-16-
de mogelijke consequenties zijn als we niet met dit voorstel in Oudenbosch
akkoord zouden gaan. Wat ik nog wilde opmerken mijnheer de voorzitter, er
is in december '80 over dit onderwerp gepraat. Je zou je eigen toch of je kunt
je afvragen in hoeverre is dan Mark en Weerijs eigenlijk, hoever is men dan
geweest in het overleg met de betrokken gemeenten. Als nu blijkt, na vele maan
den later, dat er inderdaad helemaal geen overeenstemming te bereiken is, dan
vraag ik me af moet je dat eigenlijk niet allemaal van tevoren bekijken voordat
je aan zoiets begint. Ik denk dat dat reëler is. Je zadelt nu de goedwillende
gemeenten op met de kosten waar we als gemeenteraadsleden van tevoren ook geen
enkel inzicht in hadden of het ook wel op deze manier uit zou pakken. Je zou
mogen verwachten als er verzoeken komen om subsidie dat ze dat op een rede
lijke manier ook inschatten, dat we te maken hebben met reële bedragen. Het
is nu vanavond toch de tweede keer dat we te maken hebben met een zeer aan
zienlijke overschrijding en ik vind dat, ja, je kunt je afvragen waar zijn de
mensen op deze manier mee bezig als je als gemeenteraad steeds met zulke
zaken geconfronteerd wordt. Een degelijke voorbereiding hoort er naar mijn
mening duidelijk bij.
De heer BROUWERS: Voorzitter, ik ben eigenlijk toch een klein beetje geschrokken
van de benadering van de heer Van der Graaf. Achteraf realiseer ik me wel
dat hij zich wat dat betreft principiëler opstelt dan dat het ogenschijnlijk
lijkt. Ik ben er namelijk helemaal geen voorstander van om ons te beperken tot
de verdeelsleutel zoals die bij alle anderen bij diezelfde stichting geldt.
We hebben nogal wat moeten onderhandelen met de andere gemeenten. We hebben
nogal eens een keer rond de tafel gezeten om tot overeenstemming te komen.
Wat dat betreft ben ik het met mijnheer Van Hoof eens dat je toch eigenlijk
mag verwachten dat de stichting wat zorgvuldiger zijn voorbereidingen treft
wat dat betreft, maar in welke mate dat ze daarin in gebreke zijn gebleven
dat durf ik toch niet helemaal zo stringent te stellen. Ik denk wel dat er
meer zorg aan besteed had kunnen worden. Waar we nu in feite mee zitten en
waar1 ik in feite mee akkoord ben gegaan om tot dit voorstel te komen. Het is
gewoon de onderliggende gedachte we zitten met een aantal gemeenten voor de
aanstelling van zo'n specifieke maatschappelijk werker. Daar is een duidelijke
behoefte aan. Of dat voor zo'n groot gebied een maatschappelijk werker of
dat voldoende effect heeft, ja, dat vind ik, dat is met heel veel zaken zo.
Ik ben overigens de mening toegedaan dat je beter een gespecificeerde kracht
kunt aanstellen die weet waar hij zich mee bezighoudt, daardoor zijn aandacht
niet verdelend over verschillende terreinen van zorg, dat je daar in ieder ge
val meer effect van mag verwachten als wanneer je het maatschappelijk werk
onder de buitenlanders overlaat aan het totaal van de zorg zoals dat in het
verleden was. Vandaar dat ik principieel best meevoel, maar toch uit zuiver
pragmatische We moeten in dit geval toch meegaan. Ik zou, dat is overi
gens in het voorstel meegenomen, we hebben uitdrukkelijk met de andere gemeenten
die aan het overige hebben deelgenomen, daar is Zundert niet bij en Rijsbergen
niet bij, anderen wel, en de stichting hebben we heel duidelijk overeengekomen
dat er voor 1982 heel duidelijk gekomen moet worden tot de normale verdeel
sleutel die voor al" het andere werk geldt, maar om nu niet te blokkeren hebben
Etten en ik stel voor Oudenbosch, gezegd van nou laten we dan inderdaad de
rekening maar voor ons nemen waar de heer Van Hoof het ook over heeft, dan
hebben we in ieder geval voor dit jaar de zaak gered en het volgend jaar dan
ben ik ervan overtuigd dat toch die andere gemeenten wel bijdraaien. Ja,
de heer Van der Graaf vraagt waarom zij afgeweken zijn van het gebruik van
die verdeelsleutel. Hij zegt dat is een onduidelijke zaak. Hij vraagt naar de
bekende weg volgens mij want hij weet dat bliksemsgoed. Het is een centenkwestie.
En zodra je over centen praat dan gaat iedereen aan zijn eigen belangetjes
zitten trekken. Ik vind dat principieel onjuist, je staat met zijn allen voor
de uitvoering van dat werk van de stichting "Rondom Mark en Weerijs" en dan
moet je je niet af gaan vragen of het aantal gevallen in een bepaalde plaats
maatstafgevend is voor de hele subsidiëring. Ik vind dat je met zijn allen dat
moet dragen. Dat is voor mij de reden waarom ik toch voorstel om deze over
schrijding, ook al is ze groot, toch voor onze rekening te nemen, dan kan de
man aangesteld worden en ik ben ervan overtuigd dat we in het overleg met de