-7-
Zouavenlaan-Oost. In de raadsvergadering van juli 1980 heeft de raad binnen
de bestemmingsbepalingen van het globale plan fase B aangepast en het aantal
woningwetwoningen en premiehuurwoningen enigszins vergroot. Bij de afweging ook
het globale plan ingrijpend te veranderen met het doel meer gesubsidieerde
bouw mogelijk te maken heeft onze fractie overwogen dat de continuïteit in het
beschikbaar hebben van bouwgrond niet in gevaar mocht worden gebracht. Thans
blijkt dat, 1-J jaar nadat het beleid door de raad is vastgesteld, nog steeds
geen stedebouwkundig ontwerp met uitwerkingsvoorschriften gereed is. Wie zei
ook weer dat een ingrijpende wijziging van het plan in drie maanden kon worden
gerealiseerd Met name de fractie van de Partij van de Arbeid oordeelde des
tijds dus veel te optimistisch over de tijd die nodig was bestemmingsplannen
te wijzigen. U noemt in antwoorden op het afdelingsonderzoek als belangrijkste
oorzaak van de vertraging dat sommige opdrachtgevers geen architect hebben aan
gewezen. Hierdoor was het onmogelijk, hetgeen voor de gekozen aanpak noodzakelijk
is, te komen tot een inrichtingsvoorstel door opdrachtgevers met architecten
dat in het uitwerkingsplan kon worden verwerkt. Dit antwoordt houdt impliciet
in de erkenning dat een opdrachtgever door ingebreke te blijven de hele ont
wikkeling van het plan kan frustreren. Deelt u deze conclusie en welke maat
regelen zijn hier tegen te nemen? In onze novembervergadering hebt u overleg toe
gezegd in de commissie algemene en bestuurlijke zaken respectievelijk commissie
openbare werken en ruimtelijke ordening. Met de grootst mogelijke nadruk
verzoeken wij uiterlijk in januari 1982 het overleg te houden. Daarin moeten dan
onder meer de volgende aspecten aan de orde komen:
- welke voorzieningen kunnen worden verlaagd om lagere bouwkosten te bereiken;
- welke andere verdeling tussen premie- en niet-premiebouw is nodig en acceptabel;
- welke verdichting is te accepteren en mogelijk;
- alsmede de effecten van de planwijziging op de planning.
Kunt u ons deze toezegging doen Voorzitter wij hebben grote haast, de meer
jarenplanning van het aantal gesubsidieerde woningen van de minister doet ons
twijfelen of wij na 1982 nog 16O woningen per jaar kunnen bouwen.
Wil in Oudenbosch in 1982 met de bouw van woningwetwoningen respectievelijk
premiehuurwoningen kunnen worden gestart, dan dient bestuurlijk en ambtelijk de
uitwerking van Albano absolute prioriteit nummer 1 te krijgen.
Dat het ook anders kan blijkt uit de voortvarende aanpak van de planontwikke
ling voor het centrumerf en dan te bedenken dat dit plan zonder assistentie van
externe deskundigen tot stand is gekomen. Of is de conclusie meer gerechtvaar
digd dat juist daardoor zo snel kan worden gerealiseerd. In dat geval dient ook
het minder inschakelen van adviesbureaus bij de ontwikkeling van bestemmings
plannen nader te worden overwogen. Welke mogelijkheden heeft het eigen appa
raat in deze Ten aanzien van de inrichting van het centrumerf komt u ons ge
deeltelijk tegemoet met de toezegging te bezien of enkele parkeerterreinen reeds
in 1982 kunnen worden aangelegd. In dit verband rijst de vraag hoeveel par
keerplaatsen en tegen welke kosten op de grond waarvan de gemeente reeds thans
eigenaar is in 1982 parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd.
Afhankelijk van het antwoord van uw college zal onze fractie met voorstellen
komen tot wijziging van het investeringsprogramma 1982 en de begroting.
Zoals al eerder gezegd, het sociaal-cultureel plan heeft veel werk gevraagd.
Er is uitvoerig gediscussieerd. Programma en subsidieverordening zijn vastgesteld.
Daarbij heeft de economische situatie van dit moment veel aandacht gekregen
op de financiële aspecten van deze zaak. Het is waar dat veel werk in het sociaal
culturele vlak niet kan worden gerealiseerd zonder een redelijke financiële
basis. Uitgangspunten voor de discussie waren dan ook voornamelijk op deze ge
dachte gebaseerd. Eerlijk verdelen, doelmatig besteden, bezuinigen waar moge
lijk, inleveren, indien noodzakelijk en meer van deze gedachten hebben de be
raadslagingen een wat vertekend beeld gegeven. Laten we ons realiseren, dat een
even ontbeerlijke basis voor veel sociaal-cultureel werk wordt gevormd door
de inzet van vele vrijwilligers, die bereid zijn om zich belangeloos en ten koste
van veel vrije tijd in te zetten voor het welzijn van hun medemensen. Het be
langrijke .0 aspect van de vrijwillige, spontane en belangeloos geboden inzet,
dat heden ten dage steeds meer dreigt af te nemen, zou door een positieve be
nadering van de overheid weer vergroot moeten worden. Daarom willen wij pleiten