-20-
vele boze reacties die de afgelopen tijd bij de Vereniging Eigen Huis zijn
binnengekomen op grond van stijgende lastenverzwaringen c.q. verhoging van
de onroerend goedbelasting, in een enkel geval, zoals de gemeente Maarsen,
zelfs tot 20%. In de tweede plaats is een dergelijke trendmatige verhoging
noodzakelijk om de geldontwaarding althans ten dele te compenseren. Wegla
ting van de voorgestelde verhoging zou de bezuinigingsproblematiek, vanwege
de toch al geringe budgetruimte, alleen nog verder aanscherpen. Immers, de
algemene uitkering die van de rijksoverheid wordt verstrekt heeft in 1982
ten opzichte van 1981 een aderlating van ^00.000,ondergaan, hetgeen toch
een flinke kerf in het gemeentevlees betekent. Aan de uitgavenkant hakt een
stijging van de rentelast met 230.000,er trouwens ook flink in. Ik wil
hiermee maar zeggen dat ook met de voorgestelde trendmatige verhogingen er
nog heel wat bezuinigingsinventiviteit en -inspanning van de locale overheid
zal en in het licht van de situatie mag, worden gevraagd. In dit verband ver
wijs ik dan naar de belangrijke besluiten die in de commissievergadering van
augustus zijn genomen, waarin een belangrijk beginstadium bezuinigings- en
ombuigingsscenario's, om het met dat woord te zeggen, zijn aangegeven.
Ten derde achten wij het niet juist, noch verantwoord om ten koste van een
nog groter beroep, in 1982 ^60.000,op de reserves een tariefaanpassing
achterwege te laten. Zo'n beleid zal er overigens toe leiden dat de achter
stand in de inkomensontwikkeling der gemeente vanwege cumulatie-effecten
steeds groter wordt en derhalve wellicht ook weer het beroep op de investerings
fondsen. Een dergelijke onttrekking van gelden aan de reserves, louter en
alleen om de gehele geldontwaarding op te vangen, kan ons inziens structureel
niets oplossen, beter gezegd is structureel gezien onverantwoord en ongewenst.
Vandaar voorzitter, stellen wij ons op het standpunt dat zonder drastische
wijziging in de omstandigheden de komende jaren de tarieven van onroerend-
goedbelasting en retributies aangepast moeten worden met het door de minister
van binnenlandse zaken maximaal toegestane percentage, mits het inflatie
percentage niet wordt overschreden, zoals dat inmiddels voor 1982 met onze
instemming is gebeurd. Dan met betrekking tot de volgende begrotingsposten.
Post 110, dat is de post subsidie aan de Raad van Europese Gemeenten. Is
het mogelijk als individuele gemeente de bijdrage te beperken tot 1981 k%
Post 12^f, de uitgaven in verband met voorlichting. Gelet op de uitgaven die
in 1981 tot en met oktober zijn gedaan stellen wij voor de uitgaven te beperken
tot 30*000,in plaats van de thans geraamde 35*000,
En dan post 26, dat zijn de kosten van vorming. Daar is de vraag: Welke kosten
te verwachten zijn in 1982 naar aanleiding van de aanbevelingen van het organi
satie- en advies-onderzoek
Tenslotte voorzitter, op hoofdstuk VIII. Ik denk dat het noodzakelijk is dat
daar nog wordt opgenomen de kosten die verband houden met 8 maanden salaris
en sociale lasten voor een jeugd- en jongerenwerker, tot een bedrag van
36.000,die dan eventueel later moet worden ingevuld.
De VOORZITTER: De heer Wijnen in deze instantie of hebt u het ineens gedaan
De heer WIJNEN: Ik heb het ineens gedaan.
De heer DEN BRABER: Mijnheer de voorzitter, in aansluiting op de algemene be
schouwingen heeft mijn fractie ten opzichte van de centen de volgende opmerkingen.
Mede gelet op de antwoorden van het college op het begrotingsonderzoek stellen
wij ten aanzien van drie posten voor deze voor 1982 te bevriezen op het niveau
1981. Dat betreft in de eerste plaats de uitgaven in verband met voorlichting.
Uitgaande van de feiten, dat a. niet is aangegeven waarom verhoging van het
budget nodig is, b. de uitgaven over de eerste 10 maanden van 181 nog geen
20.000,bedragen en c. wij eerst het bestaande beleid terzake wel eens
willen evalueren alvorens nieuwe zaken aan te pakken, stellen wij voor deze
post met 5*000,te verlagen tot 35*000,dat is gelijk aan de raming
van 1981. Ook de adviezen van algemene aard van de zijde van gemeentewerken
willen wij fixeren op het peil van 1981. Tot op dit moment is ons niet duidelijk
waarom de behoefte aan dergelijke adviezen, van welke aard dan ook, dermate zal
toenemen dat een stijging met bijna 50% tot ruim 20.000,inderdaad nodig is.
Zolang het college ons daarvan niet kan overtuigen, zijn wij van mening dat ook
deze post met 5*000,naar beneden kan. Ons laatste bevriezingsvoorstel
betreft de volksfeesten en dan meer in het bijzonder de jaarlijkse feestweek.