-42- daar sprake is van een inzameling in dat huis, dan kan die man daar tegen op treden. De heer VAN DER GRAAF: Nou dat is toch ondenkbaar. De VOORZITTER: Oh, het is ver gezocht. De heer VAN HOOF: Voorzitter, artikel 20, daar staat het anders in: "in te zamelen danwel gelegenheid te geven deze achter te laten". De VOORZITTER: Ja, maar 20 valt niet onder artikel 40. Oh, ja, maar dat zou wel kunnen ja. Ik denk dat het wat ver leidt om het hier uit te spitten. Over het algemeen is het zo dat toch dé V.N.G. goede redenen heeft om het op te nemen en niet iedere bevoegdheid die daarin wordt opgenomen, dat weten we zelf wel, is erg realistisch in de praktijk. Er zijn er vaak die voor uiterst theoretische gevallen bedacht zijn, maar dat is het sluitende van het systeem. Dus ik wil toch eigenlijk wel de oproep van de wethouder ondersteunen om het zo in deze geest vast te stellen. De heer VAN DER GRAAF: Ik ga daar niet mee akkoord. Ik wil in ieder geval een voorstel indienen om die bepaling te schrappen. De VOORZITTER: Wilt u het voorstel in stemming brengen of wilt u aantekening dat u ertegen was. De heer VAN DER GRAAF: Ik weet nog niet hoe de raad erover denkt. Ik heb tot nu toe alleen het college en mezelf gehoord. De VOORZITTER: Oké, dan brengen we in stemming het voorstel om te laten ver vallen het bepaalde in artikel 38 voor zover dat betrekking heeft op dat binnen treden. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, mag ik een tussenvoorstel doen Eigenlijk heb ik dat zo'êven ook gezegd. Ik heb gezegd bedrijfspanden, dat kan ik me wel voorstellen dat die noodzaak aanwezig kan zijn. Waar het om gaat zijn de woningen. De VOORZITTER: Beperking dus van de werkingssfeer van artikel 38 voor zover het gaat om die binnentreding tot bedrijfspanden. Dat is uw voorstel De heer VAN DER GRAAF: Ja. De heer KOP JANSEN: En schepen Want dat is wel bewezen dacht ik. De heer VAN DER GRAAF: Maar schepen kunnen ook vrachtschepen zijn, dus ook be drijfspanden in feite. De VOORZITTER: Ja, oké. Het voorstel van de heer Van der Graaf is in stemming. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van Eijkeren, Van der Graaf, Den Braber, Mol, Rennings en Kop Jansen. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Kniep-Köhnke, De Haas, Kok, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen, Brouwers, Du Pont en Van Hoek. Het voorstel is derhalve met 9 stemmen tegen en 6 stemmen voor verworpen. De VOORZITTER: Mag ik aannemen dat u zich dan met de tekst kunt verenigen of wil iemand aantekening van het feit dat hij er toch tegen is. De heer VAN DER GRAAF: Ik wil in ieder geval niet meegaan met deze aantasting van de vrijheid van de burgers. Ik weet niet wat mijn fractiegenoten doen, maar ik De heer WIJNEN: En het voorstel wat ik gedaan heb De VOORZITTER: Oh, uw voorstel om mest en gier te laten vallen. Dan artikel 34, het voorstel om in artikel 34, lid 2, mest en gier te laten ver vallen. De stemming heeft tot resultaat: Voor genoemd voorstel stemmen de leden: De Haas, Kok, Van der Graaf, Van Elzakker en Wijnen. Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Kniep-Köhnke, Van Eijkeren, Den Braber, Van Hoof, Brouwers, Du Pont, Mol, Rennings, Kop Jansen en Van Hoek. Het voorstel is derhalve met 5 stemmen voor en 10 stemmen tegen verworpen. De VOORZITTER: Nog enig amendement. De heer VAN DER GRAAF: Ja, in feite met wat ik heb ingebracht, dat maakt misschien hier de verwarring in mijn fractie. De wijziging van die bijzin, de preciese tekst kunnen we nog verzinnen, maar in ieder geval in de zin van anders dan voor normale bemesting van het land. Ik denk dat dat duidelijk genoeg is. De VOORZITTER: Als je het veel anders omschrijft dan staat er precies hetzelfde als wat er nu staat hoor, naar mijn stellige overtuiging. Want ook nu is het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 153