-23- lijke reactie van ons hoe wij tegenover de subsidieverordening van die partij staan. De verordening van de gemeente heeft het kenmerk dat die tot drie cijfers achter de komma geregeld is. Die van de Partij van de Arbeid is vaag en ik denk dat de heer Van Hoof erg dicht bij de waarheid is dat als je dat gaat invullen, ik zeg niet dat het dan zoveel artikelen worden, maar er zal nog veel werk ge daan moeten worden, zeker op het punt van onderzoek wil je een subsidieverordening gericht op aktiviteiten met percentages kunnen invullen. Laat ik met de volgende manier proberen aan te tonen waarom mij dat zo moeilijk lijkt. Als je zegt dat het programma voor 1982 vooral gebaseerd is op instellingen, dan betekent het als je vanuit aktiviteiten van die instellingen naar typen van activiteiten toe wilt, dat je een zeer nauwkeurige analyse moet maken van activiteiten per in stelling, naar soort en naar kosten. Alleen dan als je dus het inzicht hebt van wat er op dit moment aan activiteiten naar soort en de daarbij behorende kosten komt - we hebben daar in de welzijnscommissie laatst ook nog over gesproken pas dan heb je een inzicht op grond waarvan je een paar mogelijke subsidieprijzen zou kunnen loslaten. Dat betekent dat wanneer je het programma anders hebt in gedeeld als je de begrote kosten naar de instellingen naar die verschillende soorten van activiteiten hebt, pas dan kun je via een aantal varianten subsidie verordeningen ontwerpen. Dan zit ik in de overtuiging dat dat nooit zal lukken binnen drie maanden en dat betekent dus het feit dat wij weliswaar de mening delen van de fractie van de Partij van de Arbeid dat je het in die richting moet zoeken, dat je er zonder een gedegen onderzoek er nooit uitkomt en dat je dat pas na verloop van tijd zichtbaar kunt maken en dat wij dan daarom ook de subsidieverordening vanavond moeten vaststellen want het zou erg onzorgvuldig zijn om nu net te doen alsof we dat binnen drie maanden kunnen realiseren. Dat is uitgesloten en ja, dan met wat twijfels over de De heer DEN BRABER: Mag ik de heer Rennings even vragen over hoeveel tijd hij dan denkt. De heer RENNINGS: Ik denk dat je daar minstens een jaar voor nodig hebt. Als wij al die instellingen, als je ziet wat een inventarisatie in de eerste en tweede fase gekost heeft en je moet dan aan alle organisaties gaan vragen dat ze de activiteiten moeten gaan splitsen naar type activiteiten in het sociaal-cultu reel werk en er bovendien de kosten ook nog eens bijzetten, want alleen dan kan je middels een ander subsidiebeleid komen tot andere subsidievormen. Nou dat lukt je nooit binnen drie maanden. Daar heb je zeker een jaar voor nodig en ik denk dat het ook teveel hooi op de vork is als wij plan, programma en ook subsidieverordening in één keer, want het vergt bij de gemeente en het vergt bij de organisaties een heel andere manier van denken,specificeren van activi teiten en specificeren van kosten, dat lukt je van z'n leven niet. Dat kost misschien nog wel meer dan een jaar en ik moet eerlijk zeggen die gedachte is ook pas in de loop van deze discussie bij mij helder geworden dat ons dat nooit lukt. Ik kan dus niet anders dan zeggen dat we hetzij met twijfels die subsidie verordening thans vast moeten stellen. De heer DEN BRABER: Mijnheer Rennings, vindt uniet dat het dan na een jaar of na 1*f maanden herzien moet worden De heer RENNINGS: Jazeker, ik denk dat wij als het in januari in de welzijnscom missie is dat we het programma naar activiteiten moesten ontwikkelen. Toen heb ik daar gesteld dat het een verschrikkelijke opgaaf zou zijn om dat via de organisaties zichtbaar te maken. Nou ik denk dat we dan ook niet erg optimistisch erg overdreven optimistisch zeggen nou dat doen we in drie maanden, dat doen we in zes maanden, dat lukt ons nooit. De heer VAN DER GRAAF: Dat hoort u toch al jaren van ons. Dan had u er eerder over moeten denken. De heer RENNINGS: Ach, het is nooit te laat om wijzer te worden. U hebt in een eerdere termijn gezegd mijnheer Van der Graaf dat u die subsidieverordening hebt aangegeven als aanzet. Daar willen we nu mee denken. Nou ik zeg u vanavond dat ik in die gedachte met u mee wil gaan. Ik zeg alleen dat we niet overhaast .en te onvoorzichtig moeten zeggen van dat regelen we even, want dat regelen we niet. Want dat betekent, die nieuwe subsidieverordening die zal dan aan de ene kant de budgettaire ruimte van de gemeente niet te boven gaan. Nou dan moet je toch een behoorlijk inzicht hebben van als je nieuwe subsidiegrondslagen kiest waar

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 134