-12- De VOORZITTER: Oh ja, maar daar verzet zich niks tegen om het daar te bespreken. En wellicht dat in onze eerstvolgende vergadering het ook mogelijk is om met betrekking tot het verloop van die onderhandelingen al het een en ander te ver tellen. De heer VAN HOOF: Mag ik er even iets over zeggen De stoom is feitelijk van de ketel met uw toezegging dat uit informatie gebleken is dat eventuele subsidie ook voor de komende jaren niet verloren gaat. De VOORZITTER: Veilig te stellen is, maar dan moet het bestuur van de stichting buitenlanders zich daarover verstaan met de ondertekenaar van de brief. De heer VAN HOOF: Nou, in eerste instantie om spoed te betrachten om dat in ieder geval coüte que coüte zeker te stellen, want dat las ik ook uit die brief van de Stichting Buitenlanders West Brabant, dat die verloren zou zijn. Nou goed en als u andere informatie te berde brengt die ik toch aanneem dat die beter is en waar ik me toch meer op verlaat dan hoeft het voor mij niet binnen veertien dagen of binnen een maand. Dan vertrouw ik erop dat u wat dat betreft de ingeslagen weg ingaat en dan is enkel vertraging in tijd mogelijk, maar voor de rest is er dan niets aan de hand. De VOORZITTER: We dreigen in een derde instantie terecht te komen en ik denk dat we dat niet moeten doen. Ik denk dat de zaak duidelijk is. Het voorstel van de heer Van der Graaf is om er de volgende keer in ieder geval in de commissie algemene en bestuurlijke zaken over te spreken. Ik zeg u toe dat het daar ge agendeerd wordt en ik hoop dat we dan in ieder geval een heel stuk verder zijn met de informatie. Akkoord De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan: De heer RENNINGS: Punt 20 voorzitter, dat is de brief van de partij Democraten '66, afdeling Oudenbosch met betrekking tot de aanstelling van ambtenaren. De tekst die wil ik volgen, maar ik hecht eraan aangetekend te zien dat ik de strek king van de brief niet onderschrijf behoudens het punt dat Oudenbosch zich in een isolement dwingt. De heer VAN DER GRAAF: Ja, diezelfde brief mijnheer de voorzitter. Ik heb een wat andere invalshoek. Ik denk dat we het voorstel van B. en W. dat we die brief of de beantwoording van die brief te betrekken bij de beantwoording van de vraagstelling enz. enz., dat dat een onjuiste conclusie is. Als er een brief is die zich leent tot het voor kennisgeving aannemen is het deze en ik wil dat wel beargumenteren, uiteraard, want deze raad heeft geen uitspraken gedaan. Er zijn door individuele raadsleden uitspraken gedaan. Wanneer een individu of vereniging of politieke groepering in Oudenbosch zich daaraan stoort dan moeten ze zich richten tot die raadsleden of die fracties die of waar die uitspraken vandaan komen en ik nodig D'66 graag uit om tot die handelingen over te gaan en ik ben dan best bereid om met mijn fractie ook tot beantwoording over te gaan. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, een kleine opmerking over hetzelfde stuk mijnheer de voorzitter. Ik kan de strekking van de brief van D'66 die kan ik wel enigszins begrijpen. Ja, ik heb me afgevraagd of de voorzitter van De mocraten '66 wat voor functie zou hij bekleden. Bij welke werkgever zou hij werken. Ik heb de informatie dat het een overheidsambtenaar is, dus hij komt duidelijk op voor de mensen die aan zijn kant zitten. Van de andere kant zou ik daar tegenover willen stellen hoe denken de Democraten '66 over de mensen die normaal in het particulier bedrijfsleven werkzaam zijn. Ik heb daar erva ringen mee dat daar niemand feitelijk met een vaste aanstelling beloond wordt. Ik ben er voorstander van mijnheer de voorzitter wanneer dat voor alle werkenden zou kunnen gebeuren, uiteraard wel....... De VOORZITTER: Zeg mijnheer Van Hoof, mag ik even onderbreken, want nu gaat u toch inhoudelijk op het stuk in en ik denk dat het dan een stuk zou moeten zijn eigenlijk wat we met elkaar willen bespreken en de teneur nu is voor kennis geving aannemen, betrekken bij, maar in ieder geval niet inhoudelijk behandelen. De heer VAN HOOF: Wat mag ik er dan over zeggen De VOORZITTER: Ja, ik denk dat je naar aanleiding van zo'n stuk moet zeggen wat voor procedure je wilt volgen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 12