-25- De heer VAN HOEK: Ja, voorzitter, de antwoorden van de wethouder en met name over het indienen van de werkplannen hebben mij tevreden gesteld. Ten aanzien van de suggesties welke zijn ingediend en door B. en W. zijn overgenomen, ten aanzien van de beroepskracht bij S.O.J.O. die onderschrijf ik. Wat betreft de bestemming van het beschikbare budget voor nieuwe activiteiten vind ik dat we dat nu niet moeten invullen, maar eerst goed moeten evalueren binnen het be schikbare budget voor sociaal-culturele activiteiten middels een afweging van de prioriteiten. Mevrouw KNIEP-KOHNKE: Mijnheer de voorzitter, ik dank de wethouder voor zijn antwoord. Verder om niet in herhaling te vervallen sluit ik mij aan bij de woorden die de heer Van Hoof gesproken heeft. De heer KOK: Mijnheer de voorzitter, ik heb wat problemen met betrekking tot de suggestie die door de heer Rennings wordt gedaan wat betreft die teamleider bij S.O.J.O. We praten toch over een post van zeg maar 40.000,a 50.000, en uit bezuinigingsoverwegingen zeg ik nou, ik weet het niet. Maar ik wacht even het antwoord af van de wethouder, maar ik zet er wel even een aantekening bij. De heer BROUWERS: Om met dat laatste te beginnen, het gaat niet om het volle jaarbedrag, want vier maanden zitten reeds in de begroting opgenomen tot 1 mei voor de beroepskracht, dus de jeugd- en jongerenwerker en dus gaat het niet om het volledige bedrag. Ja, reagerend in tweede instantie, voorzitter, de Partij van de Arbeid die zegt wij willen ruimte scheppen aan de organisaties tot juli aanstaande. Ik dacht dat ik duidelijk heb gemaakt dat wij ruimte aan de organisa ties hebben willen scheppen, hebben geschapen en er van uit gaan dat we in 1983 een volgende stap doen en tot een weer betere invulling komen van het hele programma. Hij heeft denk ik, mij toch wat verkeerd begrepen waar ik het over het overleg had. Hij denkt dat ik het overleg niet essentieel vind. Ik denk dat toch de heer Den Braber uit de praktijk zou moeten weten dat toevallig de wet houder verrekte veel overlegt en ik er van overtuigd ben, alleen ik heb aange geven de termijn waarop wij dat overleg gaan doen. Het gaat hier om belangrijke zaken en die moet je niet in twee a drie maanden eens even tussendoor willen opknappen, want dan doe je onrecht aan de organisatie en in deze spreek ik dan heel duidelijk dat ik met de nodige waardering naar die organisaties kijk, al hoewel dat ook ik mijn mening daarover heb, maar ik heb nu te maken met uit voering geven aan het beleid en de gedachte die deze raad heeft uitgesproken. Ik vind dat overleg essentieel. Duidelijk is aangegeven hoe dat wij dat zien en wanneer wij daarmee zouden starten. Dat is geen problemen naar voren schuiven. Met betrekking tot S.O.J.O. gelijk te schakelen met anderen. Ik heb gezegd dat er in de subsidieverordening een nuance-verschil is, in de benadering. Ik het aangegeven dat we rekening hebben gehouden met de aard en het karakter van de organisatie. Ik heb daarenboven eigenlijk ter verduidelijking gezegd dat hoe dat we die zaak gaan invullen of dat we tot die gelijkschakeling komen, of dat er veranderingen komen, dat gebeurt in aansluiting op het overleg waarop gedoeld is. Ik denk dat dat een verstandige weg is als tussendoor de besluiten maar even nemen. Ik heb gezegd het gaat in de subsidieverordening om een nuance. Ik vind het toch belangrijk dat we verder het overleg met S.O.J.O. ook waar we in het beleidsplan hebben aangegeven dat we de continuering van de professio nele ondersteuning wilden continueren, dat is mede een onderdeel van dat overleg en ik denk dat het goed is om in aansluiting daarop de mogelijkheid te bezien waar je eventueel dus nog onrechtmatigheden eruit moet halen of tot gelijk schakeling moet komen of wat dan ook. Mijn standpunt met betrekking tot die dat is bekend. In investeringstermen gesproken ja, dan kun je dat inderdaad uitbouwen tot een investering van 90.000,want je hoeft dan die 1maar te gebruiken als een dekkingsmiddel voor dat eerste jaar, maar ik vind het niet verstandig omdat je dan al vastgelegd hebt, daarom wil ik eigenlijk de gedachten- gang van de heer Rennings daar best overnemen. Leg nu niet vast waar je dat voor gaat benutten. Als blijkt dat de noodzaak daar is kun je er nog over beschikken en daar voel ik meer voor. Mijn opmerking over de betrokkenheid van de commissie leden en hoe dat een advies overgenomen wordt, al of niet door het college. Dat zal dan wel verkeerd overgekomen zijn. Ik heb in genen dele bedoeld dat ik de commissie en het advies wat daar uit komt niet voldoende vind of vond. Ik heb alleen aangegeven dat het gaat om een advies uitbrengen en in het college is

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 136