-8- sidies, als ze activiteiten verrichten. Dan is ons ook opgevallen dat het in dienen van de werkplannen nog een moeizame zaak is. In uw antwoord geeft u aan dat soms wel tot vier keer toe er aan herinnerd moest worden en dat dan toch nog een aantal het insturen van het programma achterwege hebben gelaten. Het mag er evenwel toch niet toe leiden dat degene die nalatig is bij de planning de zaak gaat doorkruisen. Daarom zal er in het vervolg strikt moeten worden op toegezien dat de plannen tijdig binnenkomen en voor de verwerking in de begro ting gereed zijn. Op de suggestie van de welzijnscommissie heeft u dan de termijn verlengd van 1 april tot 1 juli. Wij kunnen ons daarmee verenigen, als de werkbaarheid daardoor niet wordt geschaad, want anders dan sukkelen we weer verder achterop. Op verzoek van de welzijnscommissie heeft u ook het budget voor nieuwe activiteiten van 1 tot 2% verhoogd. Wij hebben daarbij van de voor standers tot dusverre nog geen motieven gehoord. Omdat de toevoeging van 1% extra aan de post onvoorzien aan andere sectoren onttrokken dient te worden zouden wij gaarne vernemen van welke van de voorgestelde posten van het sociaal cultureel werk voor 1982 nou die 1onttrokken moet worden. Volgens de betref fende voorstellers op basis van het eerder ingenomen standpunt over de wijze van subsidiëren van de instellingen met beroepskrachten is wel gebleken dat bij deze beroepskrachten of bij deze instellingen moeilijk bespaard zal kunnen worden. De opgevoerde bedragen kunnen zelfs nog te laag blijken, zoals wel is gebleken in onder andere de nota van aanbieding. Mocht een dergelijke over heveling gaan plaatsvinden dan dient daarover eerst weer een advies van de wel zi jnscommissie te worden gevraagd en om aan deze voorwaarden te voldoen dan leidt dat toch weer tot een heleboel onzekerheid bij de organisaties die hun subsidie moeten kunnen gaan krijgen. Wij zouden daarom alsnog vast willen houden aan die 1$ voor onvoorzien en overigens bij die cijfers die bij de verdeling worden opgevoerd over de werksoorten slechts als indicatie mogen worden gezien en zeker niet als een vast bedrag, want het is nog maar de vraag hoe wij in de komende jaren aan de centen moeten komen. Wij vinden het dan ook niet juist allerlei zaken die al eerder in deze raad zijn behandeld weer een keertje ter discussie te gaan stellen of uit te stellen en dan zullen er weer bezwaren en problemen naar boven komen, maar we moeten toch een keer de knoop doorhakken en dan zal men toch geleidelijk moeten wennen aan het systeem van het indienen van plannen en het kennis nemen van de subsidievoorwaarden en we zullen ook wel de knelpunten op het spoor komen. Ik geloof dat in vertrouwen tussen gemeente en organisaties naar een nieuwe werkwijze moet worden gestreefd en ik denk dat we toch wel op de ingeslagen weg voort moeten gaan en dat er geen uitstel en herkansing en allerlei andere dingen overhoop gehaald moeten worden, want dan begin je eigen lijk de procedure weer opnieuw. Nog een enkele opmerking over de subsidieverorde ning mijnheer de voorzitter, of eigenlijk zijn het meerdere subsidieverordeningen. Wij waarderen de bezorgdheid van de fractie van de Partij van de Arbeid om al vast een verordening voor te bereiden zodat er al eentje lag als die van het college niet op tijd klaar zou zijn. Wij moeten echter uit uw reactie op de veel uitvoerigere nota van het college of uit de verordening van het college opmaken dat zij een voorstel op dit moment niet meer zo sterk als alternatief willen pushen, met de reactie op ons voorstel in artikel 95 lid 7 een ontheffings mogelijkheid voor B. en W. op te nemen, het gaat hierbij om lagere prijzen voor consumpties in de akkommodaties. Daar kunnen wij wel mee instemmen als het prijsniveau in zijn algemeenheid maar op een aanvaardbaar peil ligt. Zoiets dat die instellingen een heel consumptiepeil gaan krijgen. Dat was het in het kort. De heer RENNINGS: Voorzitter, de schrik slaat je om het hart, als je moet consta teren dat we vanuit een bepaalde optiek de eerste fase van de planvoorbereiding hebben afgesloten. Dan hebben we die planvoorbereiding wel in 7 fasen verdeeld, maar we hebben na vele nota's en vele uren werk nu een programma, plan en sub sidieverordening, maar de invulling daarvan, ik denk dat dat ook maar eens ge zegd moet worden. Ik heb daarnet ook geluiden gehoord van dat plannen zo essen tieel zijn. Sociaal-cultureel werk daarvoor zijn plannen belangrijk, maar het sociaal-cultureel werk zal alleen maar leven bij de gratie van activiteiten en dan moet je toch vaststellen dat er zoveel energie gestoken is in plannen, in programma, in subsidieverordening, maar dat activiteiten nog moeten komen. De activiteiten zijn er al en die zijn er al op grond van oude structuren, van oude wetgeving uit het verleden, maar op basis van dit plan en programma moeten de activiteiten nog komen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 119