-15- in 1982 en ik denk dat je nu die 1% die nu wordt toegevoegd nu niet direct ook nog eens een keertje mogelijk zou moeten toeschrijven aan het plan voor de akkommodaties, want dan vrees ik dat je zoveel bedoelingen, zoveel zaken van 1 wilt gaan betalen, dat het nauwelijks nog enige zin heeft. Ik denk wel de 2% zoals die nu genoemd zijn heb ik begrepen zijnde voor 1982. Ik denk dat je elk jaar opnieuw die post onvoorzien in ieder geval een bedrag voor nieuwe acti viteiten best zou kunnen benoemen. Wanneer ik dat fout heb dan hoor ik dat wel van wat structureel is. Misschien het eerste deel wel 1onvoorzien, dat dat structureel is, het tweede, de toegevoegde 1$, dat laat ik even in het midden, maar ik denk dat dat nou niet zo'n probleem is dat je dat ofwel vast kunt stellen dat het ook structureel wordt, of dat je dat bijstelt op het moment dat je aan een nieuw jaar gaat beginnen. Het opnemen in de meerjarenraming van de beroeps kracht van S.O.J.O. daar kom ik graag op terug in antwoord op de heer Rennings. Ja, dan maakt hij een opmerking die mij toch wel bijzonder spijt en dat is dat met de zware adviezen uit de commissie toch wel wat al te gemakkelijk is om gesprongen. Ik vind dat als er te gemakkelijk wordt omgesprongen dat hij dat doet met de wijze waarop in B. en W. de bezwaarschriften aan de orde zijn gekomen. Als mijn positie als voorzitter daarbij in de discussie wordt betrokken. Ik ben lid van die commissie, de bezwaren die je uit die commissie hoort daarmee in B. en W. komend, geconfronteerd wordend opnieuw daar met een denkwijze, dat kan er best toe leiden dat je op dat moment gewoon in alle eerlijkheid moet stellen en dan gaat het helemaal nog niet om de collegialiteit, maar dat je gewoon door de discussie daar waar vaak het zicht op de totaliteit wat breder is dan binnen de commissie zelf, omdat die toch een wat engere taakstelling heeft,, dat kan er best toe leiden dat je op een gegeven moment toch tot een andere uitslag komt dan de advisering van de commissie is en ik denk dat dat terecht is. Het is een advies wat wordt uitgebracht en B. en W. moet dat in het totaal van de verantwoordelijkheid wegen en daar op besluiten. Los van dat feit vind ik dat een aanmerkelijk deel van de bezwaren zijn gehonoreerd, dat kunt u wel opmaken uit het staatje wat wij voor alle duidelijkheid aan het preadvies hebben toegevoegd. Dan doet hij nog een suggestie met betrekking tot de prijzen door het Samenwerkingsverband gedaan een voorstel, om de prijzen voor bepaalde activiteiten in sociaal-culturele akkommodaties te verlagen. Wij hebben dat niet overgenomen omdat wij vinden dat je dan in een niemandsland terecht komt want waar ligt die grens en voor welke activiteiten ligt een grens en welk be drag. Wij kunnen beter er garant voor staan dat de prijzen voor consumpties in die gelegenheden aanvaardbaar,een aanvaardbaar niveau hebben. De heer Van der Graaf gaat dan verder in op de culturele minderheden. Daarmee brengt hij het ontmoetingscentrum in het vizier. Ik denk dat binnen het sociaal- cultureel plan het bepalen met betrekking tot beheer en uitvoering gaat het dan toch verder zijn afwerking krijgt in de concretisering. Die kan gebeuren wanneer we zover zijn dat met de concrete vormgeving begonnen wordt. Ik denk als er iets concreets was dat we dat inderdaad al eerder in het plan hadden opgenomen. Hij maakt dan wat bezwaren tegen het overleg en zegt ja, dat wij nu aanvoeren dat het Internationaal Komité zijn afspraak niet is nagekomen dat is een flauw smoesje. Ik denk dat de heer Van der Graaf zelf ook weet dat het bestuurlijk toch wel vaak moeilijk heeft gezeten en daarmee niet te na gesproken aan het I.K.O.S., maar ook die hebben hun problemen gehad en dat is gewoon de oorzaak dat er waarschijn lijk door hun verder niet gereageerd is. Los van dat feit denk ik dat de heer Van der Graaf toch heeft gelezen dat in het plan in ons eigen programma ook het ontmoetingscentrum is opgenomen en educatieve activiteiten.Zijn voorstel om ten behoeve van de culturele minderheden een budget op te nemen, die intentie die ondersteunen wij. Die nemen wij over. Het is misschien het beste om in het kader van de begroting het budget in geld te benoemen. En mogelijk dat de heer Van der Graaf te zijner tijd zelf daarvoor een concrete suggestie doet en dan denk ik dat je daarover kunt praten. In ieder geval zou je het in het kader van de begrotingsbehandeling best kunnen benoemen. Ja, ik heb het gezegd, ik was wat teleurgesteld in de opstelling van mijnheer Den Braber en zeker waar het gaat om zijn functioneren in de commissie, maar wanneer hij een besluit neemt dan moet ik dat respecteren. Mijnheer Van Hoof, ik had er wat van gezegd wat hij ge memoreerd heeft, wat ik in feite dus herhaald heb. Ik ben overigens blij voor zijn

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 126