt Ten aanzien van
het te ontwikkelen beleid zullen wij voorkeur geven aan een snelle realisatie van
een groot aantal woningen boven een op korte termijn bereiken van een evenwichtig
plan, hoezeer ook wij daaraan waarde toekennen.
De beschuldiging van de zijde van de fractie van de P.v.d.A. dat het college
de raad met betrekking tot de voortgang van de bouwactiviteiten in lob A van Albano
heeft misleid kunnen wij volstrekt niet delen. Begin 1981 heeft Eurowoningen via
Makelaardij Van Opstal een belangstellingsonderzoek gehouden voor woningen in Albano.
Wanneer enige tijd na dit onderzoek, blijkens het antwoord van de voorzitter in
de vergadering van 9 juli j.l. Eurowoningen belangstelling toont, dan mag hieruit,
gelet op het vrijwel wegvallen van elke bouwactiviteit in de koopsector, enige ver
wachting worden geput. De mededeling van de voorzitter is derhalve niet zomaar uit
de lucht komen vallen en diende terecht aan de raad gedaan te worden. Wij zijn met
u van mening dat met het doen van een aanbieding voor kavelprijzen aan Eurowoningen
de nodige voorzichtigheid moet worden betracht, gelet op de financiële risoco's. Of
dit er ten aanzien van de offerte toe moest leiden dat deze pas nadat het ministerie
de kavelprijs voor woningwetwoningen had vastgesteld kon worden uitgebracht vragen
wij ons af. Was niet reeds in de exploitatie-opzet uitgegaan van een verlies op de
kavelprijs van woningwetwoningen van é-.OOO,Moest op grond hiervan het risico
van een offerte aan Eurowoningen nog voordat de minister de kavelprijs had vast
gesteld als uiterst gering worden ingeschat
Uw antwoord* op de kritiek van de zijde van de fractie van de V.V.D. op de
kwaliteit van de exposities in het gemeentehuis vinden wij nogal vreemd. Door uw
verwijzing naar de commissie onderschrijft u de kritiek, terwijl u tot nu toe de
adviezen van de commissie voor het houden van tentoonstellingen steeds hebt over
genomen. In dit licht achten wij het onjuist dat u de suggestie aan de commissie
voorlegt zonder over de inhoud van de kritiek een oordeel te geven.
Sedert jaren, voorzitter, wordt door deze raad aangedrongen op samenvoeging van
de*sportraad en de commissie beheer instructiezwembad. In uw antwoord zegt u met
voorstellen tot het samenvoegen van commissies te komen als de uitwerking van het
organisatie-onderzoek daar aanleiding voor geeft. Wij achten dit een uiterst
smalle basis, niet de ambtelijke organisatie maar de bestuurlijke organisatie moet
aan de basis liggen van het al of niet samenvoegen van commissies. Gaarne vernemen
wij uw standpunt in deze.
Uw aankondiging dat u bij het verlenen van vergunningen tot het plaatsen van kramen
op de braderie zich zal laten leiden door de voordracht van de afdeling Oudenbosch