-3- Ik snap dat eigenlijk niet. Waarom voert u dat overleg nou niet vooraf We gaan hier nu een subsidieverordening vaststellen die voor k jaar moet gaan gelden, maar voor dat open jongeren werk en voor de kunstzinnige vorming moeten we dan maar afwachten hoe dat er definitief uit gaat zien naar aan leiding van dat overleg met die instellingen. Er is toch een programma, dat wat aangevuld is op ons verzoek met de gemeentelijke taken, waar overigens nog steeds ontbreken de exposities in het gemeentehuis en het project "mensen zonder werk" dat wij vorige maand hebben vastgesteld. Er is toch een subsidie verordening. Mijnheer de voorzitter, ik ga mijn verzoek in de schriftelijke voorbereiding gedaan, herhalen en ik vraag u bij deze om uitstel van de vaststelling van het programma en de vaststelling van de subsidieverordening. Het programma,daar kunnsin we een half jaar uitstel voor krijgen. Die subsidie verordening dat kan best nog langer duren, want die gaat pas 1 januari '83 in werking. Ik vraag u dat mijnheer de voorzitter, omdat ook mijn fractie er zeer aan gehecht is mede-verantwoordelijkheid te mogen dragen in deze ge meente ondanks het feit dat we niet in het college zitten voor het welzijns beleid en wij zouden ook graag met u tot overeenstemming komen over de in richting daarvan, zowel van het programma als met name de subsidieverordening. En wij verschillen nogal van mening. Een treffend voorbeeld daarvan is uw antwoord op onze constatering dat in die subsidieverordening niet is geregeld het project "mensen zonder werk", culturele zaken en het kindervakantiewerk en dan antwoordt u dat kan ook niet want die werksoorten zijn niet toegeschreven aan een instelling. Daarmee bewijst u overduidelijk voorzitter, dat u een twee sporenbeleid volgt. U wilt subsidiëren op basis van aktiviteiten, maar dan toch ook op basis van die instellingen. Wij denken dat dat onherroepelijk fout moet gaan, omdat met name in de bestaande subsidieverordening blijkt dat het helemaal niet klopt. Die subsidieverordening - ik heb het gezegd in mijn brief aan u - hangt ons als een molensteen om de nek. U zegt toe in uw antwoord dat u aansluiting hebt gezocht in uw bestaande beleid. Dat is erg goed terug te vinden want wat er nu ligt is erg specifiek. Terecht naar mijn mening maakt dan ook de wijkvereniging Spui bezwaar tegen het specifiek noemen van bijvoor beeld de Stichting Gemeenschapstehuis. Dan antwoordt'uvan ja, dat is best zo maar dat is nu niet aan de orde. Daar wil ik u op wijzen voorzitter, dat die subsidieverordening niet bedoeld is voor op dit moment, maar voor k jaar, tot en met 1985 en het is toch hopelijk niet de bedoeling dat wij iedere keer zo'n structuur, zo'n subsidieverordening gaan wijzigen. Waarom u aansluiting gezocht hebt bij het bestaande beleid is trouwens een vraag. In het vooronder zoek in rapport nummer *f, dat is het rapport dat ging over het overleg met de organisaties, is geconstateerd dat hebben wij gesteld zoals men dat met een mooi woord noemt, dat er onduidelijkheid was over het subsidiebeleid van de gemeente. Nu zegt u we hebben het aangepast op het gebied van het open-jongeren werk en de wijkverenigingen. U moet me dan toch nog eens uitleggen voorzitter of u kunt verklaren waarom het club- en buurthuiswerk gesubsidieerd wordt op basis van aktiviteiten en andere instellingen waarvoor de gemeente dezelfde, wat meer afstandelijke houding heeft aangenomen, gesubsidieerd worden volgens het aantal leden, of instrumenten of wat al niet meer. Ook in de werksoorten zijn er verschillen.Ik wijs u op het verschil van subsidiëring van bijvoorbeeld be- jaardenwerk en de mindervaliden. Een ander voorbeeld het jeugdwerk. Als dat nou door een wijkvereniging georganiseerd wordt waarom wordt het dan anders ge subsidieerd dan wanneer het door een specifieke jeugdorganisatie georganiseerd wordt Ik kan in dei voorafgaande beleidsontwikkeling de afgelopen twee en een half jaar geen aanleiding vinden, nergens aanknopingspunten vinden om dat te doen. In paragraaf 3, punt 2 van de rapporten, de financiële analyse, wordt ge constateerd dat niet vast te stellen is of de besteding van de subsidiegelden verantwoord is. Een van de uitgangspunten in de verklaring daarbij wijst op de doelmatigheid die moet plaatsvinden. Ik vraag me af voorzitter hoe u wilt vast stellen als u gaat subsidiëren, het aantal leden, het aantal trommels en noem maar op, hoe u het wilt vaststellen dat het verantwoord is dat subsidiegelden daaraan besteed worden en hoe u wilt vaststellen hoe doelmatig u nou de overheids middelen richting welzijn schuift. Immers in het systeem is ingebakken de kans dat in-actieve verenigingen, verenigingen die dus nauwelijks tot activiteiten

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 114