tweede te komen tot een regelmatig informeel contact tussen overheid en bedrijfs
leven, bestaande uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. Dit kan leiden
tot een wederzijds beter begrip en zal de samenwerking bevorderen, iets wat
in deze moeilijke economische tijd zo noodzakelijk is. Dank u wel mijnheer de
voorzitter.
De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter^ Vandaag de laatste algemene be
schouwingen in de lopende zittingsperiode van de raad. In de politiek wordt dit
wel eens aangeduid als het oogstjaar, enerzijds omdat eerst na enkele jaren de
resultaten van een in gang gezette politiek merkbaar worden, anderzijds waar
schijnlijk ook uit de behoefte van politieke partijen om bij het naderen van de
verkiezingen te wijzen op dat wat bereikt werd. Alhoewel deze overwegingen meer
gelden voor het dualistische regeringsstelsel op landelijk niveau dan voor het
monistische stelsel op gemeentelijk niveau zou het ook voor ons als raadsfracties
en voor u als college zaak moeten zijn om terug te zien naar de voornemens waar
mee we deze zittingsperiode zijn begonnen, te evalueren wat ervan terecht is ge
komen, na te gaan waarom dingen anders zijn gelopen als gepland en vervolgens
daaruit lering te trekken voor de volgende periode. In het concept-wetsontwerp
van een nieuwe gemeentewet wordt het vaststellen door de raad van een beleids
plan verplicht gesteld. Een dergelijk plan met een looptijd van k jaar moet in
grote lijnen het beleid aangeven dat het gemeentebestuur voornemens is te voeren.
De financiële vertaling van een dergelijk plan zal moeten plaatsvinden in de
jaarlijkse begroting met een meerjarige nota over de financiële prognoses voor
telkens nog drie jaren. In de nota van aanbieding schrijft uw college: besturen
is kiezen; kiezen wat er gedaan en nagelaten zal moeten' worden en daar is moed
voor nodig. Niet alleen moed, maar ook inzicht. Inzicht om niet alleen te stoppen
met uitgeven en niets nieuws meer aanpakken. Natuurlijk moet er kritisch ge
keken worden naar nieuwe uitgaven en in het licht van de ontstane situatie valt
er dan soms wel het een en ander aan te wijzen dat als "overdreven" kan worden
gezien. Het niet meer doen van nieuwe uitgaven echter betekent dat niet meer
wordt ingespeeld op de behoefte van de samenleving die steeds verandert.
Het vorm geven aan de samenleving vereist zulks. Bovendien zal het nalaten van
investeringen nadelige gevolgen hebben voor de lokale economische structuur. Een
beleidsplan zal een goede functie vervullen bij de afweging van de diverse be
langen. We zullen een keus moeten maken uit het totaalpakket. Om het financiële
hoofd boven water te kunnen houden, zullen we beslissingen moeten nemen, die ons
door verschillende groepen uit onze samenleving niet in dank zullen worden afge
nomen. Mijnheer de voorzitter, Sinterklaas spelen we allemaal graag, maar de
rol van Zwarte Piet begeren wij geen van allen in de politiek. Met de trendmatige
aanpassing van de inkomsten uit het eigen belastinggebied kunnen wij akkoord gaan.
Wellicht dat in de toekomst een reële verhoging van de onroerend-goedbelastingen
noodzakelijk is. In dit kader gaarne een overzicht van de onbenutte belasting
capaciteit. Thans kom ik aan een aantal deelgebieden toe, die allen onderdeel zijn
van onze gemeentelijke verantwoordelijkheid. Als ik dan mag beginnen met het onder
wijs: het bedrag per leerling is niet verhoogd voor 1982. Echter, overwegende
dat wij in Oudenbosch met een nieuwe openbare school zitten met weinig onderhoud
en waarbij met name de bedragen voor onderhoud en instandhouding zo'n voorname
rol spelen in de tot standkoming van het bedrag per leerling zoals dat dan tevens
geldt voor het bijzonder onderwijs, doet ons vrezen dat daar knelpunten zullen
ontstaan. Wij zullen graag van het college vernemen welke visie zij heeft omtrent
het eventueel ontkoppelen of over het ramen van bedragen voor onderhoud en in
standhouding zoals die redelijk mogen worden geacht voor scholen die al wat ouder
zijn. Wanneer wij over onderwijs praten kan het niet anders dan dat wij uw aan
dacht vragen voor de problematiek van de buitenlandse leerlingen. De opvang en
integratie van de zogenaamde tweede generatie is ons aller verantwoordelijkheid.
In hoeverre wordt in Oudenbosch aan de wensen die dit onderwijs met zich meebrengt
tegemoet gekomen Mijnheer de voorzitter, een volgend onderwerp, wat ons allen
een grote zorg zou moeten zijn, is het gemeentelijk beleid terzake van de volks
huisvesting. De huidige ontwikkelingen op de woningmarkt vragen om een slagvaardig
beleid, waarmee snel kan worden ingespeeld op zich wijzigende situaties. Beleids
plannen op dit onderdeel dienen financieel technisch, sociaal en organisatorisch
onderbouwd te worden waardoor een zekere consistentie ontstaat, hetgeen van be-
-li-