-5-
om Spui ten aanzien van dat bezwaar tegemoet te komen en inderdaad alle wijken
gelijk te schakelen. Het is een beetje al te sneu dat de wijken die het aan
gezwengeld hebben, als laatste of misschien wel helemaal niet aan de beurt
komen en de wijk die er als jongste bijgekomen is als eerste. Het bezwaar van
het Maatschappelijk Centrum daar heb ik al eerder op gewezen. We zijn er erg
voor dat u dat gesprek met de grootst mogelijke spoed aangaat. Wij zijn er niet
voor, wat dat betreft zijn we het dus met u eens, om een tekst van het Maat
schappelijk Centrum als bijlage bij het plan te voegen. Ik denk niet dat we
daaraan moeten beginnen. Ten aanzien van het gesprek met het Maatschappelijk
Centrum, voorzitter, brengt mij nog even op het functioneren van de welzijns-
commissie. Wij hebben daar twee keer drieëneenhalf uur over onder andere de
bezwaarschriften en ook over het programma en de subsidieverordening gepraat.
Het moet mij nu toch van het hart dat ik vind dat wat al te gemakkelijk met
sommige adviezen van die commissie is omgesprongen. Dat die wat al te snel
van enerzijds akkoord met die commissie, anderzijds nee door het college op
zij geschoven worden. De wethouder is voorzitter van die commissie, maar we
hebben de laatste week nog eens formeel vastgesteld in verband met het quorum
dat hij ook een lid is. Dus ik neem aan dat de adviezen ook zijn adviezen zijn
en dan kan het er bij mij toch niet in dat die adviezen vaak zo luchthartig
terzijde geschoven worden. Ik wil ook ernstig protesteren tegen het feit dat wij
een paar welzijnscommissie-vergaderingen, het kan er ook een geweest zijn,
minstens één in ieder geval, niet gehad hebben bij gebrek aan agendapunten. Ik
denk dat die best benut had kunnen worden om eens te praten over de structuur
van het programma en de structuur van de subsidieverordening. Dat alles doet
mij vraagtekens stellen bij het functioneren van die commissie. Ik weet niet
of ik er nog wel zin in heb. Mijn fractiegenoten weten ervan, maar ik overweeg
om uit deze commissie terug te treden. Een laatste opmerking, dat gaat naar
aanleiding van een vraag van het Samenwerkingsverband om de consumptieprijzen.
U antwoordt in dat verband dat door alle instellingen dezelfde regels gehanteerd
moeten worden, ten aanzien van consumptieprijzen, mijn vraag geldt dat nou ook
voor sportkantines. Dat was het in eerste instantie.
De VOORZITTER: Wil de heer Van der Graaf daar nu op aansluiten, moet ik begrijpen
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, dan blijven we een beetje in dezelfde lijn.
Als ik u eerst een kleine sfeertekening van mezelf mag geven dan wordt de af
gelopen jaren gekenschetst door een niet gering werk wat er verzet is. Werk
wat ik even wat zou willen vergelijken met het uitzetten van het parcours, het
organiseren van de ronde, het uiteindelijk verkopen van de plaatskaartjes, maar
daarna maakt het college de indruk van de wielervedette die wat verveeld in de
kermisronde meerijdt, eigenlijk alleen maar om te laten zien dat hij erbij is
maar dat hij zich niet echt inspant. Dat laatste heb ik gepikt van Laurens Jan
Brinkhorst die datzelfde zei van de minister-president van Nederland. Ik denk
dat het hier ook aardig geldt, want wat er uiteindelijk uitgekomen is dat is
oude wijn in nieuwe zakken en dat vind ik een wat trieste aangelegenheid, maar
een gedeelte van de oude wijn in nieuwe zakken waar ik op dit moment over wilde
praten dat is de plaats van de buitenlanders met name het Internationaal Komitê
in het sociaal-kultureel plan. Ik wil er eerst op wijzen dat deze raad niet weet,
ik neem tenminste aan dat met mij de andere raadsleden evenmin weten hoe het
precies in elkaar steekt met de tot stand te brengen akkommodatie voor de Turken
en Marokkanen in deze gemeente en dan bedoel ik met het in elkaar steken de finan
ciële gang van zaken. Ik neem namelijk aan dat er exploitatielasten zijn op het
pand, maar ik neem evengoed aan dat er toch ook wat kosten verbonden zullen zijn
aan het beheer, aan het uitvoeren van activiteiten in die akkommodatie en tot
nu toe weten we er niets van hoe dat nou eigenlijk geregeld wordt. Dat is
spijtig, want we hebben een hele complete commissie die zich daarmee bezig had
kunnen houden en ondanks dat ik aanneem dat het rijksbeleid is, althans dat de
subsidie van het rijk komt, was dit een prachtige aangelegenheid geweest om
deze aangelegenheid binnen de gemeentelijke zorg te brengen door namelijk die
aangelegenheid ook in financiële zin via gemeentelijke subsidie te regelen, waar
bij dan het door het rijk in te brengen geld als een tegenpost zou dienen. Dat
is een vrij veel gebruikelijk systeem tegenwoordig en in dat geval zou dat
Internationaal Komité een pracht-plaats gekregen hebben en kunnen hebben binnen
het sociaal-cultureel plan. Ik vertel het op deze manier omdat ik een beetje in