-Po
verdere toelichting, dat waar het gaat om in autonomie getroffen bepalingen
in deze verordening we dan dezelfde faciliteiten hebben als in de afvalstoffen
wet voor de medebewindsbepalingen. Bent u verder met de beantwoording klaar
De heer DU PONT: Ja, want de heer Van Hoof had verder geen vragen meer.
De heer VAN DER GRAAF: Het is niet zo moeilijk gezegd. Ik kan dat best volgen.
Alleen ik ben eigenwijs genoeg om te zeggen als ik niks kan verzinnen waarom
het nodig zou kunnen zijn dat er in mijn woning binnengetreden wordt of op
grond van het feit dat ik hier een verordening mee aanneem, dat er in uw
woning binnengetreden wordt zonder dat u dat wilt. Als daar geen reden voor ge
geven kan worden en die is niet te vinden, dan wil ik die bepaling niet opnemen.
Dan zeg ik dat wil ik de burgers niet aandoen om zonder enige reden binnen te
kunnen treden. Waarom zou ik. En als u mij ook niet kunt aantonen waarom dat dat
is. Ik kan me best voorstellen dat in de afvalstoffenwet dat daar bepalingen
in staan die wel kunnen nopen om te kunnen binnentreden, maar dat is in onze
verordening op geen enkele wijze terug te vinden dat daar een reden voor kan
zijn en nou, dan wil ik dat gewoon de burgers niet aandoen dat je die bevoegd
heid op zich alleen al hebt en mint en vandaar dus dat ik er tegen blijf. Als
ik dan even terug mag gaan naar dat roemruchte mest-en gier-artikel. Ik denk dat
het hanteerbaar is en wordt wanneer er gekozen wordt voor een andere tekst.
Dat wanneer niet als criterium wordt aangegeven op zodanige wijze dat daardoor
het milieu nadelig kan worden beïnvloed,wanneer niet dat criterium wordt aange
legd, maar een negatief criterium wanneer dat er staat, wanneer het storten
van mest of gier en de andere artikelen op andere wijze gebeurd, dat moet dus
alleen voor mest en gier zijn, op een andere wijze gebeurt of om een andere
reden gebeurt dan het normaal bemesten van het land. Dan heb je het dus op een
zodanige manier benaderd dat het storten als vuil inderdaad niet mag, maar dat
de boer die op een normale wijze op pad gaat om zijn land te bemesten, die
hoeft geen ontheffing te komen vragen. Die kan zonder meer zijn taak uitvoeren
zoals hij dat normaliter wil en met die benadering zeg ik van dan hebben we die
mest en gier op dezelfde basis gedacht als dat puin bijvoorbeeld, want dan
hebben we het namelijk een afvalstof gemaakt. Nu op dit moment is het geen af
valstof in deze tekst.
De heer WIJNEN: Ik wou dus nog even reageren op het feit van het inleveren van
dat huisvuil. Mijn voorstel hield ook in dat het op het terrein van gemeente
werken en ook gecontroleerd, na aanmelding moest plaatsvinden. Niet in het wilde
weg alles daar neer laten gooien, maar dat er wel na aanmelding daar de moge
lijkheid zou moeten bestaan. Dat is eigenlijk mijn voorstel. Dat degene die er
anders van af wil, dat die er ook wel vanaf komt, maar niet op de plaats waar
het thuishoort en dat wil ik eigenlijk bewerkstelligen. Degene die moeite
heeft om het daar in te leveren en die zich niet vooraf aanmeldt om daar aan
tegemoet te treden. Dus niet zoals de heer Van Hoof zegt alles gratis, want
dan weten we ook niet waar we aan toe zijn. We moeten die kleur van die zakken
die interesseert mij op zichzelf nog niet eens zoveel. Het gaat er mij meer
om dat het niet op een plaats komt waar het niet thuishoort. Dan wou ik toch
nog even een vraag voorleggen over de wijze van bemesten. Afhankelijk van de
bodemgesteldheid staat in de toelichting op artikel 38,.en het gewas dat op het
betrokken perceel wordt geteeld kan worden bepaald wat tot een normaal be
mestingsregime kan worden gerekend. Op analoge wijze kan het misbruik van puin
als grondstof voor terreinophoging aan banden worden gelegd. Dat van dat puin
kan ik me voorstellen, maar dat andere wie dat hier in de gemeente moet bepalen
op het gemeentehuis wat nou afhankelijk van het gewas en dergelijke daar op
gebracht mag gaan worden, nou dat vind ik een bevoegdheid die ik niet aanwezig
acht hier in het ambtelijk apparaat. Maar ik kan me best voorstellen dat er in
bepaalde gebieden wel geregeld wordt, waar inderdaad een overschot van dat soort
produkten is en dat men daar vooruitlopend op de wet bodembescherming wel iets
dergelijks kiest, maar voor hier is dat zinloos en ik heb daar helemaal geen
problemen mee als de suggestie zoals de heer Van der Graaf die noemt, dat
mensen dat niet mogen gebruiken om dat te storten op grote hopen of zo, dat dat
schadelijk voor het milieu is, dat dat schade veroorzaakt.
De heer DU PONT: Om nog even op die mest-en gier-kwestie in te gaan. Wij zijn
van mening dat zoals de heer Wijnen het formuleert dat dat niet juist is. Dat
blijkt uit de hele toelichting op de verordening, dat de bewijslast wel duide-